Wijffels gebruikt de juiste uitgangspunten maar trekt verkeerde conclusies

De heer Wijffels wordt in de uitzending van 19 september 2010 van Buitenhof gepresenteerd als een wijs man. Des te vleiender voor mij dat hij gebruik maakt van een eerder door mij gelanceerd model om het politieke speelveld langs twee of drie assen te verdelen. Een korte versie van de tweeassige versie staat vermeld  op de website van Buitenhof als reactie van de kijker op de uitzending van 25 oktober 2009. Ook de aard van de assen is dezelfde, al gebruikt Wijffels andere namen. Naast de traditionele links-rechts as noemt Wijffels de sociaal-culturele as, waaronder ondermeer immigratie en integratie vallen. Ik duid deze as aan de hand van de polen nationaal-internationaal. De duurzaamheids-as heb ik eerder aangeduid met de tegenstelling tussen grijs-groen.

Hoewel de heer Wijffel dus hetzelfde denkkader gebruikt als ik, komt hij tot andere conclusies. Om te beginnen merkt hij niet op dat een combinatie van links beleid met een steviger beleid ten aanzien van immigratie/integratie onmogelijk is omdat links (SP, PvdA, GroenLinks en D’66) onderhandelingen met de PVV over een regeerakkoord uitsluit. Een steviger immigratie/integratie-beleid moet dus wel over rechts. Verhagen wordt door links als het ware naar rechts gedreven.

Verder ben ik minder somber over medewerking door het CDA aan een kabinet met gedoogsteun van de PVV dan Wijffels, en wel om twee redenen: (1) Omdat de PVV niet deelneemt aan het kabinet is de rechtsstatelijkheid van het te voeren beleid gewaarborgd. De PVV heeft weliswaar invloed op het beleid, maar zit niet aan de knoppen. Ook vanuit conservatief oogpunt bezien, is dit te verdedigen omdat de PVV immers een te jonge partij is om haar nu al regeringsmacht te geven. (2) Hoewel er nog geen onderhandelingsresultaat ligt, is het mijn inschatting dat het met de rechtsheid van het te verwachten beleid wel mee zal vallen. De VVD is in weerwil van de verkiezingsretoriek niet zo’n heel rechtse partij en bovendien zullen zowel CDA als PVV beiden hun krachten aanwenden om de VVD-eisen op diverse punten verder naar het midden toe bij te stellen.

Ook over wat de electorale consequenties zijn voor het CDA van een kabinet met gedoogsteun van de PVV verschil ik van mening met de heer Wijffels. Volgens mij zou het best eens zo kunnen zijn dat de PVV voor kiezers minder aantrekkelijk wordt naarmate een steviger immigratie/integratie-agenda meer wordt uitgevoerd. Wat wel nodig is, is dat het CDA blijft staan voor de genomen beslissingen en niet in een daaropvolgend kabinet de touwtjes weer evenzo lief overgeeft aan de links, zoals Balkenende heeft gedaan. Het CDA moet zich consequenter profileren als een conservatieve partij, hetgeen iets anders is als een rechtse partij, en ook iets anders dan een ouderwetse partij.

Door het politieke speelveld langs twee assen ofwel vier kwadranten te verdelen, erkent Wijffels dat de PVV een punt heeft. Ook hij spreekt zich uit voor een steviger beleid op het gebied van immigratie en integratie. Hoe evenwel met de huidige verkiezingsuitslag en de boycot van de PVV door links, aan dit punt vorm te geven?

Het CDA zou moeten proberen de postmoderne kiezer aan te spreken, niet alleen omdat daar de meeste electorale winst te halen is, maar ook omdat het postmodernisme in essentie een conservatieve filosofie is.

