Adequaat handelen 1 & 2

Adequaat reageren 1

Naar aanleiding van Nova, 13 juni 2009 

… en de wereld kijkt machteloos toe. Of heeft Obama een troef achter de hand? Door nu adequaat te reageren zou hij zijn staatsmanschap kunnen bewijzen. Wat is evenwel adequaat in deze situatie?

Zoete broodjes bakken met Ahmadinejad lijkt me geen optie. Dat is verraad aan de oppositie die zich waarschijnlijk door verkiezingsfraude buitenspel gezet weet. Ahmadinejad vermanend toespreken is al iets geloofwaardiger, maar zal weinig veranderen. De bestaande vijandschap tussen de VS en Iran wordt er alleen maar door bevestigd.

Adequaat lijkt me als Obama (en in zijn kielzog andere westerse leiders zich voorlopig niet richten tot Ahmadinejad, maar tot de groep rond Mousavi. In geval van verkiezingsfraude zijn zij immers de ware democratische machtshebbers. Behandel hen dan ook als zodanig.

 

Adequaat  reageren 2

Naar aanleiding van Nova, 15 juni 2009

Dat Sarkozy een gesprek had met Europees woordvoerder van Mousavi, valt wat mij betreft in de categorie ‘adequaat reageren’. Deze heb ik eerder (als reactie op de reportage ‘Rellen in Iran na herverkiezing Ahmadinejad’ van 13 juni) omschreven als: zich richten tot de groep rond Mousavi.

Wil Teeven meer dan scoren voor de bühne?

Naar aanleiding van Nova, 12 juni 2009 

Ik vraag me af wat Teeven nu wil. Wil hij scoren voor de Bühne of denkt hij voldoende troeven in handen te hebben om de staatsecretaris tot aftreden te dwingen.

Kwalificaties als “volksverlakkerij”; “de boel flessen”; “schandalig”; “de bevolking voor de gek houden”  zijn vooral geschikt om het publiek te overtuigen, maar zullen regeringspartijen er niet toe brengen Albayrak af te vallen. Kwalificaties als “de tweede kamer verkeerd informeren”; “de wet niet toepassen”; “de noodmaatregel verzwijgen”, overtuigen de een of de andere regeringspartij wellicht wel.

Een gecompliceerde relatie

Naar aanleiding van Nova, 11 juni 2009 

De relatie tussen de president van DNB en de minister van Financiën ligt per definitie gecompliceerd. De een is niet de baas van de ander. Toch moeten ze samen, ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, door één deur kunnen. Zo mogen ze elkaar niet al te zeer weerspreken. Als nu Wellink en Bos op één dag, tijdens één reportage twee diametraal tegenover elkaar staande boodschappen over de economie de wereld insturen (Bos : Wellink = optimisme : pessimisme), dan weet je dat iets hun onderlinge relatie troebleert. Wat dat is, blijft voorlopig nog gissen.

Vrijheid, vrijheid!

Naar aanleiding van Nova, 11 juni 2009 

Erg bemoedigend om te zien dat de talrijke jeugd in Iran in grote getale voor vrijheid kiest. Hopelijk winnen ze de verkiezingen, en zijn ze daarna voldoende in staat ook de geestelijke leiding van deze theocratie te bedwingen.

Vanzelfsprekend is dat niet. Er is al eens eerder een hervormingsgezinde president gekozen. Die had evenwel niet veel in de melk te brokkelen.

Desalniettemin is het hartverwarmend om te zien hoe de mensen aldaar niet meer in staat zijn zich aan de regels van wat wel en niet mag, te houden. Ze schreeuwen het gewoon uit: Vrijheid, vrijheid!

Blijkbaar is een Islamitisch regime de beste propaganda tegen moslimfundamentalisme. Iran is immers het land waar de hedendaagse Islamitische revolutie begon. Als het daar begint te kantelen, dan is dat wellicht een aanwijzing dat de hoogtijdagen van het moslimfundamentalisme elders ook tanende zijn. Ook Che Quevara  en de RAF streden namens het marxisme voor de grote omwenteling, maar waren na de jaren 70 gewoon passé.

Superlijm, superbril

Naar aanleiding van Nova, 10 juni 2009 

Borghouts plakt met superlijm aan het pluche. Dat ze hem na de Icesave-affaire toch met open ogen en open armen bij het ABP als commissaris benoemd hebben, schoffeert de pensioengerechtigden van deze organisatie. Hij kon niet op de centjes passen bij de provincie Noord-Holland maar mag nu wel controleren of het ABP wel goed op de centjes past.

Maar ja, zijn bril is dan ook erg apart. Echt hoorn, zo te zien. En zo gewaagd dat de kleurschakering niet symmetrisch is. Net als de tekening van de vacht bij een koe of hond. Bij het aanschouwen van zo’n superbril, val je toch acuut in katzwijm. Iemand met zo’n bril moet wel verstand van pensioenen hebben. Artistiek op de centjes passen, zullen we het maar noemen.

Van GroenLinks is hij. Is dat niet die partij van Femke Halsema die iedereen de les leest? Over Borghouts hoor je haar niet…

Bijzonder onderwijs als cultureel erfgoed

Naar aanleiding van Nova, 9 juni 2009 

Ik heb eens een lezing bijgewoond van een Vlaamse filosofieprofessor – ik ben zijn naam kwijt. Vanuit een conservatieve invalshoek had hij een oplossing over hoe om te gaan met bijzonder onderwijs in een christelijke edoch islamiserende samenleving. Zijn uitgangspunt was dat christenen vanuit de geschiedenis een voorrecht hebben verworven omdat zij er in belangrijke mate aan hebben bijgedragen het onderwijs van de grond te trekken.

