Systeemfout valt niet weg te abstraheren

Naar aanleiding van Filosofisch kwintet 1 juli 2012

De verzorgingsstaat staat met name onder druk omdat ze een aanzuigende werking heeft op immigranten die niet echt de ambitie hebben om via werk hun brood te verdienen. Vergeet ook niet dat immigranten oververtegenwoordigd zijn bij de diverse uitkeringen. Nu kun je wel zeggen: omdat we de discussie op naar filosofisch niveau willen tillen, abstraheren we van deze concrete situatie. Het betreft hier echter een belangrijke systeemfout van de verzorgingsstaat, en die hoort wel degelijk in een filosofische discussie thuis. Een al te gemakkelijk beroep van immigranten op de verzorgingsstaat ondermijnd namelijk het principe van onderlinge solidariteit en daarmee de verzorgingsstaat als concept.

Tofik Dibi blaast de democratie op

Bij het CDA waren er twaalf gegadigden voor het partijleiderschap. Uiteindelijk mochten zes kandidaten meedoen aan de verkiezingen. Ook bij GroenLinks wilde de partij een voorselectie maken op basis van geschiktheid. Van de twee gegadigden werd er één geschikt bevonden, te weten Jolanda Sap. Verkiezingen leken daarom overbodig. Tofik Dibi heeft  evenwel verkiezingen geforceerd. Lees verder “Tofik Dibi blaast de democratie op”

Met “lekker puh” neem je de PVV de wind niet uit de zeilen

Dagenlang leefde het land in een opgewekte roes van wittebrooddagen. Dit vanwege het wandelgangenakkoord. Na anderhalf jaar lijken we verlost van de PVV. Belangrijker evenwel lijkt mij dat D66 en vooral GroenLinks zich bevrijdt hebben van de PvdA, met wie het moeilijk onderhandelen is. Bij Pauw en Witteman van 27 april 2012 zegt Pechtholt dat het politieke midden hersteld is. Het wonderbaarlijke is dat Sap, daarbij bevestigend knikt. Lees verder “Met “lekker puh” neem je de PVV de wind niet uit de zeilen”

Bedenkingen bij het antinationalisme van Guy Verhofstadt

“Ik ben antinationalist in hart en nieren.” Met deze uitspraak van Guy Verhofstadt begint de zesde aflevering van Zomergasten 2011 en hij maakt deze uitspraak volledig waar. Ik vraag me evenwel af hoe je je kan opwerpen als leider van een natie – bij wet, koning, vaderland zweren dat je de belangen van die natie zal behartigen  – en je dan toch antinationaal noemen? Zijn antinationalisme blijkt op twee benen te staan: Op pro-multiculturalisme en op pro-europeanisme. Lees verder “Bedenkingen bij het antinationalisme van Guy Verhofstadt”

Ziet Verhofstadt nog wel een verschil tussen communisme en liberalisme?

Het eerste fragment dat de voormalige eerste minister van de federale staat België in de laatste uitzending van Zomergasten 2011 toonde, was een naar eigen zeggen cruciaal fragment uit de speelfilm Novecento van Bertolucci uit 1976. Het fragment bevatte een uitleg van een plaatselijke fascistische voorman over het communisme. Hij vergelijkt het communisme met een jong poesje. Lees verder “Ziet Verhofstadt nog wel een verschil tussen communisme en liberalisme?”

De beperking tot je naaste leidt tot vreedzaamheid

Het is nog niet zo gemakkelijk om uit te leggen wat Christendemocratische politiek haar eigen karakter verleent. In het verleden heeft het CDA dan ook dikwijls leentjebuur gespeeld bij PvdA en VVD, met als gevolg dat het CDA schatplichtig geraakte aan die partijen. Toch is het mijns inziens voor het CDA mogelijk om haar eigen route te bepalen op basis van christelijke grondslagen. Lees verder “De beperking tot je naaste leidt tot vreedzaamheid”

Het probleem met antifascisme

Naar aanleiding van NRC, 5 oktober 2010

Zowel Drees sr. als Drees jr. hebben de Den Uyliaanse wending van de PvdA niet willen meemaken. Drees jr. heeft zijn eigen partij opgericht (DS ’70). Drees sr. heeft het lidmaatschap van de PvdA opgezegd.

Het is  moeilijk vol te houden dat dit geen inhoudelijke redenen had. Den Uyl maakte van het socialisme een soort antifascistische religie waarbij steeds maar weer bewezen moest worden hoezeer nationale belangen verkwanseld mochten worden. Lees verder “Het probleem met antifascisme”

Hoe gekleed naar het CDA-congres?

Naar aanleiding van het CDA-conges op 2 oktober 2010

Wat mij opviel aan al die congresgangers was dat ze goed gekleed waren. Dat geldt zowel voor de dames als voor de heren. Voor de heren was een kostuum of colbertje niet ongebruikelijk, voorzien van een kleurig of een meer ingetogen shirt, al dan niet met stropdas. De dames waren vrouwelijk gekleed: Jurken en fleurige blouses, veelal met abstracte motieven, afkomstig uit de duurdere damesmodezaak. Het gaf al met al een indruk van mondigheid, van beschaving, van ontwikkeling, van beheersing. Lees verder “Hoe gekleed naar het CDA-congres?”