Lenen aan Griekenland tegen onderpand

Naar aanleiding van Buitenhof, 15 mei 2011 

Uit het gesprek met Piet Moerland, bestuursvoorzitter van de Rabobank, bleek dat de sterke economieën binnen de EU niet ontkomen aan verdere leningen aan Griekenland waarbij grote onzekerheid over terugbetaling onvermijdelijk is. Om deze bittere pil voor de lenende landen te verzachten, zou ik de suggestie willen opperen om deze leningen tegen onderpand te verstrekken, zoals dat bij hypotheekleningen ook het geval is. Lees verder “Lenen aan Griekenland tegen onderpand”

Postmoderne rechter boezemt angst in

Naar aanleiding van Buitenhof, 24 januari 2010

Het gaat niet enkel om of een uitspraak waar is, maar om de context waarin een uitsrpaak, waar of niet waar, gedaan wordt, om uit te maken of het om discriminatie of haat zaaien gaat, is de strekking van het verhaal van Désanne van Brederode. Als dit het enige criterium is, dan ben ik bang dat de rechtspraak in postmodernistisch vaarwater terecht komt. Lees verder “Postmoderne rechter boezemt angst in”

Eigen partij oprichten of blanco stemmen

Naar aanleiding van Buitenhof, 3 januari 2010 

Dualisme of niet, mijn probleem is dat geen politieke partij de politieke keuzes vertegenwoordigt die ik gewenst acht. Op nationaal niveau is er bijvoorbeeld geen linksige partij die de problematiek rond de multiculturele samenleving voldoende serieus neemt. Maar ook op gemeentelijk niveau zie ik geen partij die mijn standpunten vertegenwoordigd. Als inwoner van Maastricht heb ik ondermeer de volgende standpunten: Lees verder “Eigen partij oprichten of blanco stemmen”

Prijsverhoudingen belangrijker dan verdragen

Naar aanleiding van Buitenhof, 8 november 2009 

Ik hecht niet zoveel waarde aan moeizaam bereikte klimaatakkoorden. Zelfs als alle landen ratificeren kan de werkelijkheid weerbarstiger zijn dan het papier. Waar het mijns inziens op aankomt is dat wind- en vooral zonne-energie goedkoper wordt dan fossiele energie. Is dat omslagpunt eenmaal bereikt, dan krijgt een beter milieu de wind mee. Dan zijn er geen moeizame verdragen meer nodig om de industrie te bewegen de technieken te verbeteren en schaalvoordelen te behalen. Dan gaat het als vanzelf beter en beter.

Meer dimensies dan links-rechts

Naar aanleiding van Buitenhof, 25 oktober 2009 

Naast de as links-rechts, zou je de politiek moeten verdelen langs een tweede as. Om te spreken over de winnaars en de verliezers van de globaliserende samenleving vind ik onnodig complicerend. Wie wil er nu tot de verliezers gerekend worden. Een duidelijkere aanduiding voor de tweede as is de tegenstelling nationaal en internationaal. Je krijgt dan vier mogelijke combinaties: links-internationaal; links-nationaal; rechts-internationaal en rechts-nationaal.

Al geruime tijd is er behoefte aan een partij met een links-nationaal profiel. Je hoeft daarbij niet te denken aan heel links, maar ook niet aan heel nationalistisch. Als ijkpunt voor de combinatie gematigd links en gematigd nationalistisch, zou ik Drees sr. willen noemen, die de PvdA heeft verlaten toen de partij onder invloed van Nieuw-Links zowel linkser als internationalistischer werd. Een partij met een gematigd links-nationalistisch profiel bestaat in Nederland niet meer sinds de teloorgang van DS’70. Als je sindsdien iets nationalistischer wil stemmen, ben je genoodzaakt een zekere verrechtsing voor lief wilt nemen.

Bijkomend probleem is dat nationalistisch meestal als rechts of zelfs als extreemrechts wordt aangeduid. De combinatie links en nationalistisch betekent in die terminologie tegelijkertijd links en rechts, hetgeen een soort terminologische kortsluiting betekent. Zodoende is de combinatie links en nationalistisch lange tijd als een onmogelijkheid gezien.

Immigratie om een linkse meerderheid te creëren?

Naar aanleiding van Buitenhof, 11 oktober 2009 

Hoe zij Clairy Polak dat nog eens? ‘Ressentiment richt zich op minderheden, terwijl de essentie van democratie nu juist is om minderheden tot hun recht te laten komen.’ Probleem is evenwel dat bij de tientallen jaren aanhoudende immigratie het volk (demos) van de democratie voortdurend wordt herdefinieert.