Bij het katholieke volksdeel is bijvoorbeeld te zien dat veel scholen zijn ontstaan door toedoen van kloostergemeenschappen. Ik heb bijvoorbeeld nog op een kleuterschool gezeten, waar de onderwijzeressen zusters waren in habijt. Ook op de middelbare school was de rector nog een broeder evenals verschillende leraren. Dat kloosters zich met onderwijs bemoeiden gaat terug tot de diepe middeleeuwen. De geschiedenis van het onderwijs binnen het protestantisme ken ik niet zo goed, maar ik neem aan dat men daar ook vanuit het geloof onderwijs opzette. Dit speelde zich allemaal af voor de tijd dat de overheid het onderwijs financierde. Volgens de Vlaamse filosoof rechtvaardigde deze ontstaansgeschiedenis het recht op bijzonder onderwijs voor christenen. Vanuit die gedachte doorredenerend hoef aan moslims in Nederland evenwel niet het recht aan bijzonder onderwijs verleend te worden.

De vraag is nu: Hoe rechtvaardig je zo’n gedachtegang in een wet? Mijn oplossing zou de volgende zijn: Omdat de overheid tegenwoordig het onderwijs geheel financiert, is het niet meer nodig om naast openbare scholen het recht toe te kennen nieuwe bijzondere scholen op te richten. De mogelijkheid om bijzondere scholen op te richten, kan dus uit de wet geschrapt worden. De bestaande bijzondere scholen kunnen evenwel blijven voortbestaan, natuurlijk mits ze voldoen aan de gestelde eisen. Bijzondere scholen worden zo een soort cultureel erfgoed, en het is aan de gemeenschappen die deze scholen vertegenwoordigen om dat erfgoed al dan niet in stand te houden. Onder dezelfde noemer kun je ook de bestaande islamitische scholen laten voortbestaan. Omdat dat er in aantal niet zoveel zijn, blijft het voor de overheid mogelijk om daar goed toezicht op te houden. Op deze manier kan de toekomst zijn weg vinden, zonder dat het verleden wordt ontkent.

Nederlanderschap niet meer als gratuit erbij

Naar aanleiding van Nova, 5 juni 2009 

Op de vraag waarom hij minister is geworden antwoordde Van der Laan destijds dat hij er genoeg van had problemen virtueel op te lossen nadat hij Nova had gekeken. Toen kon je als kijker nog niet via internet reageren. Nu hoef je niet meer minister te worden om van je te laten horen. Maar, toegegeven, reageren via internet verdiend beduidend minder.

Het interview met Van der Laan droop van de “Weltschmerz”. Ik hoor Clairy Polak nog zeggen dat gedacht wordt dat al die allochtone mensen slecht zijn. Ik kan haar geruststellen. Dat is niet wat gedacht wordt. Dat is een karikatuur van wat gedacht wordt. Verreweg de meeste mensen begrijpen heel goed dat mensen met een andere achtergrond niet beter of slechter zijn. Waar het om gaat is dat deze mensen heel gemakkelijk, en daardoor in grote mate zijn toegelaten tot de Nederlandse samenleving terwijl daar, vanuit Nederland bezien, geen behoefte aan was. Al bij de eerste gastarbeiders was het wellicht verstandiger geweest om te investeren in arbeidsproductiviteitverhogende diepte-investeringen, dan import van ongeschoolde arbeid.

Maar goed, als die gastarbeiders na verloop van tijd met een goedgevulde beurs naar het land van herkomst waren teruggekeerd, dan was er niets aan de hand geweest. Zij gelukkig, wij gelukkig. Dat is ook wat gastarbeider betekent. Het zijn gasten, dus je behandeld hen goed. Dat kun je ook opbrengen, omdat je van een gast weet, dat deze op een gegeven moment weer vertrekt.

De echte problemen zijn pas ontstaan toen de politiek het idee van terugkeer losliet en gezinshereniging en gezinsvorming op gang kwam. Getalsmatig bezien, heeft dit het overgrote deel van de migratie uit Marokko en Turkije veroorzaakt. Door ook nog eens dubbele nationaliteit toe te staan, zijn sinds 1992 heel veel van die immigranten ook nog eens genationaliseerd. Het CBS hierover:

“Tussen 1 januari 1992 en 1 oktober 1997 konden niet-Nederlanders bij naturalisatie hun oorspronkelijke nationaliteit behouden. Daarvan is op grote schaal gebruik gemaakt. Sinds 1 oktober 1997 geldt de regel dat personen slechts één nationaliteit mogen hebben. Door de vele uitzonderingen op de regel kon echter bijna 80 procent van de genaturaliseerden in de jaren 1998–2007 nog steeds de oorspronkelijke nationaliteit behouden.”

Inmiddels kan worden vastgesteld, dat Nederland de voortdurende immigratiegolf sinds de jaren ’60 nooit verwerkt heeft. Daarom ook dat immigrantenkwesties een onevenredig aandeel van de aandacht van de politiek en media blijven opeisen. De indruk ontstaat dat al die aandacht voor allochtonen ten koste gaat van autochtonen; dat de allochtonen worden gepamperd, terwijl de autochtonen hun problemen zelf mogen oplossen. De burgemeester van Pekela had het in de uitzending over het gevoel dat de een wordt geholpen terwijl de ander op achterstand wordt gezet.

Door tientallen jaren voortdurende immigratie is de Nederlandse samenleving ontwricht geraakt en krijgen allerlei details geen aandacht. Een huis met schots en scheve muren kun je nu eenmaal niet mooi strak behangen. Vervelend daarbij is dat de overheid op de rem blijft staan en zodoende enig structureel herstel in de weg staat. Op 24 mei antwoordde Wouter Bos nog in Buitenhof louter afwijzend op de mogelijkheid van maatregelen, met als argumentatie dat het toch nooit zo zal worden als in de jaren ’50. Zo worden de uitzonderingen op de regel dat personen slechts één nationaliteit mogen hebben niet geschrapt, en wordt ook geen gebruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheid om de Nederlandse nationaliteit weer in te trekken als een genaturaliseerde persoon geen afstand doet van zijn oorspronkelijke nationaliteit. Al helemaal niet wordt er gekeken naar mogelijkheden deze wetgeving uit te breiden tot iedereen met een dubbele nationaliteit, waardoor de spreekwoordelijke Marokkaanse raddraaiers, daaronder valt.

