Filosofische discussie of boerenbedrog?

Naar aanleiding van Filosofisch kwintet 8 juli 2012

Bij de vraag: “wat is beeldvorming, wat is werkelijkheid?” dienen we volgens Clairy Polak te denken “aan de veelgehoorde klacht dat Poolse vrachtwagenchauffeurs of bouwvakkers ons werk inpikken, of dat wij moeten bezuinigen om de Grieken en Spanjaarden te redden.” Het dedain waarmee Polak deze woorden uitsprak, zegt meer dan genoeg of de richting van waaruit de wind in deze uitzending waait. Lees verder “Filosofische discussie of boerenbedrog?”

Met “lekker puh” neem je de PVV de wind niet uit de zeilen

Dagenlang leefde het land in een opgewekte roes van wittebrooddagen. Dit vanwege het wandelgangenakkoord. Na anderhalf jaar lijken we verlost van de PVV. Belangrijker evenwel lijkt mij dat D66 en vooral GroenLinks zich bevrijdt hebben van de PvdA, met wie het moeilijk onderhandelen is. Bij Pauw en Witteman van 27 april 2012 zegt Pechtholt dat het politieke midden hersteld is. Het wonderbaarlijke is dat Sap, daarbij bevestigend knikt. Lees verder “Met “lekker puh” neem je de PVV de wind niet uit de zeilen”

Vandaag relevanter gebleken dan gisteren nog leek

Naar aanleiding van Pauw & Witteman, 12 april 2012

Van de zes vragen die ik stelde (zie mijn reactie op discussie tussen Ewout Irrgang en Peter Verhaar) is mijn vraag 3 enigszins vergelijkbaar met de vraag van Irrgang. Mijn andere vragen zijn in het interview met Wouter Bos door Pauw en Witteman niet aan de orde geweest. Dat geeft al aan dat een heel ander interview mogelijk zou zijn geweest, en dat het interview in de uitzending allerminst uitputtend was. Lees verder “Vandaag relevanter gebleken dan gisteren nog leek”

15 voordelen van leningen met onderpand om de crisis te bezweren

Als we ons even beperken tot de problemen in Griekenland, dan zie ik twee enigszins realistische oplossingen. Realistisch noem ik oplossingen waarbij het voor-wat-hoort-wat-principe wordt toegepast. Dit principe reikt verder dan te zeggen als je doet wat ik zeg, dan leen ik je geld. Dan zal Griekenland zich tegemoetkomend opstellen zolang er nog geld in hun richting geschoven wordt. Lees verder “15 voordelen van leningen met onderpand om de crisis te bezweren”

Lenen aan Griekenland tegen onderpand

Naar aanleiding van Buitenhof, 15 mei 2011 

Uit het gesprek met Piet Moerland, bestuursvoorzitter van de Rabobank, bleek dat de sterke economieën binnen de EU niet ontkomen aan verdere leningen aan Griekenland waarbij grote onzekerheid over terugbetaling onvermijdelijk is. Om deze bittere pil voor de lenende landen te verzachten, zou ik de suggestie willen opperen om deze leningen tegen onderpand te verstrekken, zoals dat bij hypotheekleningen ook het geval is. Lees verder “Lenen aan Griekenland tegen onderpand”

Clairy Polak snapt het niet

Clairy Polak vraagt zich in de NOVA-reportage “Wat kost immigratie” van donderdag 8 april 2010 (zie novatv.nl) af waarom verschillende onderzoeken naar het saldo van kosten en baten van immigratie diametraal tegenovergestelde uitkomsten bieden. Volgens Elsevier kwam dit saldo in 2009 op minus 12,7 miljard euro uit. Het centraal Planbureau kwam in 2003 op minus 6 miljard per jaar uit maar liet een aantal kostenposten buiten beschouwing. Peter Nijkamp, hoogleraar stedelijke economie aan de VU, die in opdracht van pleitbezorger voor een multiculturele samenleving Forum onderzoek deed, komt daarentegen op een positief saldo uit. Nijkamp zegt in NOVA niet onder de indruk te zijn van de onderzoeken met een negatieve uitkomst. Hij ziet geen enkele reden te zien om negatief te zijn over de instroom van de migranten.

Dat Nijkamp tot een positief saldo komt, heeft er alles mee te maken dat hij een andere norm gebruikt. Waar het Centraal Planbureau en Elsevier keken naar het saldo ten opzichte van de collectieve sector daar kijkt Nijkamp naar de invloed van immigratie op het nationaal product. Hoe deze normen te beoordelen?

De cijfers van Nijkamp zullen heus wel kloppen, maar leiden toch tot een totaal verkeerde conclusie. Wat Clairy Polak, en met haar de NOVA-redactie, niet in de gaten heeft, is dat het nationaal product in dit geval als norm erg misleidend is. Toename van het nationaal product als gevolg van immigratie betekent namelijk niet eens dat door de immigranten überhaupt een productieve bijdrage wordt geleverd, en al helemaal niet dat het bestaande deel van de Nederlandse bevolking voordeel heeft bij de komst van immigranten.

Stel bijvoorbeeld het theoretische geval dat Nederland jaarlijks een instroom van 100.000 immigranten heeft, die allemaal bij de overheid aankloppen voor een uitkering. Geen enkele immigrant levert in dat geval dus productieve arbeid. Dan nog is de kans groot dat hierdoor het nationaal product zal stijgen. Worden de extra uitkeringen bijvoorbeeld gefinancierd door de staatschuld te laten oplopen (of minder te laten dalen), dan betekenen die uitkeringen aan immigranten een extra stimulering van de vraagkant van de economie die zal leiden tot een hoger nationaal product. Kan er niet meer geproduceerd worden omdat er sprake is van hoogconjunctuur, dan nog zal het nationaal product stijgen als gevolg van prijsstijgingen, hetgeen natuurlijk zeer onwenselijk is. Worden de extra uikeringen gefinancierd door de belastingen van de werkende beroepsbevolking te verhogen, ook dan is niet uitgesloten dat het nationaal product zal stijgen omdat het namelijk waarschijnlijk is dat immigranten die een uitkering ontvangen een kleiner deel van hun inkomen zullen sparen dan de mensen die het bedrag van de uitkeringen via belasting moeten betalen. Dus zelfs als de immigranten geen enkele productieve bijdrage leveren en de belastingbetaler het gehele inkomen van de immigranten betaald, dan nog zal de vraag naar goederen stijgen waardoor het nationaal inkomen en dus het nationaal product ook stijgen, als we er ten minste vanuit mogen gaan dat de werkende belastingbetaler zich niet laat ontmoedigen in zijn arbeidzaamheid door de verhoogde belastingdruk (Laffer-curve).

Er is dus niet veel voor nodig om het nationaal product te laten stijgen. Dat het nationaal product door immigratie stijgt, wil echter allerminst zeggen dat we daar gemiddeld per inwoner rijker van worden. Het door immigratie toegenomen nationaal product moet namelijk gedeeld worden door het aantal mensen. Niet alleen de teller maar ook de noemer stijgt dus door immigratie. En als de noemer sneller stijgt dan de teller, dan blijft er per inwoner juist minder over. Dat onwelgevallige “detail” noemt Nijkamp evenwel niet. Hij heeft het in de reportage enkel over nationaal product en in het geheel niet over nationaal product per inwoner. In de praktijk zal het best zo zijn dat een deel van de immigranten productieve arbeid levert. Even waarschijnlijk is het evenwel dat de toename van de productie door immigratie is niet voldoende om de toename van het aantal inwoners door immigratie te compenseren. Per saldo blijven we dus jaarlijks armer door immigratie dan dat we zonder immigratie geweest zouden zijn.

In de reportage is zichtbaar hoe Nijkamp probeert de kijker wijs te maken dat de andere onderzoeken enkel gaan over de kosten en niet over de baten van immigratie. Als dat mislukt omdat Clairy Polak – op dit punt was de reportage wel goed voorbereid – dit tegenspreekt, gooit hij het behendig over een andere boeg, en pleit er hij ervoor om het nationaal product vooral “breed” op te vatten. Daarmee zet hij de deur wagenwijd open voor allerlei dubieuze en oncontroleerbare “correcties” waarmee de uitkomsten naar believen in de gewenste richting kunnen worden bijgesteld. Dan kom je bij redenaties terecht in de trant van: Criminaliteit is goed voor de economie, want het levert extra werkgelegenheid in gevangenissen op.