Je kunt de situatie vergelijken met een wachtkamer in een ziekenhuis waar de regel geldt: ‘De patiënten die er het ernstigs aan toe zijn worden als eerste geholpen.’ Uit solidariteit accepteer je een aantal keren dat patiënten die na jou gekomen zijn voorrang krijgen. Op een gegeven moment bemerk je evenwel dat er alsmaar meer ernstig zieke patiënten worden aangevoerd, waardoor jou kans om behandeld te worden alleen maar afneemt. Je gaat de zaak wantrouwen.

Mijns inziens is er inderdaad reden de voortgaande immigratie te wantrouwen. Die is indertijd door het kabinet Den Uyl geïntroduceerd om de onderklasse te vergroten om zo een linkse meerderheid te creëren.  De PvdA heeft dus de immigratie toegestaan om de verhoudingen binnen de democratie bij te sturen in de door haar gewenste richting. Daarbij heeft men ook getracht beslissingen over immigratie zoveel mogelijk buiten het democratische speelveld te houden, bijvoorbeeld door verruiming van allerlei regels, niet tot inzet van verkiezingen te maken. De democratie op een ondemocratische wijze beïnvloeden, dat is wat er gebeurd is.

Wijnberg wil de filosoof zijn die met een Nietzscheaanse hamer Wilders aan gruzelementen slaat. Filosofie als palliatieve zorg, dat is wat Wijnberg in de aanbieding heeft. Naar oorzaken achter de pijn hoeft niet gezocht te worden. De vijandbeelden die je dan vindt, zijn slechts projecties van die pijn. Het drama van de multiculturele samenleving denkt Wijnberg zo filosofisch weg te poetsen.

Moraal zonder moraliserend te worden

Naar aanleiding van Buitenhof, 6 september 2009 

Om het verschil in benadering tussen Herman Wijffels en Rick van der Ploeg te kenschetsen, zou je kunnen stellen dat Van der Ploeg een wij-zij-model hanteert, waar Wijffels uitgaat van een wij-model. Niet dat ik meen dat alle problemen in de wereld verdwijnen als sneeuw voor de zon, als een wij-model gehanteerd wordt, toch meen ik dat het juist op mondiaal niveau terecht is om uit te gaan van een wij-model, tenminste, zolang geen buitenaardse wezens in vliegende schotels ons bezoeken.

Van der Ploeg creëert een zij door het wij van Wijffels te splitsen in een welvarend, overheersend wij en een arm, onderdrukt zij. Hij veronderstelt daarbij impliciet dat de wereldproblemen opgelost worden naarmate deze tegenstelling overwonnen wordt. Daarmee maakt Van der Ploeg van de wereldproblemen een moreel drama van socialistische snit met een calvinistische wending.

Verfrissend aan de benadering van Wijffels is dat hij dit nalaat. Hij plaatst de problematiek niet binnen één moraal, maar in een universum van meerdere ‘moralen.’ Vroeger vonden we slavernij legitiem, vervolgens hebben we haar afgeschaft. Vroeger waren rokende schoorstenen een teken van welvaart, tegenwoordig staan ze voor milieuvervuiling. Wijffels erkent wel dat er een zekere ontwikkeling van de ene moraal naar de andere bestaat. Hij ziet evenwel ook in dat het niet altijd mogelijk is die ontwikkeling bij voorbaat te kennen. Wellicht ontstaat de moraal pas met de werkwijzen die we toepassen. Een samenleving die geen kans ziet het milieu te vervuilen, hoeft bijvoorbeeld niet milieubewust te zijn.

Vanuit zijn benadering zoekt Wijffels veel minder naar de schuldige dan Van der Ploeg. Hij zoekt ook minder naar de verlosser. Waar het betoog van Van der Ploeg uitmondt in een huldebetoon aan Obama, daar stelt Wijffels dat Obama exponent is van een veranderde Amerikaanse samenleving en dito waardepatroon.

Wijffels beziet moraal dus in meervoud, zonder evenwel moraliserend te worden: Hij vertelt je er niet bij wie de goeden en wie de slechten zijn. Hij plaatst ‘wij’ niet in de hoek van de slechten. Dat alleen al lucht op in een calvinistische landje als Nederland.

Optimisme als enige hoop

Naar aanleiding van Nova, 16 juni 2009

Het verschil tussen optimisme en pessimisme als verschil in fase. Alleen jammer dat fasen in de economie elkaar beïnvloeden. Zo kan een oplopende werkeloosheid wederom de bestedingen doen afnemen en kan door de algehele economische malaise de solvabiliteit van het bankwezen opnieuw onder druk komen te staan.

