Het Maankwartier als Hoog Catharijne

Naar aanleiding van De slag om Nederland: Parkstad 2: Maankwartier, 23 april 2012

Het Maankwartier als Hoog Catharijne. Kunstenaar en ontwerper Michel Huisman kwam woorden tekort om deze vergelijking af te wijzen: Als je met je vrouw naar bed gaat, is dat toch ook niet hetzelfde als naar de hoeren gaan. Dat klopt natuurlijk, maar ik snap de vergelijking met Hoog Catharijne ook wel: een enorm complex rond het station zodat je de stad niet verder in hoeft. Een afwerkplek voor kooppubliek dus. Lees verder “Het Maankwartier als Hoog Catharijne”

kans op onherstelbare gehoorbeschadiging door te hoge geluidsniveaus bij openbare gelegenheden

Ingediend op 6 november 2011

Geachte raadsgriffier van Maastricht,

Inleiding

In dit schrijven wil ik mijn zorgen uiten over het feit, dat het geluidsniveau bij openbare gelegenheden dusdanig hoog kan zijn, dat dit leidt tot onherstelbare gehoorbeschadiging. Mijn focus is dus gehoorbeschadiging bij het publiek en niet geluidsoverlast van omwonenden. Lees verder “kans op onherstelbare gehoorbeschadiging door te hoge geluidsniveaus bij openbare gelegenheden”

Eigen partij oprichten of blanco stemmen

Naar aanleiding van Buitenhof, 3 januari 2010 

Dualisme of niet, mijn probleem is dat geen politieke partij de politieke keuzes vertegenwoordigt die ik gewenst acht. Op nationaal niveau is er bijvoorbeeld geen linksige partij die de problematiek rond de multiculturele samenleving voldoende serieus neemt. Maar ook op gemeentelijk niveau zie ik geen partij die mijn standpunten vertegenwoordigd. Als inwoner van Maastricht heb ik ondermeer de volgende standpunten: Lees verder “Eigen partij oprichten of blanco stemmen”

Experiment goed genoeg voor burgers maar niet voor politici

Femke Halsema denkt erover haar kinderen naar een meer “witte” school over te plaatsen met als argument: “Ik zet kinderen niet op school als sociaal experiment.” Wouter Bos heeft zijn kinderen al naar een “witte” school verplaatst (zie reactie 14). In zekere zin komt dit begrijpelijk over. Voor je kinderen wil je immers het beste. Maar deze politici zijn wel leiders van politieke partijen, die de Nederlandse samenleving tientallen jaren hebben onderworpen aan het bedoelde sociale experiment. Betekent dit dat het sociale experiment met immigratie en islam goed genoeg is voor de gewone burgers, maar niet voor de elite die zich opwerpt deze burgers te leiden?

Trouwens,Femke Halsema zegt in De Pers dat ze als feministe moeite heeft met de hoofddoek. Dat is toch net weer iets anders, dan dat het er privé moeilijk mee heeft. Vraag is dan, of Femke Halsema de feministe los staat van Femke Halsema de GroenLinkser. Ik denk van niet.

Over lange lontjes, idealisme en eigenbelang

Naar aanleiding van Nova, 7 augustus 2009 

Waarom staan bij een verjaardagsfuif voldoende schalen met chips en nootjes op tafel, en worden deze tijdig bijgevuld? Dat gebeurd om het leuk te houden. Voldoende voedsel en drank op feestjes, zorgt ervoor dat er geen concurrentie om voedsel en drank ontstaat. Jij een biertje; ik net zo goed een biertje. Op die manier komen mensen makkelijker tot elkaar. De lontjes worden zogezegd langer.

Ook als door de gasten betaald moet worden, treedt dit verschijnsel op. Waarom nemen mensen voordat ze een feest bezoeken een goed gevulde beurs waaruit makkelijk gespendeerd wordt mee? Dat gebeurd om het vooral gezellig te houden. Ik een biertje, jij net zo goed een biertje. Geen gedoe met korte lontjes, gewoon iedereen zijn zin.

Goede bedoelingen kunnen evenwel ook uit de hand lopen. In de jaren 70 was het vrij normaal was dat de rondjes je om de oren vlogen. Het was heel gebruikelijk om iemand met een driekwart gevuld glas in de hand, te vragen of ie nog eentje lustte. Wie niet oppaste had zo drie nog niet geleegde glazen naast zich staan. Zo ontaarde gulheid om competitie te voorkomen in een competitie om wie het gulste is.

En hoe zat dat dan op Woodstock? Ik veronderstel dat de catering aldaar, voor zover aanwezig, al snel uit zijn voegen was gebarsten. Misschien had menigeen een picknickmand meegenomen en werd uit die picknickmanden ook veel gedeeld,  Delen is immers gebruikelijk bij feesten. Delen verhoogt ook de sociale status. Zeker als je iets te delen hebt waarover anderen niet beschikken.