Wat Nijkamp niet uitlegt is wat er nu eigenlijk mis zou zijn met de norm die het Centraal Planbureau, Elsevier en wellicht ook Nyfer hanteert. Door te kijken naar het saldo ten opzichte van de collectieve kosten krijg je mijns inziens een heel aardig beeld van wat immigratie de Nederlandse belastingbetaler jaarlijks kost. Zeker in de huidige discussie over structurele bezuinigen van 29 miljard, zijn de jaarlijkse kosten van immigratie van 6 tot 12,7 miljard perfect inpasbaar. Deze cijfers maken het de burger volstrekt duidelijk over welke orde van grootte het eigenlijk gaat.

Ik vraag me trouwens af of het juist deze duidelijkheid is, die door Nijkamp in opdracht van Forum bestreden moet worden? Bevalt de bestaande de norm soms vooral niet omdat de uitkomsten in dat geval niet in het straatje van opdrachtgever Forum passen? Dient de opdracht van Forum er soms toe de burger in naam van de wetenschap zand in de ogen te strooien met een norm die altijd positief uitpakt?

Wij moeten Wellink op zijn woord geloven, maar hijzelf doet dat niet

Naar aanleiding van Nova, 10 februari 2010 

Op de vraag of de IJslandse overheid de betalingen die volgen uit het depositogarantiestelsel garandeert zegt Wellink tegenover de commissie “Formeel was het antwoord ‘nee’, maar in werkelijkheid zou het antwoord ‘ja’ zijn.” Je zou van de legalistisch ingestelde Wellink verwachten dat hij afgaat op het formele antwoord, maar hij doet het omgekeerde. Lees verder “Wij moeten Wellink op zijn woord geloven, maar hijzelf doet dat niet”

Dè markt bestaat niet

Wouter Bos vergelijkt de markt met Bokito: “Je kunt lang denken dat je hem onder controle hebt, maar op een dag doet hij toch wat zijn reflexen hem ingeven. Uiteindelijk geeft een brede diepe greppel meer zekerheid dan een goede dompteur.” Ik zou daar tegenover willen stellen: dè markt bestaat niet. Er bestaan verschillende markttypen. Iedere middelbare scholier kent ondermeer: volledige mededinging, oligopolie, monopolistische concurrente en monopolie. Lees verder “Dè markt bestaat niet”

Stroomversnelling als milieu economisch de wind mee heeft

Over tien jaar blijkt Kopenhagen ook weer een mislukking te zijn. ‘Net als Rio en Kyoto. Het leidt allemaal nergens toe.

Politici beloven graag dingen. Daar zijn ze goed in. Er komt een verdrag vol mooie woorden en veel beloften. Er komt confetti en champagne.  Over tien jaar hebben we hetzelfde gesprek: ‘Waarom werkte Kopenhagen niet?’ We moeten niet nog eens tien jaar verspillen. We moeten nu beginnen met de techniek, zodat er een CO2-vrije toekomst is.

Alle partijen kunnen elkaar vinden in één eenvoudige afspraak: Elk land besteedt 0,2 %  van het BNP aan research naar groene energie. Dat is 50 keer zoveel als nu, maar 10 keer minder dat het Kopenhagen-verdag kost. China en India zouden meedoen en het zou het klimaatprobleem oplossen. Waarom? Dan wordt deze energietechnologie zo goedkoop dat iedereen het koopt’

Dit zijn niet mijn woorden, maar de woorden  klimaatonderzoeker Bjorn Lomborg (NOVA, 17 december 09). Ik kan me zowel vinden in zijn scepsis ten aanzien van Kopenhagen als in zijn oproep om te investeren in het ontwikkelen van groene energie zodat deze goedkoper wordt. Als groene energie eenmaal goedkoper is dan fossiele brandstof, dan zijn verdere stimuleringsmaatregelen overbodig. Dan komt de ontwikkeling vanzelf in een stroomversnelling.

 

Hoe zit het trouwens met dat innovatieplatform waar Balkenende indertijd nog voorzitter van was? Bestaat dat nog? Dat platform zou nu in het kader van groene energie goede diensten kunnen leveren.

Over domme boeren en dikke aardappelen

Naar aanleiding van Nova, 28 november 2009 

‘Natuurlijk blijft Kopenhagen heel erg belangrijk, maar …’ Halsema schijnt in te zien dat je via de markt veel meer voor het milieu gedaan krijgt. Eerder heb ik hierover opgemerkt dat het omslagpunt belangrijk is waarbij duurzame energie (zon, wind) goedkoper wordt dan fossiele brandstof. Natuurlijk kun je als overheid een beetje ‘nachhelfen’ maar die mogelijkheden zijn beperkt omdat je onderhevig bent aan internationale concurrentie.

Halsema zegt dat nu het juiste moment is om te investeren. Dat kan zo zijn, maar ik heb toch zo mijn bedenkingen als de overheid op de stoel van de ondernemer gaat zitten. Het gaat niet alleen om het juiste moment, maar ook om de juiste technieken. Je dient een ‘sustainable competitive advantage’te behalen. Dat betekent dat je kunt voortborduren op technieken die jij beter in je vingers hebt dan je concurrenten. Omdat Nederland goed is in infrastructurele projecten, denk ik daarbij aan een combinatie energiewinning en infrastructurele projecten.

Een valkuil kan zijn om al te fundamenteel na te denken over een ‘sustainable competitive advantage’. Het zijn immers de domste boeren die de dikste aardappelen hebben. Ondernemen betekent daarom ook makkelijk te behalen winsten pakken, zodat je alvast verder kunt. Het gaat niet enkel om hoge rendementen, maar ook om snelle rendementen. Investeringen dienen binnen afzienbare tijd terugverdiend te worden. Dit is des te belangrijker omdat te verwachten is dat de technische ontwikkeling snel zal gaan. Vergelijk het met een computer van 10 jaar oud die toch ook hopeloos verouderd is, hoe geavanceerd deze ook bij aankoop was.

‘The sky’ niet meer ‘the limit’

Naar aanleiding van Nova, 27 november 2009 

Uit een documentaire van Tegenlicht had ik opgemaakt dat Dubai weldegelijk met oliedollars wordt gefinancierd. Het project dient om een economie op te bouwen voor als de oliedollars opdrogen. Probleem met Dubai is dat het een type economie is dat alleen blijft draaien als er steeds meer en meer in wordt geïnverteerd. Vandaar wellicht dat de oliedollars inmiddels niet meer voldoende zijn, en dat men ook geld uit de financiële wereld aantrekt. Juist dat geld uit de financiële wereld komt alleen als er grote rendementen gerealiseerd worden, en daar schijnt nu een einde aan te komen. In dat geval, zo is mijn inschatting, kunnen de oliedollars alleen Dubai ook niet meer redden.

Een groot deel van de economie bestaat uit de vastgoedsector. Veel  vastgoed is wellicht gekocht door mensen die daar werk gevonden hebben. Als die mensen nu vertrekken, ontstaat er leegstand en stort die hele vastgoedsector in elkaar.

Een extra probleem daarbij is dat het niet enkel om stenen gaat, maar ook om ingewikkelde technische systemen zoals enorme liften, airconditionings, elektrische systemen, wateraanvoersystemen, die allemaal nodig zijn om de gebouwen bewoonbaar te houden. Als die systemen niet meer onderhouden worden,  dan zijn de gebouwen onbruikbaar en heb je eigenlijk niks meer.

Bovendien, als ‘the sky’ niet meer ‘the limit’ is, verliest Dubai versneld zijn aantrekkelijkheid voor rijke mensen. Dat ‘the sky the limit’was, was immers  het ‘unic selling point’ van Dubai.