Open brief aan Job Cohen

4 mei 2010

Geachte Job Cohen,

In uw verklaring van 12 maart waarmee u zich kandidaat stelt als lijsttrekker van de PvdA, zegt u op zoek te zijn naar balans tussen oude en nieuwe Nederlanders, en tussen internationale oriëntatie en nationaal belang. De vraag is waar u die balans denkt te vinden. U als den-uyliaan denkt daar waarschijnlijk anders over dan ik als dreesiaan. Lees verder “Open brief aan Job Cohen”

Dè markt bestaat niet

Wouter Bos vergelijkt de markt met Bokito: “Je kunt lang denken dat je hem onder controle hebt, maar op een dag doet hij toch wat zijn reflexen hem ingeven. Uiteindelijk geeft een brede diepe greppel meer zekerheid dan een goede dompteur.” Ik zou daar tegenover willen stellen: dè markt bestaat niet. Er bestaan verschillende markttypen. Iedere middelbare scholier kent ondermeer: volledige mededinging, oligopolie, monopolistische concurrente en monopolie. Lees verder “Dè markt bestaat niet”

Postmoderne rechter boezemt angst in

Naar aanleiding van Buitenhof, 24 januari 2010

Het gaat niet enkel om of een uitspraak waar is, maar om de context waarin een uitsrpaak, waar of niet waar, gedaan wordt, om uit te maken of het om discriminatie of haat zaaien gaat, is de strekking van het verhaal van Désanne van Brederode. Als dit het enige criterium is, dan ben ik bang dat de rechtspraak in postmodernistisch vaarwater terecht komt. Lees verder “Postmoderne rechter boezemt angst in”

Eigen partij oprichten of blanco stemmen

Naar aanleiding van Buitenhof, 3 januari 2010 

Dualisme of niet, mijn probleem is dat geen politieke partij de politieke keuzes vertegenwoordigt die ik gewenst acht. Op nationaal niveau is er bijvoorbeeld geen linksige partij die de problematiek rond de multiculturele samenleving voldoende serieus neemt. Maar ook op gemeentelijk niveau zie ik geen partij die mijn standpunten vertegenwoordigd. Als inwoner van Maastricht heb ik ondermeer de volgende standpunten: Lees verder “Eigen partij oprichten of blanco stemmen”

Achteraf gezien, een wenkend perspectief

Elsbeth Etty schrijft op 29 december 2009 in het NRC: “Mensen kunnen zich moeilijk voorstellen dat ik me ooit, als student in de jaren zeventig van de vorige eeuw, heb aangesloten bij de partij van Marcus Bakker.” Ik kom me dat juist heel goed voorstellen toen ik reageerde (reactie 24) op haar column “Nationalisme is een na-ijverige God” ondermeer met de woorden: “Mevrouw Etty ontketent liever een wereldrevolutie à la Marx voor wie de natiestaat bourgeois en dus passé is?”

Overigens heb ook ik Marcus Bakker ooit in levende lijve meegemaakt, al heb ik nooit zoals mevrouw Etty het podium met hem gedeeld. Ik heb ooit een lezing van hem bezocht in het K3-parochiecentrum te Kerkrade. De communisten in het parochiecentrum! Wat waren die katholieken toen toch tolerant. Hadden ze nooit moeten toelaten. Het heeft geleid tot een weeffout, of zoals Etty het uitdrukt een geboortefout, bij de totstandkoming van het CDA.

Het CDA is altijd veel te toegefelijk geweest ten opzichte van links als het op het opkomen voor nationale belangen aankomt. En toen Bolkestein zich eenmaal had weg laten promoveren naar de Europese Commissie, is onder Dijkstal de VVD het CDA in die toegefelijkheid gevolgd. Blijkbaar vond Bolkestein de dualiteit tussen parlement en regering toch niet belangrijk genoeg om, zijnde partijleider, als fractievoorzitter aan te blijven. Daarmee heeft Bolkestein zijn prioritaire agendapunt – dus feitelijk zijn politieke erfenis  – verkwanseld. Had Bolkestein voet bij stuk gehouden, dan hadden we wellicht afgelopen 15 jaar rust in de tent gehad en waren Pim Fortuyn, diens LPF en diens moord en Geert Wilders en diens PVV ons misschien bespaard gebleven. Zou dat achteraf gezien niet ook een wenkend perspectief geweest zijn voor mevrouw Etty?

P.S. Een keldertje onder de Lambertuskerk te Kerkrade wordt “Moskou” genoemd. Deze naamgeving verwijst evenwel naar de voor Napoleon desastreus verlopen bloedige veldtocht in Rusland in 1812 en niet naar de Russische revolutie in 1917. De naam wijst dus niet op communistische infiltratie in katholiek Kerkrade. Een hele geruststelling – nietwaar?

Nationalisme als vanzelfsprekendheid

Mevrouw Etty debiteert een wel erg perverse opvatting van nationalisme. En dat terwijl nationalisme een grote vanzelfsprekendheid is. Zo vanzelfsprekend dat sommigen het bestaan ervan over het hoofd zien. Nationalisme betekent niet meer en niet minder dan het erkennen van de staat. Het koninkrijk is daarop gebaseerd, maar ook de parlementaire democratie, de rechtstaat en de pacificeerde samenleving. Zelfs supranationale organisaties zoals de EU, de NAVO en de VN zijn gebaseerd op de erkenning van de natie. En mevrouw Etty wil dat allemaal omver kegelen? Mevrouw Etty ontketent liever een wereldrevolutie à la Marx voor wie de natiestaat bourgeois en dus passé is? Het is maar voor welke hel je kiest, mevrouw Etty.

Wel of geen parlementaire delegatie

Naar aanleiding van Volkskrant, 30 november 2009 

Het punt is dat een parlementaire delegatie is uitgenodigd. Dan kun je vervolgens niet als uitnodigend land gaan uitmaken wie wel en wie niet in die delegatie thuishoren. Dan respecteer je immers de democratie van het land dat je uitnodigt niet. De keuze is daarom: Wel of geen parlementaire delegatie, en niet een parlementaire delegatie met of zonder Wilders.