Maar hoe zit dat dan met die idealen op Woodstock?

Een juiste constatering in de reportage was dat uit de dienstplichtige Woodstockgeneratie, de soldaten voor de oorlog in Vietnam gerekruteerd werden. In die zin was Vietnam voor hen geen ver-van-mijn-bed-show. Aan het ideaal van “no war” zat dikwijls een  direct eigenbelang vast. En wat is nu lonender dan je eigen belang als algemeen belang te presenteren. Dan snijdt het mes aan twee kanten. Je sociale aanzien stijgt omdat je het opneemt voor het algemeen belang, terwijl je in feite andere mensen mobiliseert om jouw persoonlijk belang te dienen.

Wat betreft de vrije seksuele moraal, leefde bij de Woodstockgeneratie de gedachte dat het seksuele genot van de een, niet ten koste hoefde te gaan van dat van de ander. Seks was immers niet meer gebonden aan het huwelijk, en daardoor een vrij beschikbaar goed geworden. Het enige dat nodig was om dit te bereiken, was dat jaloezie uitgebannen zou worden. Wie toch jaloezie voelde, had het gewoon nog niet begrepen …, niet begrepen dat het met seks niet anders is dan met bier: Waarom toch een kort lontje? Er is toch genoeg!

Cannabis voor fijnproevers

Naar aanleiding van Nova, 4 juli 2009

 

 

Een hoog thc-gehalte is niet het probleem. Het heeft zelfs als voordeel dat de gebruiker minder rotzooi in verhouding tot de hoeveelheid werkzame stof binnenkrijgt. Het probleem met nederwiet is dat er veel mee geklungeld wordt. Daardoor heeft nederwiet allerlei merkwaardige bijwerkingen die niet des cannabis zijn.

 

Goede cannabis geeft een roes die zich licht (high) aanvoelt; die de waarneming intensiveert; die een versterkte associatiestroom teweegbrengt; die ontspant; die pijntjes doet verdwijnen; die in samenzijn met andere gebruikers kan leiden tot lachbuien; die de eetlust versterkt; en die tegen het einde van de roes slaperig maakt. Als het goed is ontwaakt de gebruiker de volgende ochtend uitgerust en nuchter.

 

Lang niet alle cannabis heeft evenwel deze ideale combinatie van effecten, en zelfs als cannabis van perfecte kwaliteit regelmatig wordt gebruikt, zwakt het gewenste effect na verloop van tijd af. Veelvuldig gebruik leidt eigenlijk tot een herhaling van dezelfde roes, omdat de associatiestroom nog onvoldoende gevoed is met nieuwe ervaringen. Cannabisgebruik ontslaat de gebruiker dus niet een leven te leiden.

 

Dan heb je het effect dat de gebruiker niet high maar stoned wordt. De roes komt dan zwaar over. In dat geval wordt de gebruiker meestal introvert en functioneert in sociaal opzicht zwakker dan normaal. Vroeger, voor de tijd van de nederwiet, werd gezegd dat je van weed meer high en van hash meer stoned werd. Kort geleden heb ik een regelmatige gebruiker evenwel horen beweren dat hij van hash meer high wordt dan van nederwiet.

 

Zoals gezegd kan met nederwiet van alles mis zijn. Al naar gelang de productiewijze kan nederwiet allerlei bijwerkingen vertonen. De gebruiker kan er speedy van worden; kan er hartkloppingen van krijgen; kan er verward en besluiteloos van worden; kan er een zeurderige stonedheid aan overhouden die ook nog na dagen kan opspelen; kan er zich beroerd en gammel van gaan voelen. Van de Donk heeft dus ongelijk als hij een superieure kwaliteit van nederwiet verondersteld..

 

Als ik dan in de reportage zie met hoeveel zorg mediwiet wordt gekweekt, dan ben ik zondermeer voorstander van productie onder overheidstoezicht. Min of meer besloten clubs van cannabisgebruikers lijkt me ook een goed idee. Dan pas komt de nadruk meer op echte kwaliteit en niet enkel op het thc-gehalte te liggen. Goede wijn of whisky beoordeel je toch ook niet enkel op basis van het alcoholpercentage. Net zoals de roes van alcoholische drank niet enkel afhangt van de alcohol maar ook van ondersteunende stoffen, zo zijn er in cannabis naast thc wel 60 andere stoffen actief, die mede het voor die canabis typerende effect bepalen. Wellicht dat in die min of meer besloten clubs cannabis weer iets voor fijnproevers worden. Maar zoals whiskey gewoon 40% en niet 20% alcohol dient te bevat, zo moet je niet gaan proberen het thc-gehalte kunstmatig te verlagen. Trouwens die vaporisator die in de reportage getoond werd, zag er degelijk uit.