De bedoeling van bovenstaande maatregelen is niet om allochtonen het land uit te zetten, maar wel om als Nederlandse samenleving alsnog het niet mis te verstane signaal af te geven dat de Nederlandse nationaliteit niet vrijblijvend is. Wie voor de Nederlandse nationaliteit kiest, maakt zich daar afhankelijk en houdt geen alternatief achter de hand Autochtone Nederlanders hebben immers ook geen alternatief achter de hand. Wie zich niet afhankelijk wil maken van de Nederlandse nationaliteit, staat het vrij daar van af te zien. Daarmee maak je de keuze voor het Nederlanderschap door allochtonen tot een bewuste keuze, en is het niet meer iets dat je er gratuit bij krijgt.

Escalating commitment (2)

Naar aanleiding van Nova, 4 juni 2009 

Mijn indruk is dat de risico’s van de boren onder de binnenstad en de baten bij de alleen de noordlijn wel erg laag worden ingeschat. Je moet maar durven te stellen dat er geen technische, maar enkel organisatorisch problemen zijn. Bovendien vraag ik me af of de bewoners van Noord het wel eens zijn met het oordeel van de commissie dat de keuze voor alleen de noordlijn slechts een erg dure tunnel onder het IJ betreft, die verder weinig impuls aan de stad geeft. Mochten deze inschattingen niet kloppen, dan zijn de uitkomsten van het rapport sowieso onbetrouwbaar.

Maar ook als we ervan uitgaan dat op de kosten-baten analyse van Veerman niets is af te dingen, dan nog presenteert hij de gegevens op een manier die burgers en bestuurders volop in de val van “escalating commitment” doet trappen. “Escalating commitment” betekent dat naarmate men financieel meer geïnverteerd heeft, het moeilijker wordt om een mislukking toe te geven, en  dat men daarom bereid is keer op keer opnieuw gigantische kostenoverschrijdingen aan te gaan (zie ook mijn reactie op de Nova-reportage “Noord-zuidlijn: kosten en baten” van 21 mei). Veerman legt in zijn rapport, maar ook in de media namelijk een grote nadruk op kosten die al gemaakt zijn, en het gevoel van verlies dat daarmee samenhangt. Hij beaamd: Als we nu stoppen is het weggegooid geld. Het betekent een gevoel van “het is allemaal voor niets geweest”. In het rapport blaast hij het gevoel van verlies nog eens op tot gigantische proporties:

“Het stilleggen van de aanleg van de Noord/Zuidlijn zou in de visie van velen en ookin de visie van de Commissie een nederlaag betekenen voor de stad Amsterdam, deNederlandse samenleving, de Nederlandse civiele techniek en waterbouw en eenzware slag toebrengen aan het gezag en prestige dat Nederland heeft om groteinfrastructurele en waterbouwkundige projecten te realiseren.”

Als we de werkelijke keuzemogelijkheid evenwel puur rationeel beschouwen en kosten die toch al gemaakt zijn en waar niets aan te doen valt (sunk costs) buiten beschouwing laten dan komen we louter op cijfers van de commisie Veerman tot de volgende kosten- en batenanalyse:

Bij “stoppen” is het verlies 0,6 miljard

Bij “alleen noordlijn” is het verlies 0,79 à 0,89 miljard

Bij “doorgaan” is het verlies 1  à 0 miljard

Ook volgens de berekeningen van de commissie Veerman kan het dus zo zijn dat we met “doorgaan” per saldo slechter af zijn, dan bij “stoppen” of met “alleen noordlijn”. Zo duidelijk is die keuze voor “doorgaan” dus helemaal niet. Het is niet waar dat op puur bedrijfseconomische gronden een verlies van 1 à 0 miljard te prefereren is boven een zeker verlies van 0,6 mld. of een verlies van 0,79 à 0,89 mld. Dat hangt van de verdere bedrijfseconomische situatie af, en daar gaat de commissie Veerman niet over. Door toch een duidelijke voorkeur uit te spreken voor “doorgaan” en door sterk te spelen op het sentiment dat samenhangt met verlies nemen, manipuleert Veerman de uitkomst en communiceert hij niet eerlijk naar bevolking en bestuurders toe. Hij doet dus niet wat hij adviseert.

De schijn van democratie als nuance

Naar aanleiding van Nova, 4 juni 2009 

De nuance heeft verloren, concludeert Clairy Polak. Maar, vraag ik me dan af, hoe aan de nuance toekomen als er over de grote lijnen onduidelijkheid blijft bestaan? Een schots en scheve muur kun je toch ook niet mooi strak behangen. De EU heeft weliswaar een parlement maar is bij lange na geen democratie. Besluiten worden namelijk intergouvernementeel genomen. Natuurlijk zijn de staatshoofden die deze besluiten bekokstoven in hun land democratisch gekozen, maar nooit vanwege hun op achternamiddagen in elkaar geflanste Europees beleid. De nationale parlementen kunnen de besluiten van de staatshoofden officieel torpederen, maar doen dat meestal niet. De facto worden ze door de besluiten van de staatshoofden voor het blok gezet. Zelfs de staatshoofden zelf krijgen weinig ruimte om naar eigen goeddunken te beslissen. Ze zetten elkaar onder druk door op zogenaamde topontmoetingen door tot het ochtendgloren door te vergaderen. Beschonken en met kleine oogjes komen ze dan tot een compromis. En het EU-parlement? Dat is vooral leuk voor wie er in zit vanwege de voortreffelijke primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. De nuance heeft niet verloren. De nuance is zoek. De democratie is zoek.