Staatsondermijnend internationalisme

Pieter Waterdrinker in NRC in een reactie op Geert Mak zegt: krijgt de indruk dat veel Wilders-aanhangers zich meer opwinden over buitensporige salarissen in de publieke sector dan over de problematiek rond immigratie en integratie. Daarmee neemt Waterdrinker zijn politieke tegenstanders niet serieus. Problemen met immigratie en integratie is immers een constante die over decennia steeds weer worden opgevoerd vanuit diverse politieke stromingen. Ontken dat nou niet, zou ik willen zeggen.

Meindert Fennema, die ook op het artikel van Geert Mak reageert, erkent de problematiek wel als hij zegt: “De werkelijkheid is anders. Wij weten dat in ieder geval vanaf 1994 – als er betrouwbare cijfers beschikbaar zijn – de meerderheid van de Nederlandse bevolking voor beperking van de immigratie is en dat diezelfde meerderheid van de immigranten eist dat zij zich aan onze cultuur aanpassen.”

Door te spreken van “de nieuwe, gemuteerde nationalistische pest” zet Waterdrinker wederom iedere vorm van nationalisme in het verdomhoekje. Dit terwijl iedereen die de nationale staat erkent eigenlijk nationalist is. Natuurlijk kent het nationalisme zijn uitwassen. Toch is het als dragend principe van onze samenleving, niet te ontkennen.

Internationalisme daarentegen is in zijn wortels een principe dat de nationale staat ondermijnt. Volgens de Marxistische leer betekent het dat arbeiders aller landen een dusdanig grote macht vormen, dat zij staten omver kunnen werpen om zo de felbegeerde dictatuur van het proletariaat te kunnen vestigen. Internationalism is dus in essentie staatsondermijnend.

In de immigratiepolitiek sinds het kabinet Den Uyl zijn sporen zichtbaar van dit staatsondermijnende internationalisme. Ik verdenk Den Uyl en consorten er van dat zij via immigratie een nieuwe onderklasse hebben willen creëren. Door deze nieuwe onderklasse aan zich te binden, hoopten ze kunstmatig een linkse meerderheid te creëren. De demografie van een land te veranderen om je politieke zin te krijgen, noem ik staatsondermijnend.

Pas toen na lange tijd, de PvdA weer in het kabinet zat, kon het karwij van Den Uyl afgemaakt worden. Door het toestaan van een dubbele nationaliteit voor grote groepen immigranten, wist men van hen in de jaren 90 stemmers te maken. Sindsdien vallen vooral de pogingen van de PvdA op, om bij de immigrantenpopulaties in het gevlei te komen, met als voorlopig hoogtepunt: een staatsecretaris voor immigratie met een dubbele nationaliteit.

Drees bevrijdde zich van Den Uyl

Naar aanleiding van Nova, 26 oktober 2009 

Het is goed als de PvdA zich heroriënteert op Drees. Dat mag wel eens een keer na 40 jaar in Den Uyliaans vaarwater te hebben verkeerd. Maar als de PvdA zich heroriënteert op Drees, dan moet ze dat ook conform de feiten doen. Bos geeft Jong Socialisten groot gelijk als deze beweren: ‘Drees was van ons en blijft van ons.’ Is deze JS-ers dan nooit vertelt dat Drees willens en wetens de PvdA verlaten heeft, niet omdat Drees van mening veranderde, maar omdat de PvdA onder aanvoering van Den Uyl en onder invloed van Nieuw Links radicaal van koers veranderde? Tegen eenieder die de PvdA durft te beschuldigen van het aantasten van de erfenis van Drees, zegt Bos: ‘Afblijven!’ Alsof Drees het persoonlijk bezit is van de PvdA. Bos wil Drees postuum aan de PvdA ketenen, terwijl deze zelf besloten heeft, zich van die ketenen te bevrijden.

Nieuw Links zou trouwens beter Oud Links hebben kunnen heten want allerlei verouderde ideeën werden opnieuw uit de kast gehaald. Zo diende er gestreefd te worden naar een linkse meerderheid opdat het marxistische idee van een ‘dictatuur van het proletariaat’ eindelijk bewaarheid zou worden. Het vermoeden bestaat zelfs dat men er binnen de PvdA niet voor terugschrok om ter wille van de versterking van de onderklasse op grote schaal immigratie toe te staan. Drees was overigens geen voorstander van immigratie.

Meer dimensies dan links-rechts

Naar aanleiding van Buitenhof, 25 oktober 2009 

Naast de as links-rechts, zou je de politiek moeten verdelen langs een tweede as. Om te spreken over de winnaars en de verliezers van de globaliserende samenleving vind ik onnodig complicerend. Wie wil er nu tot de verliezers gerekend worden. Een duidelijkere aanduiding voor de tweede as is de tegenstelling nationaal en internationaal. Je krijgt dan vier mogelijke combinaties: links-internationaal; links-nationaal; rechts-internationaal en rechts-nationaal.

Al geruime tijd is er behoefte aan een partij met een links-nationaal profiel. Je hoeft daarbij niet te denken aan heel links, maar ook niet aan heel nationalistisch. Als ijkpunt voor de combinatie gematigd links en gematigd nationalistisch, zou ik Drees sr. willen noemen, die de PvdA heeft verlaten toen de partij onder invloed van Nieuw-Links zowel linkser als internationalistischer werd. Een partij met een gematigd links-nationalistisch profiel bestaat in Nederland niet meer sinds de teloorgang van DS’70. Als je sindsdien iets nationalistischer wil stemmen, ben je genoodzaakt een zekere verrechtsing voor lief wilt nemen.

Bijkomend probleem is dat nationalistisch meestal als rechts of zelfs als extreemrechts wordt aangeduid. De combinatie links en nationalistisch betekent in die terminologie tegelijkertijd links en rechts, hetgeen een soort terminologische kortsluiting betekent. Zodoende is de combinatie links en nationalistisch lange tijd als een onmogelijkheid gezien.

Immigratie om een linkse meerderheid te creëren?