Verdorpen als stedenbouwkundige strategie

Krimp is geen ramp, maar een zegen. Het betekent dat de aanwezige middelen verdeeld kunnen worden onder minder mensen. Als je krimp evenwel gaat bestrijden, dan wordt het een ramp. Politici ervaren het als een ramp omdat een kleinere gemeente hen minder belangrijk maakt.

Wat je moet doen is meebewegen en er de voordelen van inzien: De lelijkste woningen kunnen worden afgebroken. Er komt weer ruimte voor natuur. Files nemen af. Waar vroeger de dorpen verstedelijkten, zullen nu steden verdorpen. Met de huidige vervoers- en internetmogelijkheden, moet daar goed mee te leven zijn. Kwestie van je erop instellen.

Overigens bestaat er ook nog zoiets als marktwerking. Naarmate het prijsverschil tussen woningen in de Randstad en in de rest van het land groter wordt, zullen mensen toch weer gaan kiezen voor de rest van het land. Misschien is het over 10 jaar wel heel trendy om al thuiswerkend een ruim huis met grote tuin buiten de Randstad te bewonen.

Ik begrijp best wel, dat krimp zo zijn problemen heeft, maar er zijn ook economische voordelen aan te wijzen. De taart kan over minder mensen verdeeld worden. Bijvoorbeeld: Als een bestaande woningvoorraad minder mensen hoeft te huisvesten, dan is er, gemiddeld genomen, meer woonruimte per persoon beschikbaar. Dat is dus gewoonweg een zegen.

Bijzonder onderwijs als cultureel erfgoed

Naar aanleiding van Nova, 9 juni 2009 

Ik heb eens een lezing bijgewoond van een Vlaamse filosofieprofessor – ik ben zijn naam kwijt. Vanuit een conservatieve invalshoek had hij een oplossing over hoe om te gaan met bijzonder onderwijs in een christelijke edoch islamiserende samenleving. Zijn uitgangspunt was dat christenen vanuit de geschiedenis een voorrecht hebben verworven omdat zij er in belangrijke mate aan hebben bijgedragen het onderwijs van de grond te trekken.

Bij het katholieke volksdeel is bijvoorbeeld te zien dat veel scholen zijn ontstaan door toedoen van kloostergemeenschappen. Ik heb bijvoorbeeld nog op een kleuterschool gezeten, waar de onderwijzeressen zusters waren in habijt. Ook op de middelbare school was de rector nog een broeder evenals verschillende leraren. Dat kloosters zich met onderwijs bemoeiden gaat terug tot de diepe middeleeuwen. De geschiedenis van het onderwijs binnen het protestantisme ken ik niet zo goed, maar ik neem aan dat men daar ook vanuit het geloof onderwijs opzette. Dit speelde zich allemaal af voor de tijd dat de overheid het onderwijs financierde. Volgens de Vlaamse filosoof rechtvaardigde deze ontstaansgeschiedenis het recht op bijzonder onderwijs voor christenen. Vanuit die gedachte doorredenerend hoef aan moslims in Nederland evenwel niet het recht aan bijzonder onderwijs verleend te worden.

De vraag is nu: Hoe rechtvaardig je zo’n gedachtegang in een wet? Mijn oplossing zou de volgende zijn: Omdat de overheid tegenwoordig het onderwijs geheel financiert, is het niet meer nodig om naast openbare scholen het recht toe te kennen nieuwe bijzondere scholen op te richten. De mogelijkheid om bijzondere scholen op te richten, kan dus uit de wet geschrapt worden. De bestaande bijzondere scholen kunnen evenwel blijven voortbestaan, natuurlijk mits ze voldoen aan de gestelde eisen. Bijzondere scholen worden zo een soort cultureel erfgoed, en het is aan de gemeenschappen die deze scholen vertegenwoordigen om dat erfgoed al dan niet in stand te houden. Onder dezelfde noemer kun je ook de bestaande islamitische scholen laten voortbestaan. Omdat dat er in aantal niet zoveel zijn, blijft het voor de overheid mogelijk om daar goed toezicht op te houden. Op deze manier kan de toekomst zijn weg vinden, zonder dat het verleden wordt ontkent.

Escalating commitment (2)

Naar aanleiding van Nova, 4 juni 2009 

Mijn indruk is dat de risico’s van de boren onder de binnenstad en de baten bij de alleen de noordlijn wel erg laag worden ingeschat. Je moet maar durven te stellen dat er geen technische, maar enkel organisatorisch problemen zijn. Bovendien vraag ik me af of de bewoners van Noord het wel eens zijn met het oordeel van de commissie dat de keuze voor alleen de noordlijn slechts een erg dure tunnel onder het IJ betreft, die verder weinig impuls aan de stad geeft. Mochten deze inschattingen niet kloppen, dan zijn de uitkomsten van het rapport sowieso onbetrouwbaar.