Naar aanleiding van Nova, 28 december 2009 

Dubai is een soort SimCityproject van de Verenigde Arabische Emiraten. In principe is het mogelijk uit het niets een zelfstandige, levensvatbare economie te creëren. Maar ik denk wel dat dit heel moeilijk is. Nu het snelle investeringsgeld van ‘all over the world’ minder toestroomt, blijven de oliedollars van de VAE over als kurk waarop Dubai voorlopig blijft drijven. Wat echter als de oliedollars over enkele tientallen jaren wegvallen? Dat lijkt nog ver weg, maar dat zou investeerders toch nu al aan het denken moeten zetten.

Prijsverhoudingen belangrijker dan verdragen

Naar aanleiding van Buitenhof, 8 november 2009 

Ik hecht niet zoveel waarde aan moeizaam bereikte klimaatakkoorden. Zelfs als alle landen ratificeren kan de werkelijkheid weerbarstiger zijn dan het papier. Waar het mijns inziens op aankomt is dat wind- en vooral zonne-energie goedkoper wordt dan fossiele energie. Is dat omslagpunt eenmaal bereikt, dan krijgt een beter milieu de wind mee. Dan zijn er geen moeizame verdragen meer nodig om de industrie te bewegen de technieken te verbeteren en schaalvoordelen te behalen. Dan gaat het als vanzelf beter en beter.

DSB-soap gaat vervelen

Naar aanleiding van Nova, 21 oktober 2009 

Ik ben een beetje Scheringa-moe. Hoe zou dat nu komen? Van het begin af aan heb ik weinig waarde gehecht aan de praatjes van  eerst Van Goor en toen Scheringa. Dan bemerk je dat die praatjes er ook niet toe doen. Het zijn verkooppraatjes. Scheringa lijkt wel  een colporteur die in hun eigen verkooppraatjes is gaan geloven. Net als een colporteur blijkt hij ook moeilijk buiten de deur te werken, zoals bleek uit het herhaaldelijke uitstel dat hij bij de rechter kreeg. Zoals te verwachten was, heeft dat uitstel niet tot een werkbare oplossing geleid. Zinnig waren zijn verkooppraatjes dus niet.

Ik heb me de vraag gesteld waarom Scheringa en Van Goor zoveel weerklank vonden in de media. Echt eloquente sprekers zijn het geen van beiden. Wat beiden wel consequent doen, is het verhaal vanuit hun perspectief vertellen. Je maakt als het ware mee wat zij hebben meegemaakt, en ze laten je ook delen in de verwondering die ze zeggen te hebben ondervonden. Door zodoende het verhaal naar zijn hand te zetten, heeft Scheringa zich heel adequaat in een slachtofferrol weten te manoeuvreren.

Met verwondering heb ik gadegeslagen hoe NOVA in korte tijd van kamp verwisselde en partij koos voor Scheringa en consorten. Pieter Lakeman was al ruim voor zijn optreden bij Goedenmorgen Nederland niet meer welkom in de NOVA studio. Nee, NOVA deed nu zaken met Jelle Hendrickx en die werd binnen de kortste keren bondgenoot van Scheringa op basis van een overeenkomst die DSB per saldo maar weinig zou kosten (ook zonder overeenkomst is het voor een bank profijtelijk om een betalingsregeling te treffen met mensen die anders niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen). Nova volgde Hendrickx in diens keuze voor Scheringa. NOVA ging alleen nog één keer op bezoek bij Lakeman toen deze groot nieuws was, en werd daar overigens hartelijk ontvangen. Hendrickx zal verder wel een beste man zijn, maar in al die keren dat hij bij NOVA zat, heb ik hem niet een keer iets interessants horen zeggen. Lakeman daarentegen heeft ondanks zijn ietwat formalistische uitdrukkingswijze een levendige geest die voortdurend zinnige dan wel geestige opmerkingen voortbrengt.

Een voorspelbare reden die Hendrickx noemt om toch in zee is gegaan met Scheringa is het belang van de werknemers van de bank. Werk, werk, werk! Lakeman neemt dat belang van de werknemers niet mee in zijn overwegingen. Daarmee hanteert Lakeman volgens mij een intelligentere opvatting over wat werk eigenlijk is. Werk impliceert immers dat je iets nuttigs voortbrengt. Klanten volproppen met koopsompolissen is niet nuttig. Zodoende kun je je afvragen of de DSB-bank als geheel wel nuttig werk verricht en of dat werk wel bescherming verdient. Je gaat het oprollen van een roversbende toch ook niet betreuren vanwege de werkgelegenheid die daarmee verloren gaat.

De reportage over het Scheringamuseum van gisteren past overigens uitstekend binnen het slachtofferrol die Scheringa zich heeft aangemeten. Eerst krijg je een buitenproportioneel portret van Scheringa te zien. Vervolgens zijn enkele simpele associaties voldoende: Als het hoofd van Scheringa deel uitmaakt van de collectie, dan is de rest van de collectie blijkbaar zijn lichaam. Als nu die collectie ontmanteld wordt, dan is dat dus alsof Scheringa zelf in stukken wordt gehakt. Scheringa wordt dus geslachtofferd. Scheringa dus als hoge kunst die geslachtofferd wordt om het vuige geld. Scheringa dus geofferd voor  het heil van alle DSB-ers, en misschien wel voor alle Nederlanders. Aan NOVA de taak de blijde boodschap te verkondigen. De wederopstanding als filmster of politicus is al aangekondigd, dus de soap kan zijn eerste seizoen afsluiten.

Ondercuratelestelling past binnen scenario van Lakeman

Naar aanleiding van Pauw & Witteman 12 oktober 2009 

De oproep van Pieter Lakeman aan spaarders om hun geld terug te trekken was natuurlijk erg gedurfd. Tot op heden is evenwel nog niet gebleken dat zijn interpretatie van de situatie onjuist is.

Zo stelde Lakeman in een discussie met professor Arnout Boot bij Pauw en Witteman dat de bezittingen van een bank slechts weinig in waarde verminderen bij een faillissement. Daar zit een zekere logica in, omdat de bezittingen van banken in feite tegoeden zijn waarvan de geldwaarde vrij nauwkeurig te bepalen is, en die mede daarom goed verhandelbaar zijn. Als je een fabriek ontmantelt, dan ligt dat anders.

Dat DNB en Bos zondagavond hebben ingezet op ondercuratelestelling van DSB en deze op maandagochtend  hebben doorgezet, wijst er mijns inziens op dat zij in essentie handelen in overeenstemming met het scenario van Lakeman. Die zei al op 1 oktober bij Goedmorgen Nederland dat DSB sowieso failliet zou gaan, maar dat dit beter snel zou kunnen gebeuren. BNB en Bos hebben ook aangestuurd op een snel faillissement. Dat het gedrag van DNB en Bos past binnen het scenario van Lakeman, is een indicatie ervoor dat deze vooralsnog geen ongelijk heeft.

Liquiditeit DSB hoog of te hoog?

Toch maar even via Uitzending Gemist naar Goedemorgen Nederland gekeken om te zien wat Lakeman precies gezegd heeft. Uitgangspunt in zijn verhaal is dat DSB sowieso op het punt staat failliet te gaan. Hij baseert zich daarbij op de verliezen die DSB momenteel zou maken.

Zijn zorg is dat voorafgaande aan het faillissement in eerste instantie goed geïnformeerde schuldeisers hun geld zullen terugtrekken. Dat zou als consequentie hebben, dat er in dat geval voor de overige schuldeisers, waaronder spaarders en de gedupeerden die via Hypotheekleed een klacht indienen, weinig overblijft. Om er nu voor te zorgen dat de curator geen reeds uitgeklede boedel aantreft, adviseert Lakeman spaarders om hun spaargeld zo snel mogelijk op te nemen.

Het verhaal van Lakeman staat of valt bij de constatering dat DSB sowieso op het punt staat failliet te gaan. Contra-indicatie hiervoor is het bericht van DNB van gisteren (1-10-2009) dat DSB voldoet aan de eisen die aan de solvabiliteit en liquiditeit worden gesteld. Geruststellend lijkt in eerste instantie ook dat DSB 1,5 miljard aan liquiditeiten tegenover 4,3 miljard aan spaargeld heeft. Dat is een heel hoge liquiditeit. Je kunt je evenwel ook afvragen vanwaar die hoge liquiditeit? Liquiditeiten kunnen namelijk gemakkelijk aan de bank ontrokken worden. Zo bezien, kan die hoge liquiditeit er ook op wijzen dat men al bezig is de bank uit te kleden.