Naar aanleiding van Buitenhof, 11 oktober 2009 

Hoe zij Clairy Polak dat nog eens? ‘Ressentiment richt zich op minderheden, terwijl de essentie van democratie nu juist is om minderheden tot hun recht te laten komen.’ Probleem is evenwel dat bij de tientallen jaren aanhoudende immigratie het volk (demos) van de democratie voortdurend wordt herdefinieert.

Je kunt de situatie vergelijken met een wachtkamer in een ziekenhuis waar de regel geldt: ‘De patiënten die er het ernstigs aan toe zijn worden als eerste geholpen.’ Uit solidariteit accepteer je een aantal keren dat patiënten die na jou gekomen zijn voorrang krijgen. Op een gegeven moment bemerk je evenwel dat er alsmaar meer ernstig zieke patiënten worden aangevoerd, waardoor jou kans om behandeld te worden alleen maar afneemt. Je gaat de zaak wantrouwen.

Mijns inziens is er inderdaad reden de voortgaande immigratie te wantrouwen. Die is indertijd door het kabinet Den Uyl geïntroduceerd om de onderklasse te vergroten om zo een linkse meerderheid te creëren.  De PvdA heeft dus de immigratie toegestaan om de verhoudingen binnen de democratie bij te sturen in de door haar gewenste richting. Daarbij heeft men ook getracht beslissingen over immigratie zoveel mogelijk buiten het democratische speelveld te houden, bijvoorbeeld door verruiming van allerlei regels, niet tot inzet van verkiezingen te maken. De democratie op een ondemocratische wijze beïnvloeden, dat is wat er gebeurd is.

Wijnberg wil de filosoof zijn die met een Nietzscheaanse hamer Wilders aan gruzelementen slaat. Filosofie als palliatieve zorg, dat is wat Wijnberg in de aanbieding heeft. Naar oorzaken achter de pijn hoeft niet gezocht te worden. De vijandbeelden die je dan vindt, zijn slechts projecties van die pijn. Het drama van de multiculturele samenleving denkt Wijnberg zo filosofisch weg te poetsen.

‘Ach so-erlebnis’

Naar aanleiding van Nova, 12 september 2009

“…hartverwarmend om te zien hoe de mensen aldaar niet meer in staat zijn zich aan de regels van wat wel en niet mag, te houden. Ze schreeuwen het gewoon uit: Vrijheid, vrijheid!” Dit schreef ik naar aanleiding van de reportage van 11 juni over de verkiezingen in de Iran.

Eenzelfde gevoel bekruipt me ook bij het zien van deze reportage. Als ik in de gelegenheid ben, ga ik zeker naar de film. Ik hou wel van films die gebaseerd zijn op waargebeurde feiten. Niet omdat ik in de veronderstelling leef, dat alles precies zo gebeurd is als de film laat zien. Wel worden me bij zo’n film de vanzelfsprekendheden van de situatie duidelijker. Refererend naar de ‘aha-erlebnis’, noem ik dat een ‘ach so-erlebnis’.

Immigratie uit partijbelang

‘Laat Drees nou maar aan de PvdA over.’ Zegt Wouter Bos in NOVA van 9 september 2009 Nou, dan wil ik er toch even erop wijzen dat Drees reeds in 1971 uit de PvdA is gestapt. Dit gebeurde toen Den Uyl een coalitie aanging met Nieuw Links. Volgens mij heeft Drees deze keuze weloverwogen en niet uit seniliteit gemaakt. Nu plusminus 40 jaar later zeg ik, als iemand die pas geboren is toen Drees al was uitgeregeerd, dat ik wel op de partij van Drees maar niet meer op de partij van Den Uyl zou kunnen stemmen. De huidige PvdA beschouw ik daarbij als nog steeds de partij van Dan Uyl. Het is dus onzin Drees maar aan een PvdA over te laten die hijzelf de rug heeft toegekeerd.

Met nieuw links koos Den Uyl voor naïviteit. Waar Drees een democraat was die andersdenkenden ten volle accepteerde, bestond bij Den Uyl en consorten de gedachte om met een progressieve meerderheid andersdenkenden buitenspel te zetten. Liefst voor eens en altijd. De gedachte leidt een onderhuids bestaan dat Den Uyl zo toegefelijk was met het toelaten van immigranten in Nederland, omdat dit een aanvulling van de onderklasse betekent die het ideaal van een structurele progressieve meerderheid wel eens waar zou  kunnen maken. Immigratie uit partijbelang dus. De PvdA is er overigens altijd zeer goed in geslaagd immigranten aan zich te binden.

De kwetsbaarheid van culturen

Naar aanleiding van Nova, 7 september 2009 

Het latijnse cultura stamt af van colere waarvan de eerst genoemde betekenis in mijn etymologisch woordenboek is: het land bebouwen. Veel cultuurwetenschappers denken dat ze een sociale wetenschap bestuderen, maar dat berust op een misverstand. Cultuur betekent in eerste instantie hoe mensen de wereld om hen heen bewerken, verzorgen, vormgeven. Toegegeven mensen doen dat in sociaal verband, en ook toegegeven mensen behoren zelf ook tot de wereld die ze bewerken, desalniettemin gaat cultuur om meer dan over de verhoudingen tussen mensen onderling.

Wanneer men zich bedenkt dat waarden en normen een belangrijke rol binnen een cultuur spelen, zou je ook van eco-nomie kunnen spreken: het op een uitgewogen manier (nomie) met de omgeving (eco) omgaan. Boze tongen beweren dat waarden over kwaliteit gaan, waar normen kwantiteit betreffen (of omgekeerd). Wie beide woorden evenwel nader beschouwd, zal moeten toegeven dat zowel waarden als normen over kwantiteit gaan. De waarde van een stuk antiek kun je bijvoorbeeld in euro’s uitdrukken. Ook de snelheidsmeter in uw auto geeft een bepaalde waarde aan. Het begrip norm specificeert welke waarde(n) onder bepaalde omstandigheden als wenselijk wordt beschouwd. Binnen de bebouwde kom mag je niet harder rijden dan 50 km per uur. Mensen die werken in de openbare sector mogen niet meer verdienen dan Balkenende.