Maar ook als we ervan uitgaan dat op de kosten-baten analyse van Veerman niets is af te dingen, dan nog presenteert hij de gegevens op een manier die burgers en bestuurders volop in de val van “escalating commitment” doet trappen. “Escalating commitment” betekent dat naarmate men financieel meer geïnverteerd heeft, het moeilijker wordt om een mislukking toe te geven, en  dat men daarom bereid is keer op keer opnieuw gigantische kostenoverschrijdingen aan te gaan (zie ook mijn reactie op de Nova-reportage “Noord-zuidlijn: kosten en baten” van 21 mei). Veerman legt in zijn rapport, maar ook in de media namelijk een grote nadruk op kosten die al gemaakt zijn, en het gevoel van verlies dat daarmee samenhangt. Hij beaamd: Als we nu stoppen is het weggegooid geld. Het betekent een gevoel van “het is allemaal voor niets geweest”. In het rapport blaast hij het gevoel van verlies nog eens op tot gigantische proporties:

“Het stilleggen van de aanleg van de Noord/Zuidlijn zou in de visie van velen en ookin de visie van de Commissie een nederlaag betekenen voor de stad Amsterdam, deNederlandse samenleving, de Nederlandse civiele techniek en waterbouw en eenzware slag toebrengen aan het gezag en prestige dat Nederland heeft om groteinfrastructurele en waterbouwkundige projecten te realiseren.”

Als we de werkelijke keuzemogelijkheid evenwel puur rationeel beschouwen en kosten die toch al gemaakt zijn en waar niets aan te doen valt (sunk costs) buiten beschouwing laten dan komen we louter op cijfers van de commisie Veerman tot de volgende kosten- en batenanalyse:

Bij “stoppen” is het verlies 0,6 miljard

Bij “alleen noordlijn” is het verlies 0,79 à 0,89 miljard

Bij “doorgaan” is het verlies 1  à 0 miljard

Ook volgens de berekeningen van de commissie Veerman kan het dus zo zijn dat we met “doorgaan” per saldo slechter af zijn, dan bij “stoppen” of met “alleen noordlijn”. Zo duidelijk is die keuze voor “doorgaan” dus helemaal niet. Het is niet waar dat op puur bedrijfseconomische gronden een verlies van 1 à 0 miljard te prefereren is boven een zeker verlies van 0,6 mld. of een verlies van 0,79 à 0,89 mld. Dat hangt van de verdere bedrijfseconomische situatie af, en daar gaat de commissie Veerman niet over. Door toch een duidelijke voorkeur uit te spreken voor “doorgaan” en door sterk te spelen op het sentiment dat samenhangt met verlies nemen, manipuleert Veerman de uitkomst en communiceert hij niet eerlijk naar bevolking en bestuurders toe. Hij doet dus niet wat hij adviseert.

Fight for your right to party

Naar aanleiding van Nova, 25 mei 2009 

Het recht om helemaal los te gaan wordt tegenwoordig wel heel letterlijk genomen. You’ve got to fight for your right to party. In het weekend worden alle remmen losgegooid. Als ongeleid projectiel ontdekt men de volwassenheid. Alsof bij alcohol en drugs ontoerekeningsvatbaarheid als excuus geldt. Daarbij maakt het uit wat er zoal naar binnengewerkt is.

Alcohol kan tot agressiviteit leiden, maar het is meestal een omslachtige van veraf te herkennen vorm van agressiviteit, die gelardeerd wordt met het nodige verbale spektakel. Een dronken vechtersbaas zoekt in feite naar consensus. Vaak herhaalt deze de vraag of je ruzie wil. Je hoeft eigenlijk alleen maar nee te antwoorden, en daarnaar te handelen, om je aan diens geweld te onttrekken.

Het gebruik van hennepachtigen leidt tot weinig agressiviteit. Fransoosjes die met hun Peugeot 205jes naar Maastricht komen om de plaatselijke coffeeshops te bezoeken, leveren nauwelijks overlast op. Ze zijn juist opvallend rustig. Ze praten op fluistertoon met elkaar en hun gympies hoor je ook al niet. Ze zijn al tevreden als je zonder te reageren aan hen voorbijloopt.

Onberekenbaar wordt het feestgeweld als pilletjes (amfetaminen en/of xtc-achtigen) in het spel zijn. Die geven vaak behalve een tomeloze energie ook een versnelde hersenactiviteit. Prikkels jagen dan met een dermate hoge snelheid door de hersenen, dat gedragsimpulsen nauwelijks nog in te schatten zijn, niet door de persoon in kwestie, maar ook niet door een buitenstaander. Loopt er zo iemand rond, dan kun je maar beter geen aandacht trekken en zoveel mogelijk uit de buurt blijven. Bij het gebruik van pilletjes, werkt alcohol trouwens niet dempend maar juist versterkend. Omdat alcohol ontremd, blijft er nog maar weinig over dat uitvoering van impulsen belet.