Daarbij dient men zich te bedenken dat de huidige crisis wereldwijd is, en dat de toename van werkloosheid en de afname van bestedingen ook wereldwijd optreedt. Wat binnen de landsgrenzen gebeurd, kun je beleidsmatig nog enigszins beïnvloeden. Op wat buiten de landsgrenzen afspeelt, heb je geen grip.

Tijdens het bewuste Buitenhof interview (24 mei jl.) vertelt Bos dat na de crisis het bankwezen in Nederland wordt geherstructureerd: Kleinere banken; meer toezicht; minder onbegrijpelijke financiële producten; minder internationaal opereren. Bankieren moet weer saai worden. Heel juist! Hij vertelde er evenwel niet bij dat het resultaat van deze hervormingen nog niet werkzaam is als de crisis nu gaat door etteren.

Omdat Nederlandse banken in hoge mate internationaal opereren, zijn we sterk afhankelijk van wat de buitenlandse spaarder doet. Trekt deze zijn handen af van Nederlandse banken, dan hangen niet alleen de betreffende banken. Dan hangt via diverse garantiebepalingen ook Nederland. Optimisme is dus de enige optie. In die zin kun je de instelling van Bos tijdens deze crisis de enige juiste noemen.

Nederlanderschap niet meer als gratuit erbij

Naar aanleiding van Nova, 5 juni 2009 

Op de vraag waarom hij minister is geworden antwoordde Van der Laan destijds dat hij er genoeg van had problemen virtueel op te lossen nadat hij Nova had gekeken. Toen kon je als kijker nog niet via internet reageren. Nu hoef je niet meer minister te worden om van je te laten horen. Maar, toegegeven, reageren via internet verdiend beduidend minder.

Het interview met Van der Laan droop van de “Weltschmerz”. Ik hoor Clairy Polak nog zeggen dat gedacht wordt dat al die allochtone mensen slecht zijn. Ik kan haar geruststellen. Dat is niet wat gedacht wordt. Dat is een karikatuur van wat gedacht wordt. Verreweg de meeste mensen begrijpen heel goed dat mensen met een andere achtergrond niet beter of slechter zijn. Waar het om gaat is dat deze mensen heel gemakkelijk, en daardoor in grote mate zijn toegelaten tot de Nederlandse samenleving terwijl daar, vanuit Nederland bezien, geen behoefte aan was. Al bij de eerste gastarbeiders was het wellicht verstandiger geweest om te investeren in arbeidsproductiviteitverhogende diepte-investeringen, dan import van ongeschoolde arbeid.

Maar goed, als die gastarbeiders na verloop van tijd met een goedgevulde beurs naar het land van herkomst waren teruggekeerd, dan was er niets aan de hand geweest. Zij gelukkig, wij gelukkig. Dat is ook wat gastarbeider betekent. Het zijn gasten, dus je behandeld hen goed. Dat kun je ook opbrengen, omdat je van een gast weet, dat deze op een gegeven moment weer vertrekt.

De echte problemen zijn pas ontstaan toen de politiek het idee van terugkeer losliet en gezinshereniging en gezinsvorming op gang kwam. Getalsmatig bezien, heeft dit het overgrote deel van de migratie uit Marokko en Turkije veroorzaakt. Door ook nog eens dubbele nationaliteit toe te staan, zijn sinds 1992 heel veel van die immigranten ook nog eens genationaliseerd. Het CBS hierover:

“Tussen 1 januari 1992 en 1 oktober 1997 konden niet-Nederlanders bij naturalisatie hun oorspronkelijke nationaliteit behouden. Daarvan is op grote schaal gebruik gemaakt. Sinds 1 oktober 1997 geldt de regel dat personen slechts één nationaliteit mogen hebben. Door de vele uitzonderingen op de regel kon echter bijna 80 procent van de genaturaliseerden in de jaren 1998–2007 nog steeds de oorspronkelijke nationaliteit behouden.”