Als een bank met 4,3 miljard aan spaartegoeden failliet gaat, is dat hoe dan ook een enorme dreun voor de staat die  tot 100.000 euro per spaarder garant staat voor deze tegoeden. Als het klopt dat DSB sowieso op omvallen staat, is de oproep van Lakeman per salso gunstig voor de staat en de burgers. Als Lakeman door zijn oproep evenwel een in principe gezonde bank richting het faillissement leidt, dan benadeelt Lakeman met zijn actie de staat en daarmee de burgers in niet geringe mate. Lakeman neemt dus een grote verantwoordelijkheid op zijn schouders.

 

De uitspraken van Lakeman in Goedmorgen Nederland waren in ieder geval geen ‘slip of the tongue’. De boodschap was al bij de presentator bekend voordat Lakeman deze in de uitzending te berde bracht.

Kosten voor herkomstlanden reden te meer om immigratie te beperken

Anil Ramdas vraagt zich in NRC (16 september 2009) af: Voor wie is migratie financieel het meest rendabel? Voor de landen van herkomst of aankomst? Misschien kunnen we de vraag beperken tot de immigratie naar Nederland. Daar gaat immers ook de maatschappelijke discussie over. Uit alle berekeningen die de ronde doen (Elseviers; Pieter Lakeman; rapport uit 2003) komt naar voren dat de immigratie voor Nederland per saldo verliesgevend is. Als Ramdas daar nog aan toevoegt, dat deze immigratie voor het land van herkomst eveneens verliesgevend is, dan is er reden des te meer, om van immigratie naar Nederland af te zien. Zou je de kosten en baten van Nederland en de herkomstlanden namelijk bij elkaar optellen, dan heeft dat tot gevolg dat aan de baten kant niets gebeurd (alle baten kwamen volgens Ramdas immers aan Nederland toe). De lasten nemen evenwel toe met bedrag x, te weten de lasten van de herkomstlanden. De balans valt dan alleen maar ongunstiger uit.

Heel wat meer prijzengeld wordt niet uitgekeerd

Naar aanleiding van Nova, 12 augustus 2009 

Professor Wagenaar blijkt van gokgedrag verstand te hebben. Hij weet goed uit te leggen waar de misleiding ‘m in zit, namelijk in de 4/5de onverkochte loten. Anders dan Wagenaar suggereert, bestaat het probleem met onverkochte loten volgens mij evenwel nog steeds.

Als het niet uitgekeerde prijzengeld bij een volgende gelegenheid toch wordt uitgekeerd, is dat, over meerdere trekkingen berekend, geen probleem. De loterij wordt er in dat geval per saldo niet beter van als een prijs valt op 1/5de lot. Voor zover ik het begrepen heb, wordt echter alleen het niet uitgekeerde deel van de jackpot doorgeschoven naar toekomstige trekkingen. Dat zou betekenen dat 4/5de deel van de overige prijzen die vallen op 1/5de lot wel aan de loterij toekomt. Uitgaande ervan dat de helft van de verkochte lotnummers 1/5de loten zijn, betekent dit dat 0,5 x 0,8 x 100% = 40% van het overig prijzengeld niet wordt uitgekeerd.

Bovendien geldt volgens mij voor elke trekking dat het overig prijzengeld dat valt op onverkochte loten, niet wordt uitgekeerd. Dat die onverkochte loten er zijn, blijkt uit het gegeven dat de jackpot niet hoeft te vallen zolang deze niet de hoogte van 27,5 miljoen bereikt heeft. Als we uitgaan van de veronderstelling dat gemiddeld genomen 75% van de loten wordt verkocht, wordt  nog eens 25% van het eerder bepaalde overige prijzengeld niet uitgekeerd.

Beide veronderstellingen – helft verkochte loten betreft 1/5de lot; gemiddeld wordt per trekking 75% van de lotnummers verkocht – gecombineerd betekent dit dat gemiddeld 0,6 x 0,75 x 100% = 45% van het overig prijzengeld wordt uitgekeerd, en dus 100% – 45% = 55% niet. Alles bij elkaar is er dus heel wat prijzengeld dat niet wordt uitgekeerd.

Wat voor mij nog onduidelijk is, is wat er gebeurd als de jackpot op 27,5 miljoen staat en er meerdere ronden nodig zijn om deze te laten vallen (op heel of 1/5de lot). Worden bij al die ronden ook de overige prijzen die bij de eerste ronde niet vielen, en bij latere ronden alsnog vallen, uitgekeerd of gaan die overige ronden enkel nog om de jackpot? Ik vermoed het laatste.

Wagenaar verwacht niet dat deze casus tot een veroordeling zal leiden. Wie de kleine lettertjes leest, had het kunnen weten. Dat moge zo zijn. Toch lijkt het me goed dat nu langzaam maar zeker duidelijk wordt hoe de vork in de steel zit.

Gratis reclame voor loterijen

Naar aanleiding van Nova, 10 augustus 2009 

Ik leefde tot gisteren in de veronderstelling dat het overige 4/5de deel van het lot ook verkocht zou worden en dat er dus 5 winnaars van 1/5de  deel van de prijs zouden zijn.

Overigens is al die media-aandacht, zeker als deze voorafgaat aan de trekking, gratis reclame voor loterijen.

Over lange lontjes, idealisme en eigenbelang

Naar aanleiding van Nova, 7 augustus 2009 

Waarom staan bij een verjaardagsfuif voldoende schalen met chips en nootjes op tafel, en worden deze tijdig bijgevuld? Dat gebeurd om het leuk te houden. Voldoende voedsel en drank op feestjes, zorgt ervoor dat er geen concurrentie om voedsel en drank ontstaat. Jij een biertje; ik net zo goed een biertje. Op die manier komen mensen makkelijker tot elkaar. De lontjes worden zogezegd langer.

Ook als door de gasten betaald moet worden, treedt dit verschijnsel op. Waarom nemen mensen voordat ze een feest bezoeken een goed gevulde beurs waaruit makkelijk gespendeerd wordt mee? Dat gebeurd om het vooral gezellig te houden. Ik een biertje, jij net zo goed een biertje. Geen gedoe met korte lontjes, gewoon iedereen zijn zin.

Goede bedoelingen kunnen evenwel ook uit de hand lopen. In de jaren 70 was het vrij normaal was dat de rondjes je om de oren vlogen. Het was heel gebruikelijk om iemand met een driekwart gevuld glas in de hand, te vragen of ie nog eentje lustte. Wie niet oppaste had zo drie nog niet geleegde glazen naast zich staan. Zo ontaarde gulheid om competitie te voorkomen in een competitie om wie het gulste is.

En hoe zat dat dan op Woodstock? Ik veronderstel dat de catering aldaar, voor zover aanwezig, al snel uit zijn voegen was gebarsten. Misschien had menigeen een picknickmand meegenomen en werd uit die picknickmanden ook veel gedeeld,  Delen is immers gebruikelijk bij feesten. Delen verhoogt ook de sociale status. Zeker als je iets te delen hebt waarover anderen niet beschikken.

Maar hoe zit dat dan met die idealen op Woodstock?

Een juiste constatering in de reportage was dat uit de dienstplichtige Woodstockgeneratie, de soldaten voor de oorlog in Vietnam gerekruteerd werden. In die zin was Vietnam voor hen geen ver-van-mijn-bed-show. Aan het ideaal van “no war” zat dikwijls een  direct eigenbelang vast. En wat is nu lonender dan je eigen belang als algemeen belang te presenteren. Dan snijdt het mes aan twee kanten. Je sociale aanzien stijgt omdat je het opneemt voor het algemeen belang, terwijl je in feite andere mensen mobiliseert om jouw persoonlijk belang te dienen.

Wat betreft de vrije seksuele moraal, leefde bij de Woodstockgeneratie de gedachte dat het seksuele genot van de een, niet ten koste hoefde te gaan van dat van de ander. Seks was immers niet meer gebonden aan het huwelijk, en daardoor een vrij beschikbaar goed geworden. Het enige dat nodig was om dit te bereiken, was dat jaloezie uitgebannen zou worden. Wie toch jaloezie voelde, had het gewoon nog niet begrepen …, niet begrepen dat het met seks niet anders is dan met bier: Waarom toch een kort lontje? Er is toch genoeg!