Als die staatshoofden zich tijdens die topontmoetingen nu zouden beperken tot onder de EU-bevolking breed gedragen besluiten, maar dat doen ze niet. Ze overrompelen de Europese burger met de meest vergaande besluiten waar Europese burgers zelf waarschijnlijk nooit in meerderheid voor zouden hebben gekozen. De burgers van de EU zijn verrast door de versnelde toetreding van tien en vervolgens nog eens twee Oost-Europese landen. Bijna was hen een grondwet in de maag gesplitst. Dan hoeft het toch niet te verwonderen dat veel kiezers wantrouwig zijn ten aanzien hoe in de EU besluitvorming plaatsvindt.

In mijn reactie op Nova Politiek van vrijdag 22 mei heb ik getracht te verduidelijken hoe Groenlinkser Lagendijk zich vrijwillig bindt aan voorwaarden voor toetreding van Turkije. Toeval of niet, deze discussie over de besluitvorming rond een eventuele toetreding van Turkije kreeg een prominente plek in beide debatten met EU-lijsttrekkers. Daar werd duidelijk dat de meeste lijsttrekkers zich eveneens vooraf wensen te binden aan voorwaarden tot een mogelijke toetreding van Turkije, net zoals ook Lagendijk dat doet. Is zo een discussie dan niet relevant omdat toetreden van Turkije momenteel even niet in het verschiet zou liggen? Dat lijkt me geen reden. Nu lijkt toetreding van Turkije ver weg, maar dat kan snel veranderen, zeker omdat Obama zich heeft uitgesproken voor toetreding van Turkije tot de EU. De discussie is hoogstens niet relevant omdat het Europarlement helemaal niet gaat over toetreding van Turkije. Daar gaan de staatshoofden en uiteindelijk de nationale parlementen over. Het Europarlement zal een dergelijk besluit hoogstens nog eens ritueel bevestigen, om de schijn van democratie hoog te houden. Over nuance gesproken.

Wie is er origineel in de politiek?

Naar aanleiding van Nova, 28 mei 2009 

Voordat Fitna uitwas, hoorde ik op het journaal een studente met hoofddoek zeggen dat Wilders’ film niet erger kon worden dan “Islam: What the West needs to know.” Nieuwsgierig geworden, bekeek ik de film via “You Tube.” Opgedeeld in stukken bleek de film anderhalf uur te duren. Rustige interviews met erudiete schrijvers wier boeken ook in Nederlandse vertaling in de boekhandel te verkrijgen zijn, worden afgewisseld met fragmenten over fanatieke moslims zoals die ook in Fitna te zien zijn. Er wordt uitvoerig uit Islamitische literatuur geciteerd, met de nodige bronvermeldingen, zodat wat beweerd wordt ook controleerbaar is. Mede daardoor is het een interessant discussiestuk. De strekking van de documentaire is dezelfde als die van Fitna. Ook hier betreft het de waarschuwing dat de Islam streeft naar suprematie, per land, maar ook mondiaal. Toen ik Fitna uiteindelijk bekeek, zag ik het als een soort samenvatting van die film.

Vandaag ben ik na Nova ook weer even op “You Tube” gaan kijken. Deze keer om een onverknipte versie van Wilders bijdrage aan het debat te zien. Ik vond een acht minuten durend aaneengesloten fragment uit het rechtstreekse debat zoals dat is uitgezonden op Politiek 24. Tegen het einde van dat fragment, gaf Wilders zijn bronnen prijs. Ter verdediging zegt hij dat ook columnisten in Trouw zich kritisch hebben getoond tegenover Joanie de Rijke. Na even zoeken kom ik terecht bij een column van Elma Drayer. Zij beweert daarin precies hetzelfde als Wilders ook beweerd. Uit het gegeven dat Joanie de Rijke wel erg veel begrip toont voor haar ontvoerders annex verkrachters, leest Drayer af hoezeer de postmoderne moraal wel niet is ingedaald. Ze spreekt van een modieus glibberdenken waarin alles in zijn tegendeel kan verkeren. Ze schrijft “Wat jij vrijheidsberoving noemt, noem ik gastvrijheid. Wat jij een ordinaire verkrachter noemt, noem ik een man die last heeft van zijn hormonen. Wat jij een dader noemt, noem ik een slachtoffer.”

Zowel in het geval van Fitna, als in zijn verhaal over Joannie de Rijke is de bijdrage van Wilders is niet zozeer de argumentatie zelf, maar het verplaatsen van bestaande argumentatie naar het parlement. Wilders doet dat heel vakkundig. Wat de boodschap recht in het gezicht doet belanden, is met name dat hij het Stockholmsyndroom (het verschijnsel dat ontvoerden gaan sympathiseren met hun ontvoerders) niet enkel betrekt op Joannie de Rijke, maar van toepassing verklaard op iedereen die problemen met allochtonen bagatelliseert. Dat komt aan! Ook het Stockholm syndroom is evenwel reeds aangehaald door Elma Drayer in diezelfde column.

Nu wil ik me niet vergelijken met een professioneel columnist als Elma Drayer, maar mij is kortgeleden iets soortgelijks overkomen. In een internetreactie op het artikel van  J.P. Balkenende “Sterker uit de crisis met Rijndeltamodel” in het NRC, formuleer ik drie tegenwerpingen tegen zijn betoog. Wat schetst afgelopen zondag mijn verbazing? In Buitenhof noemt Wouter Bos twee van mijn tegenwerpingen, te weten, dat het onzin is om de huidige crisis aan menselijk falen en niet aan marktfalen te wijten, en dat men zich in de toekomst moet blijven hoeden voor innovatieve financiële producten omdat deze juist de crisis veroorzaakt hebben. Dan vraag ik me toch af, wie is er nu origineel in de politiek?