In Franse wijnbouw nu, worden de waarden en normen door de klimaatsverandering flink door elkaar gehusseld. De streektypische oplossingen om goede wijn te maken, worden danig op de proef gesteld. Hier en daar zal dat best tot een geschikte nieuwe oplossing leiden. Grosso modo, zo is de voorspelling, zal de wijnbouwcultuur in Frankrijk toch te lijden hebben onder de klimaatsverandering. Over de kwetsbaarheid van culturen gesproken.

Moraal zonder moraliserend te worden

Naar aanleiding van Buitenhof, 6 september 2009 

Om het verschil in benadering tussen Herman Wijffels en Rick van der Ploeg te kenschetsen, zou je kunnen stellen dat Van der Ploeg een wij-zij-model hanteert, waar Wijffels uitgaat van een wij-model. Niet dat ik meen dat alle problemen in de wereld verdwijnen als sneeuw voor de zon, als een wij-model gehanteerd wordt, toch meen ik dat het juist op mondiaal niveau terecht is om uit te gaan van een wij-model, tenminste, zolang geen buitenaardse wezens in vliegende schotels ons bezoeken.

Van der Ploeg creëert een zij door het wij van Wijffels te splitsen in een welvarend, overheersend wij en een arm, onderdrukt zij. Hij veronderstelt daarbij impliciet dat de wereldproblemen opgelost worden naarmate deze tegenstelling overwonnen wordt. Daarmee maakt Van der Ploeg van de wereldproblemen een moreel drama van socialistische snit met een calvinistische wending.

Verfrissend aan de benadering van Wijffels is dat hij dit nalaat. Hij plaatst de problematiek niet binnen één moraal, maar in een universum van meerdere ‘moralen.’ Vroeger vonden we slavernij legitiem, vervolgens hebben we haar afgeschaft. Vroeger waren rokende schoorstenen een teken van welvaart, tegenwoordig staan ze voor milieuvervuiling. Wijffels erkent wel dat er een zekere ontwikkeling van de ene moraal naar de andere bestaat. Hij ziet evenwel ook in dat het niet altijd mogelijk is die ontwikkeling bij voorbaat te kennen. Wellicht ontstaat de moraal pas met de werkwijzen die we toepassen. Een samenleving die geen kans ziet het milieu te vervuilen, hoeft bijvoorbeeld niet milieubewust te zijn.

Vanuit zijn benadering zoekt Wijffels veel minder naar de schuldige dan Van der Ploeg. Hij zoekt ook minder naar de verlosser. Waar het betoog van Van der Ploeg uitmondt in een huldebetoon aan Obama, daar stelt Wijffels dat Obama exponent is van een veranderde Amerikaanse samenleving en dito waardepatroon.

Wijffels beziet moraal dus in meervoud, zonder evenwel moraliserend te worden: Hij vertelt je er niet bij wie de goeden en wie de slechten zijn. Hij plaatst ‘wij’ niet in de hoek van de slechten. Dat alleen al lucht op in een calvinistische landje als Nederland.

PvdA trapt in haar eigen naïviteit

Naar aanleiding van Nova, 27 augustus 2009 

De PvdA zou duidelijker moeten zijn over welk ideaal ze nastreven, zegt wethouder Asscher. Over dat ideaal is de PvdA nu juist sinds jaar en dag duidelijk genoeg geweest: Ze wil een multiculturele samenleving. Hoe multicultureler hoe beter. Het gaat daarbij om integratie, ofwel aanpassing met behoud van identiteit. Zo’n initiatief als de As Siddieq school past perfect binnen deze multiculturele aanpak en is dan ook lange tijd door de PvdA toegejuicht en met subsidies gestimuleerd.

Nu zegt Asscher erin te zijn getrapt. Maar waar is de PvdA dan precies ingetrapt? Toch vooral in haar eigen naïviteit. Dat Asscher en Dijksma de problemen rond de As Siddieq school nu wil aanpakken, betekent niet meer en niet minder dat de PvdA zegt bereid te zijn de rommel op te ruimen die ze zelf gecreëerd heeft. Succes van de operatie is evenwel niet verzekerd, omdat met name staatsecretaris Sharon Dijksma daarbij kijkt alsof ze in eigen vlees moet snijden.

De pot verwijt de ketel totdat deze zwart ziet

Mccarthyisme, de heksenjachten, exorsisme, angsthazen en fanatici, opruiers van de twistzieke menigte, het zijn nogal wat krachttermen die Etty  in  het NRC uit de kast haalt om de mensen met wie ze van mening verschilt onderuit te  halen. Wil ze soms die meningsvrijheid van die mensen beperken. Niemand wil de boeken van Tariq Ramadan verbranden. Kritisch lezen, is wat mij betreft voldoende.

Om bij mezelf te blijven, mijn kritiek is op de eerste plaats inhoudelijk. Ik betoog dat Ramadan een veel te rooskleurig beeld geeft van de multiculturele samenleving als hij het hebben van meerdere identiteiten vanuit het individu bekijkt. Meerdere identiteiten is in dat geval een luxepositie omdat men steeds die identiteit kan kiezen die het beste uitkomt. Uiteindelijk gaat het om loyaliteit en die is minder deelbaar dan identiteit. Iemand heeft bijvoorbeeld een identiteit als werknemer en als huisvader. Geen probleem. Loyaliteit als werknemer en als huisvader is evenwel minder deelbaar. Daarover moet onderhandeld worden. Vakbonden bijvoorbeeld ontlenen aan die onderhandelingen over de verdeling van loyaliteit hun bestaansrecht. Ramadan doet het voorkomen dat  het samengaan van islam en verlichting helemaal niet tot loyaliteitsconflicten hoeven te leiden omdat het bij hem niet tot identiteitsconflicten leidt. Volgens mij is dit een drogreden. Uiteindelijk wil hij dat de wetenschap zich aanpast aan een islamitisch kader.