Produceren naar kunnen, consumeren naar behoefte

Naar aanleiding van Nova, 5 augustus 2009 

Grappig was hoe die Oost-Duitse arts het uiteindelijke communistische ideaal anno 2009 niet meer door haar strot kreeg. De reden is misschien dat Marx nooit het mechanisme heeft uitgelegd, waarmee dat ideaal – produceren naar kunnen, consumeren naar behoefte – te bereiken is.

Adam Smith had dat ten aanzien van zijn ideaal wel gedaan. Hij legt immers uit hoe vraag en aanbod ervoor zorgen, dat de behoeften binnen een samenleving zo goed mogelijk bevredigd worden tegen zo laag mogelijke kosten. Hij legt uit dat als s iedereen zijn eigenbelang nastreeft, het belang van de samenleving als geheel het beste gediend is.

Marx daarentegen legt niet uit hoe het in een communistische samenleving zo kan zijn dat iedereen produceert naar kunnen, en consumeert naar behoefte. Toch is het als ideaal zo gek nog niet, zeker als men zich bedenkt dat produceren naar kunnen ook een behoefte vertegenwoordigd.

Gezondheidskostensysteem verandert VS in verzorgingsstaat

Naar aanleiding van Nova, 3 augustus 2009

De keuze voor een ander gezondheidskostensysteem is een keuze voor een ander type samenleving. Het is zogezegd de keuze tussen de verzorgingsstaat  en de nachtwakersstaat. De reden waarom conservatieve, republikeinse media zo fel tegen de hervormingen zijn, is dat zij geen verzorgingsstaat naar West-Europees model willen. Ze schuwen waarschijnlijk de hogere kosten die met de verzorgingsstaat samenhangen.

Een verzorgingsstaat is evenwel niet per definitie beter of slechter dan een nachtwakersstaat. Beiden kunnen “value for money” bieden. Bij een verzorgingsstaat betaal je meer, maar krijg je ook meer.

Of Obama erin slaagt draagvlak te genereren voor zijn hervormingen in de gezondheidszorg, hangt af van de “value” die met de extra “money” weet te genereren. Behulpzaam kunnen wellicht kostenplaatjes zijn, waarin hij laat zien dat ook middenklasse beter af is met het nieuwe systeem. Daarbij moeten de huidige verzekeringskosten worden afgewogen tegen de toekomstige belasting- en premiekosten. Als je dan kunt laten zien, dat de meeste Amerikanen beter af zijn, met het nieuwe systeem, creëer in ieder geval een democratisch draagvlak.

Een gunstig kostenplaatje kun je evenwel alleen waarmaken als er minder aan de strijkstok blijft hangen. Dat betekent dat er minder makkelijk geld te verdienen valt in de gezondheidszorg. Dat heeft als consequentie dat de huidige gezondheidszorgindustrie zich met hand en tand zal verzetten tegen hervormingen.

Zwakke stellingname ten aanzien van misdragende Marokkaanse taxichauffeurs

Naar aanleinding van Nova, 21 juli 2009 

In het parool staat dat BTO tegen de tweehonderd leden heeft, van wie misschien maar de helft van Marokkaanse afkomst is.  Maar de helft. Voor een belangenvereniging voor Amsterdamse taxichauffeurs is dat erg veel. Dit wekt sterk de indruk dat de vereniging oorspronkelijk bedoeld is voor taxichauffeurs van Marokkaanse afkomst. Inmiddels is BTO een  ‘in principe’ algemeen toegankelijke organisatie, wellicht ook omdat allengs duidelijk is geworden dat het weren van taxichauffeurs die niet van Marokkaanse afkomst zijn, wettelijk gezien niet mogelijk is. ‘In principe’ betekent in dat geval eerder ‘pro forma’ dan  ‘feitelijk’.

Opvallend  tijdens het interview was de zwakke stellingname van de oprichter van BTO, Mekki Aulad Ahmed, ten opzichte van de misdragende Marokkaanse taxichauffeurs. Als Twan Huys vraagt of hij deze groep als maffia zou willen typeren, herinterpreteert hij die vraag alsof  hem gevraagd is alle Marokkaanse taxichauffeurs of zelfs de hele Marokkaanse gemeenschap tot maffia te bestempelen. Zo kan hij deze vraag ontkennend beantwoorden. Later typeert hij de specifieke groep Marokkaanse taxichauffeurs die de boel verzieken als jongens die niet open staan voor verandering. Hoe is te verwachten dat iemand die nu al zo mild is tegenover de groep misdragende Marokkaanse taxichauffeurs, hard tegen hen zal optreden als ze de betalend leden zijn waar de vereniging het van moet gebben? Is de kans dan niet groot dat de BTO de misdragingen gaat bagatelliseren en/of  de zwarte piet elders gaat leggen, zoals nu ook al gebeurd? Met zulk een zwakke stellingname is zelfs niet denkbeeldig dat de kwaadwillenden het op den duur het binnen de BTO voor het zeggen krijgen. Het is daarom maar de vraag of de overheid er goed aan doet dit initiatief te steunen.

Je kunt je überhaupt afvragen of het steunen van een in feite Marokkaanse taxivereniging, nadat juist Marokkaanse taxichauffeurs ernstig de orde hebben verstoord – met een dode als gevolg – wel zo’n goed idee is. Dan geef je de Amsterdamse taxibranche voor een deel toch in Marokkaanse handen, en is de coup van de kwaadwillenden die op de belangrijkste taxistandplaatsen de baas spelen, uiteindelijk geslaagd en zelfs van een legalistisch randje voorzien.

Een rekenmeester om rekening mee te houden

Op 1 juli 2009 bij Nova Pieter Lakeman. Geen professor, maar wel een rekenmeester om rekening mee te houden. Hij heeft met name een ontnuchterend boek geschreven over de Nederlandse immigratiepolitiek tot en met de jaren 90. Daarin toont hij aan dat immigratiestromen geen natuurverschijnsel zijn, maar in hoge mate door beleidsbeslissingen beïnvloed worden. Een ander thema in het betreffende boek is dat de overheid door de jaren heen maar niet wil komen tot een kosten-batenanalyse met betrekking tot immigratie. Toevallig zag ik vandaag via ‘UitzendingGemist.nl’ dat Van der Laan in het wekelijkse vragenuurtje een dergelijk onderzoek alsnog toezegt. Ik weet niet of Van der Laan op het moment van die toezegging, de draagwijdte daarvan inzag. Volgens mij dacht hij dat wel even door een paar ambtenaren op een A4tje te kunnen laten zetten. Mijn mening is dat daar minimaal een onafhankelijk onderzoek voor nodig is. Ik stel dan meteen maar voor Pieter Lakeman in de commissie die dat onderzoek uitvoert, te laten plaatsnemen. Als het rapport van die commissie vervolgens de toets van zijn kritiek kan doorstaan, dan heb ik er wel vertrouwen in dat het om een deugdelijk onderzoek gaat.

Over en weer

Deze reportage van Nova toont aan dat markten elkaar niet enkel een bepaalde chronologische volgorde (huizenmarkt > financiële markt > goederen- en diensten markt > arbeidmarkt) beïnvloeden, maar elkaar over en weer kunnen beïnvloeden. Dat maakt de crisis minder voorspelbaar dan wenselijk.

Optimisme als enige hoop

Naar aanleiding van Nova, 16 juni 2009

Het verschil tussen optimisme en pessimisme als verschil in fase. Alleen jammer dat fasen in de economie elkaar beïnvloeden. Zo kan een oplopende werkeloosheid wederom de bestedingen doen afnemen en kan door de algehele economische malaise de solvabiliteit van het bankwezen opnieuw onder druk komen te staan.

Daarbij dient men zich te bedenken dat de huidige crisis wereldwijd is, en dat de toename van werkloosheid en de afname van bestedingen ook wereldwijd optreedt. Wat binnen de landsgrenzen gebeurd, kun je beleidsmatig nog enigszins beïnvloeden. Op wat buiten de landsgrenzen afspeelt, heb je geen grip.