Multimedia over geschiedenis hoeven niet in een gebouw

Naar aanleiding van Nova, 27 mei 2009 

Directeur Schilp toont via extern onderzoek aan dat het door de Tweede Kamer verkozen plan toch niet zo’n goed plan is. Dan is het begrijpelijk dat de Tweede Kamer haar besluit heroverweegt. Terug naar af, zoals Boris van de Ham zegt.

Maar, vraag ik me af, is het parlement niet al een keuze voor een museum in de maag gesplitst door haar te laten kiezen uit drie opties? En, is dan de vervolgvraag, is een keuze voor een museum wel de meest doelmatige manier om de bevolking in den brede in contact te brengen met de (vaderlandse) geschiedenis? Ik meen dat er veel doelmatigere methoden zijn te bedenken dan een museum.

Waarschijnlijk wordt het nog te realiseren museum niet volgestouwd met voorwerpen uit vervlogen tijden, maar volgehangen met multimedia. Veelal zullen dat filmbeelden en animaties (zoals in computergames) zijn. Dan is mijn vraag waarom al die multimedia perse in een gebouw gesitueerd dient te worden. Is het niet veel effectiever om al dat materiaal via internet, dvd, blue ray, en, niet te vergeten, televisie ruimschoots ter beschikking te stellen, zodat de beoogde doelgroepen er ook daadwerkelijk mee in aanraking komen?

Neem bijvoorbeeld de schoolgaande jeugd. In hun hele schoolcarrière zullen ze het museum niet vaker bezoeken dan dat ze nu Artis bezoeken. Dat zal één hooguit twee keer het geval zijn. Als er evenwel beeldmateriaal breed beschikbaar komt, dan kunnen leraren geschiedenis het hele jarenlange onderwijsprogramma  daar les in les uit mee illustreren. En als leerlingen zich een bepaald onderwerp niet meer zo goed voor de geest kunnen halen, dan bekijken ze het gewoon via internet nog eens.

Er bestaat trouwens voor geen enkel vak zoveel beeldmateriaal dan voor geschiedenis. Neem bijvoorbeeld het uitzendingenarchief van Andere Tijden of van In Europa. Op basis van dat materiaal kun je inzoomen op talloze onderwerpen uit de nieuwste geschiedenis. Charles Groenhuijsen heeft afgelopen jaar ook nog een serie gepresenteerd over de geschiedenis van de prehistorie tot heden in vijf of zes uitzendingen. Heel toegankelijk, zelfs voor de onderbouw. Wat ik maar wil zeggen: Er is heel veel, en wat er nog niet is, kan gemaakt worden. Maar maak het vervolgens gewoon breed toegankelijk. Dan heb je in principe geen gebouw nodig, hoe mooi dat ontwerp van Francine Houben ook is.

Wat ik trouwens wel een goed idee vind, dat is om allerlei historische locaties bij het project te betrekken. Daar kun je ook historische stukken tentoonstellen. Via multimedia kun je die plekken alvast verkennen, maar als je daadwerkelijk naar zo’n plek gaat, wordt je terplekke wegwijs gemaakt via diezelfde multimedia. Als kind heb ik bijvoorbeeld nooit geweten hoeveel geschiedenis zich in een straal van pak ‘m beet 30 kilometer rondom mijn ouderlijk huis heeft afgespeeld. Dat gaat echt van de diepe prehistorie, via de Romeinen en de Middeleeuwen tot de recente geschiedenis aan toe. Je zou bijvoorbeeld in de onderbouw (geen examenstof) een schooljaar lang de geschiedenis kunnen beschrijven aan de hand van  historische locaties in de omgeving. Dan gaat geschiedenis niet alleen leven. Dan raak je verbonden met de geschiedenis.

Flapdrol of appelflap?

Naar aanleiding van Nova, 26 mei 2009

In mijn Van Dale groot synoniemenwoordenboek staan  de volgende aan ‘flapdrol’ betekenisverwante woorden opgesomd: sufferd, domkop, dommerik, domoor, druiloor, eend, ei, ezel, ezelsveulen, kalf, kalfskop, koe, kuiken, kwezel, oen, oliebol, onbenul, rund, schaapskop, stommeling, stommerd, stommerik, sufkop, uil, uilskuiken, appelflap, augurk, dombo, droplul, eikel, gehaktbal, kloris, oelewapper, oetlul, uilenbal, bal gehakt, hals, dodo, jojo en minkukel.

Gezien de mogelijke alternatieven had Marijnissen best een ander woord kunnen kiezen. Waarom nu juist ‘flapdrol’ en niet, laten we zeggen: ‘appelflap’ of ‘augurk’? Dat had toch ook gekund!?

Erst das Fressen, dann die Moral!

Naar aanleiding van Nova, 26 mei 2011 

Ha, eindelijk weer eens een PVVer bij Nova! Dion Graus. Alleen al kijken naar hem, is een feest! Blauwe, ovale glazen in een klein, zwart omrand montuur; rood krullend lang haar op een fors bemeten hoofd; een donker colbert dat fraai contrasteert met zijn vaalroze shirt; en dat alles zonder stropdas natuurlijk. Maar ja, het gaat in de politiek om de inhoud.

Eerlijk gezegd ben ik verrast door het standpunt van de PVV inzake dierenwelzijn. De PVV vindt op dit punt aansluiting bij  partijen als de Partij voor de Dieren en GroenLinks. Het lijken wel hippies bij de PVV.

Zelf ben ik moreel wat minder ontwikkeld. Zelfs na de acties van de Vegan Striker heb ik niet zoiets van: Het moet maar gedaan zijn met de nertsfokkerij in Nederland. Bovendien vraag ik me af  welk resultaat men denkt te bereiken, als we hier de nertsfokkerijen sluiten, terwijl ze in Griekenland met EU-subsidies worden opgezet. Het enige resultaat is dan dat Nederland zich kan beroepen op haar schone blazoen, terwijl de dieren er per saldo slechter vanaf zijn. Een bijkomend zorg is of  de Europese regelgeving wel toelaat dat Nederland eenzijdig de nertsenfokkerij verbied.