Inmiddels kan worden vastgesteld, dat Nederland de voortdurende immigratiegolf sinds de jaren ’60 nooit verwerkt heeft. Daarom ook dat immigrantenkwesties een onevenredig aandeel van de aandacht van de politiek en media blijven opeisen. De indruk ontstaat dat al die aandacht voor allochtonen ten koste gaat van autochtonen; dat de allochtonen worden gepamperd, terwijl de autochtonen hun problemen zelf mogen oplossen. De burgemeester van Pekela had het in de uitzending over het gevoel dat de een wordt geholpen terwijl de ander op achterstand wordt gezet.

Door tientallen jaren voortdurende immigratie is de Nederlandse samenleving ontwricht geraakt en krijgen allerlei details geen aandacht. Een huis met schots en scheve muren kun je nu eenmaal niet mooi strak behangen. Vervelend daarbij is dat de overheid op de rem blijft staan en zodoende enig structureel herstel in de weg staat. Op 24 mei antwoordde Wouter Bos nog in Buitenhof louter afwijzend op de mogelijkheid van maatregelen, met als argumentatie dat het toch nooit zo zal worden als in de jaren ’50. Zo worden de uitzonderingen op de regel dat personen slechts één nationaliteit mogen hebben niet geschrapt, en wordt ook geen gebruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheid om de Nederlandse nationaliteit weer in te trekken als een genaturaliseerde persoon geen afstand doet van zijn oorspronkelijke nationaliteit. Al helemaal niet wordt er gekeken naar mogelijkheden deze wetgeving uit te breiden tot iedereen met een dubbele nationaliteit, waardoor de spreekwoordelijke Marokkaanse raddraaiers, daaronder valt.

De bedoeling van bovenstaande maatregelen is niet om allochtonen het land uit te zetten, maar wel om als Nederlandse samenleving alsnog het niet mis te verstane signaal af te geven dat de Nederlandse nationaliteit niet vrijblijvend is. Wie voor de Nederlandse nationaliteit kiest, maakt zich daar afhankelijk en houdt geen alternatief achter de hand Autochtone Nederlanders hebben immers ook geen alternatief achter de hand. Wie zich niet afhankelijk wil maken van de Nederlandse nationaliteit, staat het vrij daar van af te zien. Daarmee maak je de keuze voor het Nederlanderschap door allochtonen tot een bewuste keuze, en is het niet meer iets dat je er gratuit bij krijgt.

Wie is er origineel in de politiek?

Naar aanleiding van Nova, 28 mei 2009 

Voordat Fitna uitwas, hoorde ik op het journaal een studente met hoofddoek zeggen dat Wilders’ film niet erger kon worden dan “Islam: What the West needs to know.” Nieuwsgierig geworden, bekeek ik de film via “You Tube.” Opgedeeld in stukken bleek de film anderhalf uur te duren. Rustige interviews met erudiete schrijvers wier boeken ook in Nederlandse vertaling in de boekhandel te verkrijgen zijn, worden afgewisseld met fragmenten over fanatieke moslims zoals die ook in Fitna te zien zijn. Er wordt uitvoerig uit Islamitische literatuur geciteerd, met de nodige bronvermeldingen, zodat wat beweerd wordt ook controleerbaar is. Mede daardoor is het een interessant discussiestuk. De strekking van de documentaire is dezelfde als die van Fitna. Ook hier betreft het de waarschuwing dat de Islam streeft naar suprematie, per land, maar ook mondiaal. Toen ik Fitna uiteindelijk bekeek, zag ik het als een soort samenvatting van die film.

Vandaag ben ik na Nova ook weer even op “You Tube” gaan kijken. Deze keer om een onverknipte versie van Wilders bijdrage aan het debat te zien. Ik vond een acht minuten durend aaneengesloten fragment uit het rechtstreekse debat zoals dat is uitgezonden op Politiek 24. Tegen het einde van dat fragment, gaf Wilders zijn bronnen prijs. Ter verdediging zegt hij dat ook columnisten in Trouw zich kritisch hebben getoond tegenover Joanie de Rijke. Na even zoeken kom ik terecht bij een column van Elma Drayer. Zij beweert daarin precies hetzelfde als Wilders ook beweerd. Uit het gegeven dat Joanie de Rijke wel erg veel begrip toont voor haar ontvoerders annex verkrachters, leest Drayer af hoezeer de postmoderne moraal wel niet is ingedaald. Ze spreekt van een modieus glibberdenken waarin alles in zijn tegendeel kan verkeren. Ze schrijft “Wat jij vrijheidsberoving noemt, noem ik gastvrijheid. Wat jij een ordinaire verkrachter noemt, noem ik een man die last heeft van zijn hormonen. Wat jij een dader noemt, noem ik een slachtoffer.”