Tijdens het bewuste Buitenhof interview (24 mei jl.) vertelt Bos dat na de crisis het bankwezen in Nederland wordt geherstructureerd: Kleinere banken; meer toezicht; minder onbegrijpelijke financiële producten; minder internationaal opereren. Bankieren moet weer saai worden. Heel juist! Hij vertelde er evenwel niet bij dat het resultaat van deze hervormingen nog niet werkzaam is als de crisis nu gaat door etteren.

Omdat Nederlandse banken in hoge mate internationaal opereren, zijn we sterk afhankelijk van wat de buitenlandse spaarder doet. Trekt deze zijn handen af van Nederlandse banken, dan hangen niet alleen de betreffende banken. Dan hangt via diverse garantiebepalingen ook Nederland. Optimisme is dus de enige optie. In die zin kun je de instelling van Bos tijdens deze crisis de enige juiste noemen.

Geen vergelijkebare fouten als bij provincie

Naar aanleiding van Nova, 15 juni 2009 

Of Borghouts nog als Commissaris van de Koningin kan functioneren, moet men in Noord-Holland maar uitmaken. Zij moeten met hem verder. Het verheugt mij evenwel dat Borghouts zijn nevenfunctie bij het ABP opgeeft. Dat hij dit commissariaat kwijtspeelt, heeft in mijn ogen vooral het functionele voordeel dat hij hierdoor bij het ABP niet in de gelegenheid vergelijkbare fouten te maken als bij de provincie.

Om me toch even tegen de kwestie in Noord-Holland aan te bemoeien: Enkel het neerleggen van het politieke deel van zijn functie als Commissaris van de Koningin, zoals Borghouts zelf voorstelde, zou hem geen enkele financiële schade berokkenen. Deze oplossing, waarbij enkel zijn werkzaamheden veranderen maar zijn beloningen onaangetast blijven, is in mijn ogen niet wenselijk, omdat ze te zeer de indruk wekt dat de beloningen van de heer Borghouts prioriteit hebben boven het algemeen belang van goed bestuur.

Voorts wens ik Borghouts een naar omstandigheden aangenaam voortbestaan toe.

Een gecompliceerde relatie

Naar aanleiding van Nova, 11 juni 2009 

De relatie tussen de president van DNB en de minister van Financiën ligt per definitie gecompliceerd. De een is niet de baas van de ander. Toch moeten ze samen, ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, door één deur kunnen. Zo mogen ze elkaar niet al te zeer weerspreken. Als nu Wellink en Bos op één dag, tijdens één reportage twee diametraal tegenover elkaar staande boodschappen over de economie de wereld insturen (Bos : Wellink = optimisme : pessimisme), dan weet je dat iets hun onderlinge relatie troebleert. Wat dat is, blijft voorlopig nog gissen.

Superlijm, superbril

Naar aanleiding van Nova, 10 juni 2009 

Borghouts plakt met superlijm aan het pluche. Dat ze hem na de Icesave-affaire toch met open ogen en open armen bij het ABP als commissaris benoemd hebben, schoffeert de pensioengerechtigden van deze organisatie. Hij kon niet op de centjes passen bij de provincie Noord-Holland maar mag nu wel controleren of het ABP wel goed op de centjes past.

Maar ja, zijn bril is dan ook erg apart. Echt hoorn, zo te zien. En zo gewaagd dat de kleurschakering niet symmetrisch is. Net als de tekening van de vacht bij een koe of hond. Bij het aanschouwen van zo’n superbril, val je toch acuut in katzwijm. Iemand met zo’n bril moet wel verstand van pensioenen hebben. Artistiek op de centjes passen, zullen we het maar noemen.

Van GroenLinks is hij. Is dat niet die partij van Femke Halsema die iedereen de les leest? Over Borghouts hoor je haar niet…

Escalating commitment (2)

Naar aanleiding van Nova, 4 juni 2009 

Mijn indruk is dat de risico’s van de boren onder de binnenstad en de baten bij de alleen de noordlijn wel erg laag worden ingeschat. Je moet maar durven te stellen dat er geen technische, maar enkel organisatorisch problemen zijn. Bovendien vraag ik me af of de bewoners van Noord het wel eens zijn met het oordeel van de commissie dat de keuze voor alleen de noordlijn slechts een erg dure tunnel onder het IJ betreft, die verder weinig impuls aan de stad geeft. Mochten deze inschattingen niet kloppen, dan zijn de uitkomsten van het rapport sowieso onbetrouwbaar.

Maar ook als we ervan uitgaan dat op de kosten-baten analyse van Veerman niets is af te dingen, dan nog presenteert hij de gegevens op een manier die burgers en bestuurders volop in de val van “escalating commitment” doet trappen. “Escalating commitment” betekent dat naarmate men financieel meer geïnverteerd heeft, het moeilijker wordt om een mislukking toe te geven, en  dat men daarom bereid is keer op keer opnieuw gigantische kostenoverschrijdingen aan te gaan (zie ook mijn reactie op de Nova-reportage “Noord-zuidlijn: kosten en baten” van 21 mei). Veerman legt in zijn rapport, maar ook in de media namelijk een grote nadruk op kosten die al gemaakt zijn, en het gevoel van verlies dat daarmee samenhangt. Hij beaamd: Als we nu stoppen is het weggegooid geld. Het betekent een gevoel van “het is allemaal voor niets geweest”. In het rapport blaast hij het gevoel van verlies nog eens op tot gigantische proporties:

“Het stilleggen van de aanleg van de Noord/Zuidlijn zou in de visie van velen en ookin de visie van de Commissie een nederlaag betekenen voor de stad Amsterdam, deNederlandse samenleving, de Nederlandse civiele techniek en waterbouw en eenzware slag toebrengen aan het gezag en prestige dat Nederland heeft om groteinfrastructurele en waterbouwkundige projecten te realiseren.”

Als we de werkelijke keuzemogelijkheid evenwel puur rationeel beschouwen en kosten die toch al gemaakt zijn en waar niets aan te doen valt (sunk costs) buiten beschouwing laten dan komen we louter op cijfers van de commisie Veerman tot de volgende kosten- en batenanalyse:

Bij “stoppen” is het verlies 0,6 miljard

Bij “alleen noordlijn” is het verlies 0,79 à 0,89 miljard

Bij “doorgaan” is het verlies 1  à 0 miljard

Ook volgens de berekeningen van de commissie Veerman kan het dus zo zijn dat we met “doorgaan” per saldo slechter af zijn, dan bij “stoppen” of met “alleen noordlijn”. Zo duidelijk is die keuze voor “doorgaan” dus helemaal niet. Het is niet waar dat op puur bedrijfseconomische gronden een verlies van 1 à 0 miljard te prefereren is boven een zeker verlies van 0,6 mld. of een verlies van 0,79 à 0,89 mld. Dat hangt van de verdere bedrijfseconomische situatie af, en daar gaat de commissie Veerman niet over. Door toch een duidelijke voorkeur uit te spreken voor “doorgaan” en door sterk te spelen op het sentiment dat samenhangt met verlies nemen, manipuleert Veerman de uitkomst en communiceert hij niet eerlijk naar bevolking en bestuurders toe. Hij doet dus niet wat hij adviseert.

Wie is er origineel in de politiek?

Naar aanleiding van Nova, 28 mei 2009 

Voordat Fitna uitwas, hoorde ik op het journaal een studente met hoofddoek zeggen dat Wilders’ film niet erger kon worden dan “Islam: What the West needs to know.” Nieuwsgierig geworden, bekeek ik de film via “You Tube.” Opgedeeld in stukken bleek de film anderhalf uur te duren. Rustige interviews met erudiete schrijvers wier boeken ook in Nederlandse vertaling in de boekhandel te verkrijgen zijn, worden afgewisseld met fragmenten over fanatieke moslims zoals die ook in Fitna te zien zijn. Er wordt uitvoerig uit Islamitische literatuur geciteerd, met de nodige bronvermeldingen, zodat wat beweerd wordt ook controleerbaar is. Mede daardoor is het een interessant discussiestuk. De strekking van de documentaire is dezelfde als die van Fitna. Ook hier betreft het de waarschuwing dat de Islam streeft naar suprematie, per land, maar ook mondiaal. Toen ik Fitna uiteindelijk bekeek, zag ik het als een soort samenvatting van die film.