Maar goed, in de politiek is niet alleen de stellingname maar ook de uitvoering van belang. Als een goed kleermaker moet je ook op de afwerking letten, ook al is het ontwerp niet jou keuze. Dan valt toch wel op dat de PVV niet zondermeer de beurs wenst te trekken voor haar morele wensen. De gevraagde compensatie van een half tot een heel miljard euro willen ze niet betalen. In plaats daarvan willen ze een ruime overgangsregeling waardoor het bedrijfseconomisch verlies van bestaande fokkerijen beperkt blijft. Dan hoef je nog maar  weinig compensaties te betalen, en bereik je op termijn toch je doel. “Erst das Fressen, dann die Moral,” lijkt daarbij het devies. Misschien is dat wel het verschil met een partij als GroenLinks die de neiging heeft erg kortademig te worden, als morele eisen te stellen zijn.

Fight for your right to party

Naar aanleiding van Nova, 25 mei 2009 

Het recht om helemaal los te gaan wordt tegenwoordig wel heel letterlijk genomen. You’ve got to fight for your right to party. In het weekend worden alle remmen losgegooid. Als ongeleid projectiel ontdekt men de volwassenheid. Alsof bij alcohol en drugs ontoerekeningsvatbaarheid als excuus geldt. Daarbij maakt het uit wat er zoal naar binnengewerkt is.

Alcohol kan tot agressiviteit leiden, maar het is meestal een omslachtige van veraf te herkennen vorm van agressiviteit, die gelardeerd wordt met het nodige verbale spektakel. Een dronken vechtersbaas zoekt in feite naar consensus. Vaak herhaalt deze de vraag of je ruzie wil. Je hoeft eigenlijk alleen maar nee te antwoorden, en daarnaar te handelen, om je aan diens geweld te onttrekken.

Het gebruik van hennepachtigen leidt tot weinig agressiviteit. Fransoosjes die met hun Peugeot 205jes naar Maastricht komen om de plaatselijke coffeeshops te bezoeken, leveren nauwelijks overlast op. Ze zijn juist opvallend rustig. Ze praten op fluistertoon met elkaar en hun gympies hoor je ook al niet. Ze zijn al tevreden als je zonder te reageren aan hen voorbijloopt.

Onberekenbaar wordt het feestgeweld als pilletjes (amfetaminen en/of xtc-achtigen) in het spel zijn. Die geven vaak behalve een tomeloze energie ook een versnelde hersenactiviteit. Prikkels jagen dan met een dermate hoge snelheid door de hersenen, dat gedragsimpulsen nauwelijks nog in te schatten zijn, niet door de persoon in kwestie, maar ook niet door een buitenstaander. Loopt er zo iemand rond, dan kun je maar beter geen aandacht trekken en zoveel mogelijk uit de buurt blijven. Bij het gebruik van pilletjes, werkt alcohol trouwens niet dempend maar juist versterkend. Omdat alcohol ontremd, blijft er nog maar weinig over dat uitvoering van impulsen belet.

Het gebruik van alcohol en pilletjes in combinatie met het excuus van ontoerekeningsvatbaarheid, leiden ertoe dat overmachtsituaties ten aanzien van overheiddienders gemakkelijk uitgebuit worden. Blijkbaar is men daarbij nuchter genoeg om de geringe pakkans naar behoren in te schatten.

Wouter Bos noemt twee van mijn tegenwerpingen ten aanzien van Balkenende

In een internetreactie van woensdag 20 mei jl. (reactie 16) op het artikel van  J.P. Balkenende “Sterker uit de crisis met Rijndeltamodel” in het NRC, formuleer ik drie tegenwerpingen tegen diens betoog. Wat schetst afgelopen zondag (24 mei) mijn verbazing? In Buitenhof noemt Wouter Bos twee van mijn tegenwerpingen, te weten, dat het onzin is om de huidige crisis aan menselijk falen en niet aan marktfalen te wijten, en dat men zich in de toekomst moet blijven hoeden tegen innovatieve financiële producten omdat deze juist de crisis veroorzaakt hebben.

P.S.

Mijn reactie is te vinden als reactie 16.

EU mag zelf haar vrienden uitkiezen

Naar aanleiding van Nova, 22 mei 2009 

Je bent niet gebonden voordat je een verbinding aangaat. Dat lijkt Joost Lagendijk maar moeilijk in te zien.

Hij vindt nog steeds dat de EU gewoon regels voor toetreding moet opstellen. Sterker nog, hij wil gewoon we dezelfde regels toepassen als die golden toen overhaast tien Oost-Europese landen tot de EU werden toegelaten. Tegenover landen die aan de regels voldoen of lijken te voldoen, is de EU vervolgens met handen en voeten gebonden. Nee zeggen is dan in de visie van Lagendijk uitgesloten, want afspraak is afspraak.

Lagendijk begrijpt niet dat de toetreding zelf pas de status van afspraak heeft.

Tot aan de daadwerkelijke toetreding van een land is de EU niet gebonden aan regels met betrekking tot toetreding. De EU is extern zelfs niet gebonden aan het principe van gelijke monniken gelijke kappen. Nee, de EU mag zelf haar vrienden uitkiezen en hoeft daar geen verantwoording over af te leggen. Lid worden van de EU is geen recht, maar een voorrecht.

Hoe bijvoorbeeld zou je in regels moeten vastleggen dat Turkije verschilt van Europa in die zin dat het een land met sterke Islamitisch karakter is? Dat dit waarschijnlijk niet lukt, heeft als consequentie dat dit soort argumenten in het geheel niet meewegen in de regels. En wat niet in regels gevangen is, mag, volgens Lagendijk, niet meewegen in de beoordeling.