Het gebruik van alcohol en pilletjes in combinatie met het excuus van ontoerekeningsvatbaarheid, leiden ertoe dat overmachtsituaties ten aanzien van overheiddienders gemakkelijk uitgebuit worden. Blijkbaar is men daarbij nuchter genoeg om de geringe pakkans naar behoren in te schatten.

Escalating commitment

Naar aanleiding van Nova, 21 mei 2009 

Wat zijn de Amsterdammers stil? Is het stilte voor de storm of zouden ze echt zitten te wachten op her verlossende woord van commissie Veerman? Nou, daar heb ik niet veel vertrouwen in. Met zijn plan voor veel te hoge dijken, heeft hij al laten zien niet vies te zijn van mega-infrastructurele projecten. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom juist hij tot commissievoorzitter benoemd is.

In vaktermen heet het probleem waar Amsterdam mee zit ‘escalating commitment’: Naarmate men financieel meer geïnverteerd heeft, wordt het moeilijker om een mislukking toe te geven, en is men bereid  keer op keer opnieuw gigantische kostenoverschrijdingen aan te gaan. Rationeler zou zijn om het verlies te nemen (sunk costs), en overnieuw te kiezen wat het beste is om te doen op basis van de dan ontstane situatie.

Ik heb begrepen dat er mogelijkheden zijn om in ieder geval de tot nu toe gemaakte investeringen adequaat te benutten. Het noordelijke deel van het traject tot Centraal Station is namelijk ook nuttig zonder dat de lijn verder naar het zuiden doorgetrokken wordt.

Frank Bruinsma en Victor van Lamoen weten overigens de mogelijke baten van de Noord-Zuidlijn heel aannemelijk te relativeren.

Gaat wet gaat boven natuurwet?

Naar aanleiding van Nova, 20 mei 2009

Een schamel onderkomen binnen de normen die de gemeente Amsterdam zeven jaar eerder geformuleerd heeft, dat lukt net. Maar een volwaardig huis met de daarvoor beschikbare materialen, dat lukt zelfs gespecialiseerde architecten- en ingenieursbureaus niet. Natuurwetten laten zich nu eenmaal niet dwingen.

Wethouder Van de Poelgeest staat echter boven de natuurwet. 1,50 meter of 1,51 meter wat maakt het uit. De gemeente moet gewoon ergens een grens trekken en die is gesteld op 1,50 meter. Om daar nu aan te gaan tornen. Volgens hem heeft zo’n norm blijkbaar niks met natuurkunde te maken.

Ook projectleidster Marlene Rienstra had blijkbaar op de middelbare school geen natuurkunde in haar pakket. Wat ze doet, is vooral schaapachtig bevestigen wat de wethouder te berde brengt. Nee, niet bij de gemeente hadden ze niet goed nagedacht toen ze de norm vaststelden. Het zijn juist de huizenbouwers die niet goed hebben nagedacht, toen het hun maar niet wilde lukken om binnen de norm te blijven.

Waarschijnlijk is het Archimedes die niet goed heeft nagedacht toen hij zijn wet formuleerde. Hij had toch gewoon kunnen zeggen dat de opwaartse kracht die een lichaam in een vloeistof of gas ondervindt, groter is als het gewicht van de verplaatste vloeistof of gas. Probleem opgelost.

Herontdek de historische stad

De ideale stad bestaat al. Dat is de historische stad. Dat is een biotoop waar mensen zich in thuis voelen. Eigenlijk gaat het erom de principes van de historische stad steeds opnieuw vorm te geven. Het wiel moet dus keer op keer uitgevonden worden.

Nederland heeft veel historische steden. De stad waar ik woon, Maastricht, is er een van. Ik gebruik Maastricht als voorbeeld van wat er goed en fout kan gaan.

Geen groots totaalplan

De laatste jaren wordt er veel vertimmerd aan de binnenstad, alsof Maastricht een oud pand is dat in zijn geheel verbouwd wordt volgens de inzichten anno 2005. Het nadeel hiervan is dat je een totaalplan over de stad laat razen. Nu lijkt het nog bij de tijd, maar over 10 jaar vraagt het om een nieuw totaalplan volgens de dan heersende inzichten. De fout die gemaakt is, is dat gezondigd is tegen het principe van de historische stad die min of meer organisch, stukje bij beetje aangroeit. Dat proces kun je stedenbouwkundig simuleren de stad te ontwikkelen via meerdere kleine projecten die onafhankelijk van elkaar staan, met voldoende leertijd ertussen om nieuwe inzichten te laten doordringen en zo de verscheidenheid in stand te houden.