Vandaag ben ik na Nova ook weer even op “You Tube” gaan kijken. Deze keer om een onverknipte versie van Wilders bijdrage aan het debat te zien. Ik vond een acht minuten durend aaneengesloten fragment uit het rechtstreekse debat zoals dat is uitgezonden op Politiek 24. Tegen het einde van dat fragment, gaf Wilders zijn bronnen prijs. Ter verdediging zegt hij dat ook columnisten in Trouw zich kritisch hebben getoond tegenover Joanie de Rijke. Na even zoeken kom ik terecht bij een column van Elma Drayer. Zij beweert daarin precies hetzelfde als Wilders ook beweerd. Uit het gegeven dat Joanie de Rijke wel erg veel begrip toont voor haar ontvoerders annex verkrachters, leest Drayer af hoezeer de postmoderne moraal wel niet is ingedaald. Ze spreekt van een modieus glibberdenken waarin alles in zijn tegendeel kan verkeren. Ze schrijft “Wat jij vrijheidsberoving noemt, noem ik gastvrijheid. Wat jij een ordinaire verkrachter noemt, noem ik een man die last heeft van zijn hormonen. Wat jij een dader noemt, noem ik een slachtoffer.”

Zowel in het geval van Fitna, als in zijn verhaal over Joannie de Rijke is de bijdrage van Wilders is niet zozeer de argumentatie zelf, maar het verplaatsen van bestaande argumentatie naar het parlement. Wilders doet dat heel vakkundig. Wat de boodschap recht in het gezicht doet belanden, is met name dat hij het Stockholmsyndroom (het verschijnsel dat ontvoerden gaan sympathiseren met hun ontvoerders) niet enkel betrekt op Joannie de Rijke, maar van toepassing verklaard op iedereen die problemen met allochtonen bagatelliseert. Dat komt aan! Ook het Stockholm syndroom is evenwel reeds aangehaald door Elma Drayer in diezelfde column.

Nu wil ik me niet vergelijken met een professioneel columnist als Elma Drayer, maar mij is kortgeleden iets soortgelijks overkomen. In een internetreactie op het artikel van  J.P. Balkenende “Sterker uit de crisis met Rijndeltamodel” in het NRC, formuleer ik drie tegenwerpingen tegen zijn betoog. Wat schetst afgelopen zondag mijn verbazing? In Buitenhof noemt Wouter Bos twee van mijn tegenwerpingen, te weten, dat het onzin is om de huidige crisis aan menselijk falen en niet aan marktfalen te wijten, en dat men zich in de toekomst moet blijven hoeden voor innovatieve financiële producten omdat deze juist de crisis veroorzaakt hebben. Dan vraag ik me toch af, wie is er nu origineel in de politiek?

Erst das Fressen, dann die Moral!

Naar aanleiding van Nova, 26 mei 2011 

Ha, eindelijk weer eens een PVVer bij Nova! Dion Graus. Alleen al kijken naar hem, is een feest! Blauwe, ovale glazen in een klein, zwart omrand montuur; rood krullend lang haar op een fors bemeten hoofd; een donker colbert dat fraai contrasteert met zijn vaalroze shirt; en dat alles zonder stropdas natuurlijk. Maar ja, het gaat in de politiek om de inhoud.

Eerlijk gezegd ben ik verrast door het standpunt van de PVV inzake dierenwelzijn. De PVV vindt op dit punt aansluiting bij  partijen als de Partij voor de Dieren en GroenLinks. Het lijken wel hippies bij de PVV.

Zelf ben ik moreel wat minder ontwikkeld. Zelfs na de acties van de Vegan Striker heb ik niet zoiets van: Het moet maar gedaan zijn met de nertsfokkerij in Nederland. Bovendien vraag ik me af  welk resultaat men denkt te bereiken, als we hier de nertsfokkerijen sluiten, terwijl ze in Griekenland met EU-subsidies worden opgezet. Het enige resultaat is dan dat Nederland zich kan beroepen op haar schone blazoen, terwijl de dieren er per saldo slechter vanaf zijn. Een bijkomend zorg is of  de Europese regelgeving wel toelaat dat Nederland eenzijdig de nertsenfokkerij verbied.

Maar goed, in de politiek is niet alleen de stellingname maar ook de uitvoering van belang. Als een goed kleermaker moet je ook op de afwerking letten, ook al is het ontwerp niet jou keuze. Dan valt toch wel op dat de PVV niet zondermeer de beurs wenst te trekken voor haar morele wensen. De gevraagde compensatie van een half tot een heel miljard euro willen ze niet betalen. In plaats daarvan willen ze een ruime overgangsregeling waardoor het bedrijfseconomisch verlies van bestaande fokkerijen beperkt blijft. Dan hoef je nog maar  weinig compensaties te betalen, en bereik je op termijn toch je doel. “Erst das Fressen, dann die Moral,” lijkt daarbij het devies. Misschien is dat wel het verschil met een partij als GroenLinks die de neiging heeft erg kortademig te worden, als morele eisen te stellen zijn.

Wouter Bos noemt twee van mijn tegenwerpingen ten aanzien van Balkenende

In een internetreactie van woensdag 20 mei jl. (reactie 16) op het artikel van  J.P. Balkenende “Sterker uit de crisis met Rijndeltamodel” in het NRC, formuleer ik drie tegenwerpingen tegen diens betoog. Wat schetst afgelopen zondag (24 mei) mijn verbazing? In Buitenhof noemt Wouter Bos twee van mijn tegenwerpingen, te weten, dat het onzin is om de huidige crisis aan menselijk falen en niet aan marktfalen te wijten, en dat men zich in de toekomst moet blijven hoeden tegen innovatieve financiële producten omdat deze juist de crisis veroorzaakt hebben.

P.S.

Mijn reactie is te vinden als reactie 16.

Geld en gezondheid

In de reportage  van Nova, 21 mei 2009 wordt gezegd:

Specialisten in Nederland verdienen sowieso het dubbele (200%) of het drievoudige (300%), en soms wel het viervoudige (400%) of meer ($$$?), dan specialisten in Duitsland.

Pardon?

O, daarom is gezondheidszorg in Nederland zo duur!

Er zijn wel eens over grotere pietluttigheden Kamervragen gesteld. Mij lijkt duidelijk dat hier structureel iets mis zit.

Escalating commitment

Naar aanleiding van Nova, 21 mei 2009 

Wat zijn de Amsterdammers stil? Is het stilte voor de storm of zouden ze echt zitten te wachten op her verlossende woord van commissie Veerman? Nou, daar heb ik niet veel vertrouwen in. Met zijn plan voor veel te hoge dijken, heeft hij al laten zien niet vies te zijn van mega-infrastructurele projecten. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom juist hij tot commissievoorzitter benoemd is.

In vaktermen heet het probleem waar Amsterdam mee zit ‘escalating commitment’: Naarmate men financieel meer geïnverteerd heeft, wordt het moeilijker om een mislukking toe te geven, en is men bereid  keer op keer opnieuw gigantische kostenoverschrijdingen aan te gaan. Rationeler zou zijn om het verlies te nemen (sunk costs), en overnieuw te kiezen wat het beste is om te doen op basis van de dan ontstane situatie.

Ik heb begrepen dat er mogelijkheden zijn om in ieder geval de tot nu toe gemaakte investeringen adequaat te benutten. Het noordelijke deel van het traject tot Centraal Station is namelijk ook nuttig zonder dat de lijn verder naar het zuiden doorgetrokken wordt.

Frank Bruinsma en Victor van Lamoen weten overigens de mogelijke baten van de Noord-Zuidlijn heel aannemelijk te relativeren.