Zo formeel als Lagendijk zich opstelt tegenover de EU, zo meegaand stelt hij zich op tegenover toetredende landen. Lagendijk bepleit een boterzachte toepassing van de regels naar toetredende landen toe. Dat landen als Bulgarije en Roemenië daar bij hun toetreding misbruik van gemaakt hebben, geeft hij weliswaar toe, maar leidt bij hem niet tot een andere opstelling. Het is dat hij weet dat toetreding van Turkije momenteel toch geen kans maakt, maar o wee als de kansen keren, dan staat Lagendijk vooraan om Turkije welkom te heten, … en dan hoeft dat met die regels ook niet meer zo.

Geld en gezondheid

In de reportage  van Nova, 21 mei 2009 wordt gezegd:

Specialisten in Nederland verdienen sowieso het dubbele (200%) of het drievoudige (300%), en soms wel het viervoudige (400%) of meer ($$$?), dan specialisten in Duitsland.

Pardon?

O, daarom is gezondheidszorg in Nederland zo duur!

Er zijn wel eens over grotere pietluttigheden Kamervragen gesteld. Mij lijkt duidelijk dat hier structureel iets mis zit.

Escalating commitment

Naar aanleiding van Nova, 21 mei 2009 

Wat zijn de Amsterdammers stil? Is het stilte voor de storm of zouden ze echt zitten te wachten op her verlossende woord van commissie Veerman? Nou, daar heb ik niet veel vertrouwen in. Met zijn plan voor veel te hoge dijken, heeft hij al laten zien niet vies te zijn van mega-infrastructurele projecten. Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom juist hij tot commissievoorzitter benoemd is.

In vaktermen heet het probleem waar Amsterdam mee zit ‘escalating commitment’: Naarmate men financieel meer geïnverteerd heeft, wordt het moeilijker om een mislukking toe te geven, en is men bereid  keer op keer opnieuw gigantische kostenoverschrijdingen aan te gaan. Rationeler zou zijn om het verlies te nemen (sunk costs), en overnieuw te kiezen wat het beste is om te doen op basis van de dan ontstane situatie.

Ik heb begrepen dat er mogelijkheden zijn om in ieder geval de tot nu toe gemaakte investeringen adequaat te benutten. Het noordelijke deel van het traject tot Centraal Station is namelijk ook nuttig zonder dat de lijn verder naar het zuiden doorgetrokken wordt.

Frank Bruinsma en Victor van Lamoen weten overigens de mogelijke baten van de Noord-Zuidlijn heel aannemelijk te relativeren.

Gaat wet gaat boven natuurwet?

Naar aanleiding van Nova, 20 mei 2009

Een schamel onderkomen binnen de normen die de gemeente Amsterdam zeven jaar eerder geformuleerd heeft, dat lukt net. Maar een volwaardig huis met de daarvoor beschikbare materialen, dat lukt zelfs gespecialiseerde architecten- en ingenieursbureaus niet. Natuurwetten laten zich nu eenmaal niet dwingen.

Wethouder Van de Poelgeest staat echter boven de natuurwet. 1,50 meter of 1,51 meter wat maakt het uit. De gemeente moet gewoon ergens een grens trekken en die is gesteld op 1,50 meter. Om daar nu aan te gaan tornen. Volgens hem heeft zo’n norm blijkbaar niks met natuurkunde te maken.

Ook projectleidster Marlene Rienstra had blijkbaar op de middelbare school geen natuurkunde in haar pakket. Wat ze doet, is vooral schaapachtig bevestigen wat de wethouder te berde brengt. Nee, niet bij de gemeente hadden ze niet goed nagedacht toen ze de norm vaststelden. Het zijn juist de huizenbouwers die niet goed hebben nagedacht, toen het hun maar niet wilde lukken om binnen de norm te blijven.

Waarschijnlijk is het Archimedes die niet goed heeft nagedacht toen hij zijn wet formuleerde. Hij had toch gewoon kunnen zeggen dat de opwaartse kracht die een lichaam in een vloeistof of gas ondervindt, groter is als het gewicht van de verplaatste vloeistof of gas. Probleem opgelost.

Reactie op artikel in NRC van J.P. Balkenende

Als reactie op het artikel in NRC van J.P. Balkenende met als titel Sterker uit de crisis met Rijndeltamodel heb ik volgende reactie geschreven:

Marktfalen bestaat niet

De doorgeschoten markt is geen marktfalen maar menselijk falen, zegt de minister-president. Hij gebruikt hier een variatie op de tegenstelling technisch falen en menselijk falen. Van technisch falen wordt gesproken als de constructie niet deugt. De premier zegt dus dat de constructie van de markt voorafgaand aan de crisis wel deugde. Daar ben ik het niet mee eens. Vanuit de VS is een  vorm van hyperkapitalisme overgewaaid, die grote jongens, zoals multinationals geen haarbreed in de weg legt. Bekend zijn de belastingverlagingen onder president Bush, maar ook de versoepelingen van de financiële spelregels onder Greenspan. De bonuscultuur is ook een uitvloeisel van dit type beleid. Nu kun je wel zeggen dat het beleid dat tot de crisis heeft geleid ook mensenwerk is, maar dan wordt de tegenstelling marktfalen – menselijk falen betekenisloos. Dan is elk falen menselijk. Dan bestaan marktfalen en technisch falen gewoonweg niet.

Crisis als afkickkliniek

Premier Balkenende stemt in met Ferguson als deze concludeert dat juist de continue vernieuwing van financiële producten heeft bijgedragen aan economische groei. Zeker heeft de financiële bubbel geleid tot economische expansie, maar betekent dat nu dat je op dezelfde voet verder moet na de crisis? Het is als popartiesten in een afkickkliniek die tot de conclusie komen dat ze hun succes toch aan de drugs te danken hebben. Je kunt dus raden wat ze gaan doen als ze, eenmaal een beetje opgeknapt, de kliniek verlaten. Pleit Balkenende er ook voor maar weer stevig aan de financiële derivaten te gaan, zodra het ergste van de crisis achter de rug is? Lijkt me geen duurzame keuze.