Mijn tweede punt van kritiek is dat de academische titel van Ramadan deel uitmaakt van een koppelverkoop. Zo wordt zijn politieke taak een aura van wetenschappelijkheid verleend. Dat is in mijn ogen geen wetenschap. Daar zou de wetenschap zich niet voor moeten lenen. Dat beide aspecten van de koppelverkoop  nu tegelijkertijd ongedaan worden gemaakt, is natuurlijk niet fraai, maar wel een consequentie van dat het om een koppelverkoop gaat. De koper van beide functies, de gemeente Rotterdam, trekt zich terug. Daarmee komen beide functies te vervallen.

Een derde punt van kritiek is dat de positie ten opzichte van de demonstraties in Iran wel erg terughoudend was. Alleen desgevraagd antwoord hij dat hervormingen in Iran een kwestie van zeer lange termijn zijn. De fraude bij de laatste verkiezingsuitslag beschouwd hij blijkbaar van ondergeschikt belang. Nou, ik niet.

Over lange lontjes, idealisme en eigenbelang

Naar aanleiding van Nova, 7 augustus 2009 

Waarom staan bij een verjaardagsfuif voldoende schalen met chips en nootjes op tafel, en worden deze tijdig bijgevuld? Dat gebeurd om het leuk te houden. Voldoende voedsel en drank op feestjes, zorgt ervoor dat er geen concurrentie om voedsel en drank ontstaat. Jij een biertje; ik net zo goed een biertje. Op die manier komen mensen makkelijker tot elkaar. De lontjes worden zogezegd langer.

Ook als door de gasten betaald moet worden, treedt dit verschijnsel op. Waarom nemen mensen voordat ze een feest bezoeken een goed gevulde beurs waaruit makkelijk gespendeerd wordt mee? Dat gebeurd om het vooral gezellig te houden. Ik een biertje, jij net zo goed een biertje. Geen gedoe met korte lontjes, gewoon iedereen zijn zin.

Goede bedoelingen kunnen evenwel ook uit de hand lopen. In de jaren 70 was het vrij normaal was dat de rondjes je om de oren vlogen. Het was heel gebruikelijk om iemand met een driekwart gevuld glas in de hand, te vragen of ie nog eentje lustte. Wie niet oppaste had zo drie nog niet geleegde glazen naast zich staan. Zo ontaarde gulheid om competitie te voorkomen in een competitie om wie het gulste is.

En hoe zat dat dan op Woodstock? Ik veronderstel dat de catering aldaar, voor zover aanwezig, al snel uit zijn voegen was gebarsten. Misschien had menigeen een picknickmand meegenomen en werd uit die picknickmanden ook veel gedeeld,  Delen is immers gebruikelijk bij feesten. Delen verhoogt ook de sociale status. Zeker als je iets te delen hebt waarover anderen niet beschikken.

Maar hoe zit dat dan met die idealen op Woodstock?

Een juiste constatering in de reportage was dat uit de dienstplichtige Woodstockgeneratie, de soldaten voor de oorlog in Vietnam gerekruteerd werden. In die zin was Vietnam voor hen geen ver-van-mijn-bed-show. Aan het ideaal van “no war” zat dikwijls een  direct eigenbelang vast. En wat is nu lonender dan je eigen belang als algemeen belang te presenteren. Dan snijdt het mes aan twee kanten. Je sociale aanzien stijgt omdat je het opneemt voor het algemeen belang, terwijl je in feite andere mensen mobiliseert om jouw persoonlijk belang te dienen.

Wat betreft de vrije seksuele moraal, leefde bij de Woodstockgeneratie de gedachte dat het seksuele genot van de een, niet ten koste hoefde te gaan van dat van de ander. Seks was immers niet meer gebonden aan het huwelijk, en daardoor een vrij beschikbaar goed geworden. Het enige dat nodig was om dit te bereiken, was dat jaloezie uitgebannen zou worden. Wie toch jaloezie voelde, had het gewoon nog niet begrepen …, niet begrepen dat het met seks niet anders is dan met bier: Waarom toch een kort lontje? Er is toch genoeg!

Produceren naar kunnen, consumeren naar behoefte

Naar aanleiding van Nova, 5 augustus 2009 

Grappig was hoe die Oost-Duitse arts het uiteindelijke communistische ideaal anno 2009 niet meer door haar strot kreeg. De reden is misschien dat Marx nooit het mechanisme heeft uitgelegd, waarmee dat ideaal – produceren naar kunnen, consumeren naar behoefte – te bereiken is.

Adam Smith had dat ten aanzien van zijn ideaal wel gedaan. Hij legt immers uit hoe vraag en aanbod ervoor zorgen, dat de behoeften binnen een samenleving zo goed mogelijk bevredigd worden tegen zo laag mogelijke kosten. Hij legt uit dat als s iedereen zijn eigenbelang nastreeft, het belang van de samenleving als geheel het beste gediend is.

Marx daarentegen legt niet uit hoe het in een communistische samenleving zo kan zijn dat iedereen produceert naar kunnen, en consumeert naar behoefte. Toch is het als ideaal zo gek nog niet, zeker als men zich bedenkt dat produceren naar kunnen ook een behoefte vertegenwoordigd.