Zowel in het geval van Fitna, als in zijn verhaal over Joannie de Rijke is de bijdrage van Wilders is niet zozeer de argumentatie zelf, maar het verplaatsen van bestaande argumentatie naar het parlement. Wilders doet dat heel vakkundig. Wat de boodschap recht in het gezicht doet belanden, is met name dat hij het Stockholmsyndroom (het verschijnsel dat ontvoerden gaan sympathiseren met hun ontvoerders) niet enkel betrekt op Joannie de Rijke, maar van toepassing verklaard op iedereen die problemen met allochtonen bagatelliseert. Dat komt aan! Ook het Stockholm syndroom is evenwel reeds aangehaald door Elma Drayer in diezelfde column.

Nu wil ik me niet vergelijken met een professioneel columnist als Elma Drayer, maar mij is kortgeleden iets soortgelijks overkomen. In een internetreactie op het artikel van  J.P. Balkenende “Sterker uit de crisis met Rijndeltamodel” in het NRC, formuleer ik drie tegenwerpingen tegen zijn betoog. Wat schetst afgelopen zondag mijn verbazing? In Buitenhof noemt Wouter Bos twee van mijn tegenwerpingen, te weten, dat het onzin is om de huidige crisis aan menselijk falen en niet aan marktfalen te wijten, en dat men zich in de toekomst moet blijven hoeden voor innovatieve financiële producten omdat deze juist de crisis veroorzaakt hebben. Dan vraag ik me toch af, wie is er nu origineel in de politiek?

Wouter Bos noemt twee van mijn tegenwerpingen ten aanzien van Balkenende

In een internetreactie van woensdag 20 mei jl. (reactie 16) op het artikel van  J.P. Balkenende “Sterker uit de crisis met Rijndeltamodel” in het NRC, formuleer ik drie tegenwerpingen tegen diens betoog. Wat schetst afgelopen zondag (24 mei) mijn verbazing? In Buitenhof noemt Wouter Bos twee van mijn tegenwerpingen, te weten, dat het onzin is om de huidige crisis aan menselijk falen en niet aan marktfalen te wijten, en dat men zich in de toekomst moet blijven hoeden tegen innovatieve financiële producten omdat deze juist de crisis veroorzaakt hebben.

P.S.

Mijn reactie is te vinden als reactie 16.

Gematigd monarchist

Naar aanleiding van Nova, 4 mei 2009

Koningin dat is zoiets als God op aarde. Dat geldt natuurlijk vooral voor CDA-ers. Die hebben het idee uitgevonden, aldus Ruud Lubbers afgelopen zondag in Buitenhof. Het enige verschil is dat God het middelpunt van het universum is, terwijl de koningin enkel het middelpunt van de natie is.

Voor protestanten zijn God en Vaderland sowieso aan elkaar gelieerd. De Republiek der Nederlanden is immers uit een godsdienststrijd ontstaan.

Republikein wil ik me evenwel niet noemen. Dat levert ook zo zijn sores op, gezien die andere reportage vandaag over dat leuke blonde model Noemi Letizia uit Italië die nog zo’n mooie halsketting kreeg voor haar 18de verjaardag.

Ik ben ook niet zo’n republikein die zegt helemaal euforisch te worden van wat de koningin nu weer heeft gezegd of gedaan. Met zulke republikeinen heb je geen monarchisten meer nodig.

Nee, ik noem mezelf een gematigd monarchist. Monarchist omdat ik vind dat de majesteit best fouten mag maken. Vooral de minuscule ongepastheden van Willem-Alexander vind ik aandoenlijk. Gematigd omdat ik vindt dat de majesteit zich dient te beperken tot ceremoniële taken. Daar heeft ze het druk zat mee. Is het meteen ook niet zo erg als er wel eens wat misgaat.

Overigens, de koningin was vanavond zichtbaar ingenomen met het applaus dat ze van het aanwezige volk mocht ontvangen. Dan doet het toch er niet meer toe, dat burgemeester Job Cohen dit applaus uitlokte …