Reactie op artikel in NRC van J.P. Balkenende

Als reactie op het artikel in NRC van J.P. Balkenende met als titel Sterker uit de crisis met Rijndeltamodel heb ik volgende reactie geschreven:

Marktfalen bestaat niet

De doorgeschoten markt is geen marktfalen maar menselijk falen, zegt de minister-president. Hij gebruikt hier een variatie op de tegenstelling technisch falen en menselijk falen. Van technisch falen wordt gesproken als de constructie niet deugt. De premier zegt dus dat de constructie van de markt voorafgaand aan de crisis wel deugde. Daar ben ik het niet mee eens. Vanuit de VS is een  vorm van hyperkapitalisme overgewaaid, die grote jongens, zoals multinationals geen haarbreed in de weg legt. Bekend zijn de belastingverlagingen onder president Bush, maar ook de versoepelingen van de financiële spelregels onder Greenspan. De bonuscultuur is ook een uitvloeisel van dit type beleid. Nu kun je wel zeggen dat het beleid dat tot de crisis heeft geleid ook mensenwerk is, maar dan wordt de tegenstelling marktfalen – menselijk falen betekenisloos. Dan is elk falen menselijk. Dan bestaan marktfalen en technisch falen gewoonweg niet.

Crisis als afkickkliniek

Premier Balkenende stemt in met Ferguson als deze concludeert dat juist de continue vernieuwing van financiële producten heeft bijgedragen aan economische groei. Zeker heeft de financiële bubbel geleid tot economische expansie, maar betekent dat nu dat je op dezelfde voet verder moet na de crisis? Het is als popartiesten in een afkickkliniek die tot de conclusie komen dat ze hun succes toch aan de drugs te danken hebben. Je kunt dus raden wat ze gaan doen als ze, eenmaal een beetje opgeknapt, de kliniek verlaten. Pleit Balkenende er ook voor maar weer stevig aan de financiële derivaten te gaan, zodra het ergste van de crisis achter de rug is? Lijkt me geen duurzame keuze.

Echte innovatie komt van eigenwijze dreutels

In het kader van ondernemend werknemerschap wil de premier zzp-ers helpen. Zzp-ers zijn meestal voormalige werknemers die hun werknemerschap hebben opgegeven omdat ze meenden op de vrije markt meer voor hun diensten te kunnen vangen. Nu het met die vrije markt even tegenzit wil de minister-president die arme zzp-ers de hand boven het hoofd houden. Persoonlijk ken ik legio doctorandussen, ingenieurs, zelfs doctoren die jaar in jaar uit werkloos thuis zitten. Mensen dus met een goed stel hersenen. Niemand die eens komt praten over wat voor hen nu geschikt werk zou zijn. Als voor hen nu eens constructies bedacht zouden worden, waarmee zij zich, tot op zekere hoogte naar eigen, inzicht, nuttig konden maken, dan zou de samenleving daar uiteindelijk meer baad bij zijn, dan werkverschaffing aan zzp-ers zodat zij hun tophypotheek kunnen afbetalen. Echt originele ideeën komen namelijk niet voort uit gestroomlijnde organisaties waar iedereen elkaar nakakelt. Ook niet als deze werknemers als zzp-er worden ingehuurd. Juist dan praten ze hun opdrachtgever(s) naar de mond. Echte innovatie komt van eigenwijze dreutels die moeite hebben om binnen zo’n gestroomlijnde organisatie te functioneren. Die zou je eens moeten subsidiëren, of op zijn minst faciliteren. Daar zou zelfs Adam Smith niets op tegen hebben.

Knibbel knabbel knuisje, wie knabbelt daar aan mijn huisje?

Naar aanleiding van Nova, 29 april 2009 

Dat mensen genoodzaakt zijn hun huis te verkopen omdat hun WW-uitkering stopt, en ze niet in aanmerking komen voor bijstand. Dat zal komende tijd nog vaak gebeuren.

Een oplossing die de ronde doet is dat woningbouwverenigingen deze huizen opkopen, om ze vervolgens aan de voormalige eigenaren te verhuren. Voordeel is dat men in ieder geval voorlopig, in het huis blijven wonen. Ook kan men het huis terugkopen, als de situatie tijdig verbeterd.

Het  kan evenwel zo zijn dat ook de gevraagde huurprijs op den duur niet opgebracht kan worden. Men woont gezien het huidige inkomen zogezegd boven zijn stand. In dat geval is verhuizing naar een eenvoudiger huis op den duur onvermijdelijk. De regeling is vooral geschikt voor niet al te riante woningen, waarvoor niet al te veel huur voor gevraagd wordt.

Het vermogen van de voormalige eigenaren kan berekend worden door de overblijvende hypotheekschulden van het  uit verkoop ontvangen bedrag af te trekken. Omdat woningbouwverengingen tegen heersende marktprijzen kopen, kan het echter zo zijn dat het door verkoop verkregen bedrag kleiner is dan de overgebleven hypotheekschuld. In dat geval heeft men dus een negatief vermogen en komt men in aanmerking voor bijstand. Door die bijstand is men beter in staat de hypotheek te blijven aflossen.

De hele constructie is gebaseerd op de gedachte dat woningbouwverenigingen altijd bereid zijn, huizen tegen de heersende marktprijs te kopen. Door de huizen te kopen nemen ze evenwel het risico van prijsdalingen op de huizenmarkt op zich. De vraag is of ze dat wel willen doen op en moment dat de huizenprijzen erg hoog zijn en de economische vooruitzichten onzeker zijn.

Wetenschappelijk opportunisme

Naar aanleiding van Nova, 28 april 2009 

Na de oorlog waren er opeens geen nazi’s meer. Zelf in Duitsland was de NSDAP in één keer weggevaagd. Maar goed ook natuurlijk, maar is dit nu een kwestie van inkeer of toch gewoon opportunisme?

Op de business school van het deftige Havard geven professoren toe dat ze vóór de crisis oppervlakkig bezig waren, te zeer gericht op korte termijn winst, maar dat ze nú als bij toverslag inzien dat bedrijven ook een maatschappelijke rol te vervullen hebben. Is dit inkeer of opportunisme?

Dezelfde studenten die voorheen stonden te springen voor een ‘blitz’-carrière op Wallstreet staan sinds kort te springen voor een carrière ‘to make the world a better place’. Inkeer of opportunisme?

Inkeer of opportunisme, inzicht is het in ieder geval niet, want de theorieën die de ene en de andere benadering beschrijven bestaan al tientallen jaren. Men schakelt gewoon over van de ene naar de andere bestaande theorie.

Wedden dat aan bedrijfskundefaculteiten aan beide kanten van de oceaan een hernieuwde belangstelling voor het ‘stakeholder model’ ten koste van het ‘shareholder model’ ontstaat?

Oude wijn wordt bijtijds in een bijdetijds zakje gedaan.

 

Met een nieuwe naam erop.

Molochs verdwijnen als energiemarkt duurzaam wordt

Naar aanleiding van Nova, 24 april 2009

In 2000 zijn de Gemeentelijke Nutsbedrijven Maastricht verkocht aan Essent voor 233 miljoen euro. Burgemeester Leers heeft met dat geld zijn daadkracht kunnen bekostigen. Nu dreigt Essent verkocht te worden aan RWE.

Bij de productie van energie hou je maar liever de vinger aan de pols. Dat geldt ook voor de productie van voedsel. De Europese landbouwsubsidies zijn ooit bedacht, om in eigen voedselbehoefte te kunnen blijven voorzien.

Sinds 1992 staat Europa evenwel gelijk aan vrije markt. Als de markt het doet, dan is het goed. In dat teken staat de overname van Essent door RWE. Take the money and run.

Voor de duurzaamheid is het belangrijk dat energiebedrijven de komende decennia overschakelen op zon- en windenergie. Maar zijn de molochs van energiebedrijven die nu  ontstaan daar in de toekomst wel toe in staat? Dat is nog maar de vraag. Naarmate zon- en windenergie terrein winnen, wordt de productie grootschaliger dan een paar zonnepanelen op het dak, maar blijft toch minder grootschalig dan dat het een energiemoloch van internationale omvang vereist.

Het leuke is juist dat de energiemarkt dan demonopoliseerd en de-oligopoliseerd, en dat productie dicht bij de afnemers kostenverlagend werkt. Het aantal aanbieders kan dan stijgen ten opzichte van nu. Een schaal van laten we zeggen de voormalige Gemeentelijke Nutsbedrijven Maastricht wordt dan optimaal. Dus wellicht toch jammer dat de Gemeentelijke Nutsbedrijven Maastricht verkocht zijn aan Essent.