Niet ondertunnelen maar onderbruggen

Hoe de verkeersstromen door en langs de stad te leiden is een majeur probleem voor elke stad.

Lange ondergrondse tunnels blijken steeds weer technische problemen op te leveren. Waar ik op wil wijzen is dat ondertunneling ook tot stedenbouwkundige rigiditeiten leidt. Even een beetje anders, leidt in de toekomst steeds weer tot grote ingrepen. In Maastricht wil men de A2 ondertunnelen. Die oplossing wordt veel minder fraai als wordt voorgespiegeld. Beter is om de Luikse methode van ongelijkvloerse kruisingen opnieuw uit te vinden. Belangrijk is dat men zich afvraagt hoeveel meter weg ondertunnelt kan worden voordat er hele luchtafvoersystemen toegepast moeten worden. Dat zijn waarschijnlijk zo’n 200 meter. Wat men kan doen is de hoofdwegen zoveel mogelijk verdiept aanleggen en deze in ruime mate overbruggen met bruggen tot 200 meter breed. Geluidshinder wordt gereduceerd. De stad wordt leefbaar en bereikbaar. Het verkeer zit de stad niet in de weg op relatief eenvoudige, en daarom elegante manier.

Fietsroutes de stad in en uit

Binnen de stad moet je prettig kunnen fietsen. Mijn ervaring daarbij is dat het niet fijn is om langs grote verkeersslagaders te fietsen, ook al zijn deze voorzien van riante fietspaden. Van de andere kant is het ook niet mogelijk een fietsroute systeem te maken dat enkel voor fietsen bestemd is. Stedenbouw is nu eenmaal woekeren met de ruimte. Een oplossing is om fietsroutes te laten lopen door woonwijken over wegen waar enkel plaatselijk autoverkeer mogelijk is. Belangrijk is dat het om doorgaande routen gaat. Belangrijk is dus voorzieningen te treffen van hoe bijvoorbeeld de ringweg overgestoken kan worden. Ook dient de binnenstad met de fiets doorkruisbaar te zijn. In Maastricht is daar geen rekening mee gehouden door de hele binnenstad te voorzien van kinderkopjes, die bepaald niet fietsvriendelijk zijn. Ook is niet erover nagedacht hoe fietsers het voetgangersdomein kunnen oversteken. Zoals in veel steden worden fietsers geacht om het voetgangersdomein heen te rijden. Waar er fietsroutes zijn van de wijken naar de binnenstad, daar is het een kleine moeite om die fietsroutes door te trekken naar de natuur om de stad. Maastricht heeft voldoende mooie natuur om zich heen om via prettige fietspaden te ontsluiten.

De wijk als dorp uitgekristalliseerd

In Maastricht zijn voormalige dorpen in de loop der tijd opgeslokt door de stad. Dat zal ook in andere steden geen onbekend verschijnsel zijn. Wat nu opvalt is dat wijken die uit voormalige dorpen zijn ontstaan meer sociale samenhang vertonen dan wijken die uit het niets uit de grond gestampt zijn. De oplossing zou dus zijn de herontdekking van het dorp op wijkniveau. Die oplossing is voor een deel architectonisch van aard, waarmee niet bedoeld is een terugkeer naar boerenbouwstijlen. Wat een dorp karakteristiek maakt is dat toevalligheden ooit zomaar hebben kunnen plaatsvinden, Een dorp is daarom zoals het is. Je zou dat toeval moeten opnieuw moeten creëren, om er vervolgens omheen te kristalliseren. Enkele goede gebouwen, goed gesitueerd ten opzichte van elkaar als kristallisatiepunt. Daarnaast is belangrijk dat de wijk net als het dorp een functioneel geheel vormt. Allerlei voorzieningen dienen op wijkniveau voorhanden te zijn, min of meer op of rond het kristallisatiepunt.

‘Ruïneren’ als ruwe variant van restaureren

Naar aanleiding van Nova, 2 mei 2009 

Dat kunst het antwoord moeten zijn voor Detroit,  is natuurlijk te simpel gesteld Zo’n piramide is natuurlijk wel leuk. Maar van kunst een bestaan opbouwen is geen sinecure. Naast kunstenaarschap kan ondernemerschap niet ontbeerd worden.

Als je vraagt hoe je waarde kunt toevoegen aan een vervallen stad, dan vraag je eigenlijk: hoe zo’n stad opnieuw een economisch bestaan te geven. Economie dat gaat over waarde genereren. Als die economie evenwel geheel buiten de bestaande economie van brood verdienen om moet bestaan, dan is dat een overtrokken doelstelling. Dan is het niet haalbaar.