Gezondheidskostensysteem verandert VS in verzorgingsstaat

Naar aanleiding van Nova, 3 augustus 2009

De keuze voor een ander gezondheidskostensysteem is een keuze voor een ander type samenleving. Het is zogezegd de keuze tussen de verzorgingsstaat  en de nachtwakersstaat. De reden waarom conservatieve, republikeinse media zo fel tegen de hervormingen zijn, is dat zij geen verzorgingsstaat naar West-Europees model willen. Ze schuwen waarschijnlijk de hogere kosten die met de verzorgingsstaat samenhangen.

Een verzorgingsstaat is evenwel niet per definitie beter of slechter dan een nachtwakersstaat. Beiden kunnen “value for money” bieden. Bij een verzorgingsstaat betaal je meer, maar krijg je ook meer.

Of Obama erin slaagt draagvlak te genereren voor zijn hervormingen in de gezondheidszorg, hangt af van de “value” die met de extra “money” weet te genereren. Behulpzaam kunnen wellicht kostenplaatjes zijn, waarin hij laat zien dat ook middenklasse beter af is met het nieuwe systeem. Daarbij moeten de huidige verzekeringskosten worden afgewogen tegen de toekomstige belasting- en premiekosten. Als je dan kunt laten zien, dat de meeste Amerikanen beter af zijn, met het nieuwe systeem, creëer in ieder geval een democratisch draagvlak.

Een gunstig kostenplaatje kun je evenwel alleen waarmaken als er minder aan de strijkstok blijft hangen. Dat betekent dat er minder makkelijk geld te verdienen valt in de gezondheidszorg. Dat heeft als consequentie dat de huidige gezondheidszorgindustrie zich met hand en tand zal verzetten tegen hervormingen.

Hoe onverdraagzaamheid hanteren, als het altijd de ander is, die ermee behept is?

Naar aanleiding van Nova, 30 juli 2009 

Regiseur Lioret vergelijkt migratiestromen met natuurverschijnselen. Hij zegt: “Natuurlijk zijn migratiestromen een probleem. Maar dat is als zeggen dat de regen een probleem is. De regen houd je ook niet tegen.” Dan is toch mijn vraag waarom de illegalen in Calais perse naar Engeland willen. De enige reden die ik kan bedenken, is dat Engeland een toleranter beleid voert dan Frankrijk. Maar als dat zo is, dan zijn de migratiestromen geen natuurverschijnsel en is er weldegelijk iets aan te doen.

Lioret vergelijkt migratie met een enorm lek: “Dat hoos je niet weg met en lepeltje,”  zegt hij. De vergelijking doet sterk denken aan de in Nederland gebruikte uitdrukking ‘dweilen met de kraan open.’ In beide gevallen is sprake van een toestroom die groter is dan met de remedie te  verhelpen is. De uitdrukking ‘dweilen met de kraan’ werd een paar jaar geleden in Nederland als ongepast gekwalificeerd. Het feit dat Lioret vanuit zijn betrokkenheid met de illegalen van Calais tot een soortgelijke vergelijking komt, doet vermoeden dat de diagnose toentertijd toch correct was.

Lioret heeft het over het fascisme dat alles wat anders is, stigmatiseert en buiten de deur wil houden. Dan zegt hij dat het zo al millennia gaat. Dit betekent dat hij ontkent dat fascisme een modern, twintigste-eeuws verschijnsel is. In zijn ogen is de hele geschiedenis fascistisch.

Natuurlijk is onverdraagzaamheid tussen bevolkingsgroepen van alle tijden. Het oude testament staat er bol van.  Ook is onverdraagzaamheid niet de fraaiste menselijke eigenschap. Toch is onverdraagzaamheid, voordat het fascisme, bestond altijd als een min of meer onoverkomelijk, algemeen menselijk fenomeen beschouwd, net zoiets als hebzucht of jaloezie. Sinds het fascisme heeft evenwel onverdraagzaamheid zijn onschuld verloren en mag het in de ogen van velen niet meer bestaan. Eigenlijk hoor je regelmatig zeggen: Wie onverdraagzaam is, is fascistisch. Onverdraagzaamheid en fascisme worden aan elkaar gelijk gesteld. Dat is ook wat Lioret doet.

Wat moeilijk blijkt te zijn, is ons te verplaatsen in de situatie van vóór de  opkomst van het fascisme. Toch is dat nodig, om onbevangen tegen onverdraagzaamheid aan te kijken. Zouden we daartoe in staat zijn, dan zouden we onverdraagzaamheid  kunnen accepteren als een weliswaar niet al te fraai, maar toch menselijk verschijnsel. Door die acceptatie zouden we de ongewenste uitwassen ervan beter kunnen voorkomen. Pas door het verschijnsel te accepteren, wordt het hanteerbaar is. Onverdraagzaamheid is tegenwoordig onhanteerbaar, omdat we het verschijnsel ontkennen.  Tenminste, bij onszelf. Je kunt niet iets hanteren waarvan je het bestaan ontkent.

Een slok op een fundamentalistische borrel

Naar aanleiding van Nova, 17 juli 2009 

Niet alleen de bevolking maar ook de geestelijke top blijkt in Iran tot op het bot verdeeld. Wat Rafsanjani doet, is oproepen tot een gematigder bewind met meer vrijheid, om zo ervoor te zorgen dat de bevolking de islamitische staatsvorm  blijft tolereren. Zou er dan toch zoiets als een gematigde islam bestaan?

Dat de islam niet voor meerdere uileg vatbaar is, heeft arabist Hans Jansen genoegzaam duidelijk gemaakt. De islam blijft een godsdienst om met handschoenen aan te pakken. Van de andere kant zijn moslims gewoon mensen die een menswaardig bestaan willen leiden. Dat schept ook bij hen de behoefte om islamitische voorschriften minder stringent toe te passen, om de soep minder heet te eten, dan ze wordt opgediend.