Je zou een aanbod moeten hebben voor mensen met weinig geld, maar die wel de inzet en de creativiteit hebben om op basis van eigen werkzaamheid hun eigen woon- en werkomgeving te creëren. Rechten en plichten  van deelnemers dien je vast te leggen in een contract.

Me beperkend tot de architectonische kant van de zaak, en met een knipoog naar de kredietcrisis zou je het proces “ruïneren” kunnen noemen. Eigenlijk is ruïneren een ruwe variant van restaureren.

Wat ik bedoel, is dat je de fabrieken en gebouwen die in verval zijn, stript tot wat nog de moeite waard is. Bij ruïneren onder invloed van de natuurkrachten, vervallen eerst de zwakke delen. Nu ruïneer je de gebouwen door slechte delen systematisch te verwijderen Dat doe je op basis van een bouwtechnisch en architectonisch oordeel. Wat de moeite waard is, laat in zijn ruwe vorm intact. Vervolgens gebruik je het overblijfsel dat dan ontstaat als basis voor een nieuwe invulling van het gebouw. Omdat het om enorme gebouwen gaat hoeft die invulling niet in een keer te gebeuren. Ook is het niet de bedoeling dat de toekomstige gebruikers van het gebouw een kant en klaar pand afgeleverd krijgen. In overleg wordt de gewenste ruimte afbakent, je krijgt je eigen elektriciteit, water en afvoer en verder ga je zelf aan de slag.

Geleidelijk aan krijgt zo’n gebouwencomplex dan een nieuwe invulling. Iets vergelijkbaars kun je ook doen met zwaar verpauperde wijken.

Koninginnedag 2009

Naar aanleiding van Nova, 30 april 2009 

Er zou iets met een auto gebeurd zijn bij het feest met de koningin in Apeldoorn.

Op internet had ik het filmpje al snel te pakken. Daar zag ik een zwarte reeds gehavende auto in één straal tegen een hekwerk aanknallen. Blijkbaar was de chauffeur niet meer met chaufferen bezig. Geen poging tot remmen. Geen poging tot sturen. Ook niet in de richting van de buscabriolet waarin zich de koninklijke familie bevond. Alvorens plaats te nemen bleef Willem-Alexander het tafereel aanschouwen in een ontspannen pose.

Bij het journaal en bij Nova heb ik dat filmpje niet meer terug gezien.

De ruimschoots aanwezige agenten stormden vooral op de auto af. De omver gekegelde toeschouwers werden even overgelaten aan hun naasten. Er was toen sprake van twee doden.

De zon scheen. Het weer was vrolijk. Internet uitgezet.

De vrijmarkt in het stadspark ging gewoon door. Waar komt die gewoonte toch vandaan om op onze nationale feestdag alle troep die in huis te vinden is, ten toon te spreiden en te koop aan te bieden?

Nog een boek gekocht. “Uw hond opvoeden zonder training”van ene Erik Sannen. Niet dat ik een hond heb. Ook niet van plan er een te kopen. Het boek is in 2005 nog herdrukt. De nieuwste opvoedkundige inzichten  moeten er dus in staan. Als die er tenminste zijn.

Bij het poppodium zaten allemaal mensen die mijn vroegere stamkroeg trouw waren gebleven, zelfs nadat het café van eigenaar was veranderd. Ik voegde me bij hen. Lurkend aan wat wijn uit een beker, leken alle bezoekers van dit ‘Heineken Queensday’-evenement ps uit hun wintrslaap ontwaakt te zijn. Sloffig en stoffig zagen ze eruit. Nog bleek in het gezicht ondanks de vele zon afgelopen april. De dresscode leek wel vaal en versleten te zijn.

De zon scheen heerlijk.

Als leden van het Koninklijk Huis geraakt zouden zijn, dan zou dat een drama zijn geweest, zei Michiel Zonnevylle, voorzitter van de Oranje Bond in Nova. Alsof vijf niet-koninklijke  doden geen drama is.

Knibbel knabbel knuisje, wie knabbelt daar aan mijn huisje?

Naar aanleiding van Nova, 29 april 2009 

Dat mensen genoodzaakt zijn hun huis te verkopen omdat hun WW-uitkering stopt, en ze niet in aanmerking komen voor bijstand. Dat zal komende tijd nog vaak gebeuren.

Een oplossing die de ronde doet is dat woningbouwverenigingen deze huizen opkopen, om ze vervolgens aan de voormalige eigenaren te verhuren. Voordeel is dat men in ieder geval voorlopig, in het huis blijven wonen. Ook kan men het huis terugkopen, als de situatie tijdig verbeterd.

Het  kan evenwel zo zijn dat ook de gevraagde huurprijs op den duur niet opgebracht kan worden. Men woont gezien het huidige inkomen zogezegd boven zijn stand. In dat geval is verhuizing naar een eenvoudiger huis op den duur onvermijdelijk. De regeling is vooral geschikt voor niet al te riante woningen, waarvoor niet al te veel huur voor gevraagd wordt.