Dat laatste lijken Mousavi, Rafsanjani en ook Khatami voor te staan. Daarmee verander je wellicht niet de fundamenten van de islam. Het maakt wel dat bevolking minder te lijden heeft onder de voorschriften van de islam. De overgang van een fundamentalistisch naar een gematigd islamitisch regime in Iran zou toch een slok op een borrel schelen.

Consequent cultuurrelativisme

Frans Timmermans stelt begin juli 2009 in de Volkskrant (artikel niet meer kunnen achterhalen) dat er vrouwen zijn die hun gezicht bedekken met boerka of nikab als uiting van trots op hun identiteit. Het uiten van identiteit ziet hij automatisch als een uiting van emancipatie, dus als nastrevenswaardig. Ik vraag me evenwel af om welke identiteit en om welke emancipatie het hier gaat. Ik neem aan dat hij niet de emancipatie als vrouw bedoelt. Het gaat hier eerder om de emancipatie als religie of, algemener gesteld, om de emancipatie van een cultuur waarin die religie voortkomt. Timmermans vindt het dragen gezichtsversluierende kleding emancipatoir, blijkbaar omdat hij het cultuurrelativistische standpunt huldigt dat alle culturen gelijkwaardig zijn.

Hij ontpopt zich bovendien als beschermheer van de multiculturele samenleving, omdat zijn standpunt impliceert dat alle mogelijke culturen binnen het grensgebied van Nederland recht op bescherming hebben. Nu is er allerlei kritiek op het cultuurrelativisme mogelijk, maar als we het cultuurrelativisme voor deze gelegenheid toch voor lief nemen, dan blijkt het zich slecht te verdragen met de idee van de multiculturele samenleving.

Cultuurrelativisme is een vorm van conservatisme (zie het boek van Paul Scheffer). Het zegt: Val een cultuur niet lastig met vreemde elementen, want het tast haar authenticiteit aan. Een cultuur is namelijk een samenhangend, holistisch geheel. Elke invloed van buitenaf, hoe gering ook, heeft vanwege deze holistische samenhang een veel grotere doorwerking dan je op het eerste moment zou verwachten.

Als vreemde culturen nu via hun cultuurdragers naar Nederland komen, dan zou je op basis van het cultuurrelativisme voorspellen dat die culturen hier niet kunnen voortbestaan vanwege een overdaad aan cultuurvreemde invloeden. Een nikab in Nederland is net zoiets als carnaval in Middelburg. Dat voelt gewoon niet prettig aan (zelfs Zeeuwen vinden carnaval in Limburg of Brabant veel leuker dan in de eigen provincie).

Dan nog probeert Timmermans die vreemde cultuur in Nederland in naam van de emancipatie der culturen  in stand te houden. Was een cultuurdraagster in het land van herkomst gewend een nikab te dragen, dan moet dat ook in Nederland kunnen. Desnoods veranderen we Nederland naar het voorbeeld van de cultuur die de nikab heeft voortgebracht, lijkt de consequentie. Maar dan tast je vanwege de holistische samenhang van die uitheemse cultuur, de authenticiteit van de eigen cultuur aan. Het is deze holistische invloed van andere culturen op de Nederlandse samenleving die Timmermans onderschat als hij het dragen van boerka en nikab in Nederland een volstrekt marginale kwestie noemt.

Als je de authenticiteit van andere culturen wenst te beschermen, dan moet je ook bereid zijn de authenticiteit van je eigen cultuur te beschermen. Dan ben je als cultuurrelativist tenminste consequent.

Onder een hoedje spelen

Naar aanleiding van Nova, 25 juni 2009

Om de boodschap van Freek de Jonge los van zijn humor te bezien, kun je het beste naar zijn optredens in talkshows kijken. Dan krijg je louter de boodschap zonder humor. Dan blijkt ook dat die boodschap behoorlijk humorloos is.

Laten we als voorbeeld de aanvaring nemen die De Jonge een aantal maanden geleden had met Peter R. de Vries. In de reportage komt hij daar nog op terug. Hij geeft toe dat het wel wat beredeneerder had gekund, maar hij gaat er wel vanuit dat hij al redenerend tot zijn boodschap was kunnen komen. Maar wat is die boodschap dan? Tijdens de bewuste uitzending van Pauw & Witteman was de boodschap dat De Vries onder een hoedje speelt met crimineel Nederland. De misdrijven die De Vries oplost, zouden enkel geïsoleerde zaken betreffen die de georganiseerde criminaliteit niet raken, maar die vooral dienen om politie en rechtspraak in diskrediet te brengen.

In de Nova reportage werd dat iets van: Niet iedereen kan zomaar op onderzoek uitgaan, want dat ondermijnt het vertrouwen in politie en rechtspraak. De belangrijkste verdachtmaking, namelijk dat De Vries onder een hoedje zou spelen met de georganiseerde criminaliteit, kwam niet meer aan de orde. Wat dan overblijft is dat de overheid niet bekritiseerd mag worden, zelfs niet met feiten die in een rechtszaak als bewijs kunnen dienen. Dat een confrontatie met onwelgevallige feiten louterend kan werken op het juridisch systeem, komt blijkbaar niet bij De Jonge op. Iedereen moet maar blijven geloven dat de overheid het goed doet. Freek de Jonge lijkt hier wel een representant van het DDR systeem, of om een recenter voorbeeld te gebruiken, van de Islamic Republic of Iran.

Conclusie lijkt te zijn dat je om de grappen van De Jonge hartelijk mag lachen, maar dat je zijn moraal toch niet al te serieus hoeft te nemen. Dat was ook jaren geleden zo ongeveer het oordeel van Toon Hermans. De Jonge is typisch iemand die zich al moreel is gaan uiten voordat zijn moraal ontwikkeld was. Inderdaad waarschijnlijk het gevolg van zijn opvoeding in een domineegezin. Daardoor krijgt zijn moraal iets dramatisch, iets onvervulds. Het is een schreeuw om iets dat er niet is.