Het vermogen van de voormalige eigenaren kan berekend worden door de overblijvende hypotheekschulden van het  uit verkoop ontvangen bedrag af te trekken. Omdat woningbouwverengingen tegen heersende marktprijzen kopen, kan het echter zo zijn dat het door verkoop verkregen bedrag kleiner is dan de overgebleven hypotheekschuld. In dat geval heeft men dus een negatief vermogen en komt men in aanmerking voor bijstand. Door die bijstand is men beter in staat de hypotheek te blijven aflossen.

De hele constructie is gebaseerd op de gedachte dat woningbouwverenigingen altijd bereid zijn, huizen tegen de heersende marktprijs te kopen. Door de huizen te kopen nemen ze evenwel het risico van prijsdalingen op de huizenmarkt op zich. De vraag is of ze dat wel willen doen op en moment dat de huizenprijzen erg hoog zijn en de economische vooruitzichten onzeker zijn.

Waarom is het schilderij ‘De bocht van de Herengracht’ van Gerrit Berckheyde mooi?

Naar aanleiding van Nova, 17 april, 2009

Er zijn twee elementen die ik kan traceren.

Om te beginnen is het een ‘hoorbaar’ schilderij. Je hoort als het ware de echo van de paardenhoeven, het geroezemoes van keuvelende mensen, de roeispanen in het water, af en toe het geluid van het laden en lossen van de vrachtboten. De vraag is hoe dit effect wordt bewerkstelligd. Ik denk niet enkel door middel van de genoemde geluidmakende elementen, maar in samenhang met de ruimte van de straat waarin deze geluiden plaatsvinden. Je ziet bij wijze van spreken de echo in de ruimte tussen de gebouwen weerkaatsen.

Het tweede element dat het schilderij mooi maakt, is dat het hier om toentertijd betrekkelijk nieuwe panden gaat. Ook de bestrating ziet er nog nieuw uit. Nieuwbouw zou je tegenwoordig zeggen. Je kunt je voorstellen dat de gracht met zijn panden die mooie lentedag voor het eerst voor de beleving ontdekt werd. Dat wat moeizaam uit de grond gestampt is, krijgt die dag pas de vanzelfsprekendheid van dat het er gewoon is. Een beleving van nieuw, die meer dan driehonderd jaar oud is.

P.S.

Ik wil opmerken dat het schilderij dat via de website te zien is, niet het schilderij is dat in de reportage te zien is. Het schilderij op de website vertoont de bocht van de Herengracht als deze voltooid is, terwijl op het schilderij in de reportage diverse panden er nog niet staan. Blijkbaar heeft Berckheyde de bocht van de Herengracht twee keer geschilderd. Mijn eerdere beschrijving van het schilderij is gebaseerd op het schilderij dat op de website is vertoond. Ik heb daarbij doorgeklikt naar geheugenvannederland.nl om de afbeelding te kunnen vergroten.

Nieuwe technieken die grote infrastructurele werken overbodig maken

Naar aanleiding van Nova, 11 april 2009 

Voor ondernemende studenten lijkt Senegal een paradijs. Alle problemen moeten daar nog zo ongeveer opgelost worden. Een soort Simcity, maar dan in het echt. Of het ontwikkelingsproject gaat slagen, is echter nog maar de vraag. Het is niet het eerste ontwikkelingsproject dat met veel enthousiasme wordt opgestart. De kans dat diverse wielen opnieuw uitgevonden gaan worden, is groot.

Wat Afrika uiteindelijk uit het moeras zal trekken, zijn nieuwe technieken die grote infrastructurele werken overbodig maken. Die technieken laten ten dele nog op zich wachten. Mobiele telefonie en ICT zijn daar een voorloper van, kleinschalige energieopwekking en –opslag (bijvoorbeeld als waterstof) een noodzakelijk vervolg. Problemen kunnen dan beter plaatselijk – bijvoorbeeld op dorpsniveau – worden opgelost. Die nieuwe technieken moeten dan wel handhaafbaar zijn. In het verleden raakten waterpompen e.d. dikwijls in onbruik omdat ze niet gerepareerd konden worden. Als het niet de kennis was die ontbrak, dan waren het wel de onderdelen. Dat kan met zonnecollectoren natuurlijk ook gebeuren.

Resultaat van het project mag niet zijn dat vluchtelingen in plaats van per boot naar Spanje, per vliegtuig naar Nederland komen. Als er studentenuitwisselingsprogramma’s ontstaan, is die kans niet denkbeeldig. Waar één schaap over de dam is, volgen er meer. Spanje houdt zich overigens niet voor niks afzijdig. Zij zouden de eerst aangewezenen zijn om terplekke een ontwikkelingsproject op te zetten.