Echte innovatie komt van eigenwijze dreutels

In het kader van ondernemend werknemerschap wil de premier zzp-ers helpen. Zzp-ers zijn meestal voormalige werknemers die hun werknemerschap hebben opgegeven omdat ze meenden op de vrije markt meer voor hun diensten te kunnen vangen. Nu het met die vrije markt even tegenzit wil de minister-president die arme zzp-ers de hand boven het hoofd houden. Persoonlijk ken ik legio doctorandussen, ingenieurs, zelfs doctoren die jaar in jaar uit werkloos thuis zitten. Mensen dus met een goed stel hersenen. Niemand die eens komt praten over wat voor hen nu geschikt werk zou zijn. Als voor hen nu eens constructies bedacht zouden worden, waarmee zij zich, tot op zekere hoogte naar eigen, inzicht, nuttig konden maken, dan zou de samenleving daar uiteindelijk meer baad bij zijn, dan werkverschaffing aan zzp-ers zodat zij hun tophypotheek kunnen afbetalen. Echt originele ideeën komen namelijk niet voort uit gestroomlijnde organisaties waar iedereen elkaar nakakelt. Ook niet als deze werknemers als zzp-er worden ingehuurd. Juist dan praten ze hun opdrachtgever(s) naar de mond. Echte innovatie komt van eigenwijze dreutels die moeite hebben om binnen zo’n gestroomlijnde organisatie te functioneren. Die zou je eens moeten subsidiëren, of op zijn minst faciliteren. Daar zou zelfs Adam Smith niets op tegen hebben.

Manifeste en latente merkkennis

Naar aanleiding van Nova, 19 mei 2009 

De grap zelf in de reclameboodschap wordt in ieder geval onthouden. In zoverre kan ik mijn eerder gemaakte stelling dat humor samenhangt met (zelf)bewustzijn staande houden (zie reactie op reportage ‘Fawlty Towers bijna niet gemaakt’ van 6 mei jl).

Maar hoe zit dat nu met dat men zich het merk niet herinnert, maar toch qua koopgedrag reageert?

Bedoeld is dat je niet echt het merk kunt noemen dat bij een grappige reclame hoort, maar wanneer je het de betreffende merk ziet, dan herinner jij je wel de bijbehorende reclame. De reclame ken je dan manifest, maar het merk alleen latent.

De redenen die de reclamemakers in de reportage aangeven om het merk niet al te duidelijk aan te geven, hebben ermee te maken dat de kijker moeite moet doen om het merk te achterhalen. Dat is te vergelijken met zegeltjes plakken. Moeite doen, schept een band. Daar weten ze bij Douwe Egberts alles van.

Hier bestaat de moeite eruit dat het merk pas onthouden wordt als deze als toegevoegde informatie in gesprekken de ronde doet. Dan ben je als reclamemaker wel zo zelfingenomen dat je veronderstelt dat je reclame de ronde doet.

Overigens zijn er ook reclamemakers die vinden dat een merk wel groot en duidelijk op de reclame moet, zodat de kijker zich het merk herinnert. Probleem is dat nogal wat reclamemakers estheten zijn. Ze vinden een grote afbeelding van het merk afbreuk doen aan hun mooie reclame.

Van een bedoeld onbewust effect is in de uitzending  trouwens geen sprake. Manifeste kennis van het merk is dan wel niet nodig, maar mag wel. Het staat het effect van grappige reclame niet in de weg.

Westerns als historisch perspectief

Naar aanleiding van Nova, 18 mei 2009 

Iedere Amerikaan is een beetje soldaat, in ieder geval op zijn eigen erf. Dat heeft veel te maken met de geschiedenis van de VS als pioniersland.

In de pionierstijd was de overheid niet overal sterk genoeg om land, leven en eigendom te verdedigen. Daarom dat de overheid beroep moest doen op burgers om politie- en legertaken uit te voeren. Dat is goed te zien in westerns, hoe onvolmaakt deze ook in historisch opzicht mogen zijn.

Dikwijls zie je in een western dat een sheriff hulp nodig heeft om dieven te bestrijden. Hij moet dan hulptroepen  ronselen onder de bevolking. Als de bende erg machtig is, dan lukt dat dikwijls niet. Dan moet hij het in eerste instantie alleen, of met enkele getrouwen tegen de bandieten opnemen. Omdat westerns meestal een happy end kennen, overwint de sheriff na een eenzame strijd, waarna hij alsnog bijval van de bevolking krijgt.

Bij andere westerns zie dat de burgerbevolking het aan de stok krijgt met andere bevolkingsgroepen, meestal indianen of Mexicanen. De burgers moeten zich dan bijeenscharen om zich te weer te stellen tegen de aanvallers. Dikwijls zie je dan dat er spontaan een leider opstaat die de strijd tegelijkertijd aanmoedigt en organiseert. Meestal is dit volksverzet evenwel niet voldoende om de strijd definitief te winnen. Dat gebeurt pas als uiteindelijk toch een legerbataljon arriveert. Doorgaans kondigt trompetgeschal de komst van het bataljon aan, hetgeen leidt tot een zucht van verlichting bij de strijdende bevolking.

Omdat de VS een historie kent waarbij de bevolking betrokken is bij politie- en legertaken, doen Amerikanen moeilijk afstand van hun recht op wapenbezit, ook al leidt jaarlijks tot veel slachtoffers.

Taliban vecht om indruk te maken op plaatselijke bevolking

Naar aanleiding van Nova, 16 mei 2009 

De reportage geeft een impressie in de ruimtelijk en tijdelijke verhoudingen waarin de oorlog plaatsvindt. Hoewel zo’n impressie weinig directe prikkeling van het intellect teweegbrengt, sijpelt toch langzaam maar zeker informatie door om een meer gegrond oordeel mogelijk te maken.

Wat opviel was dat de Taliban de strijd met de Amerikanen niet aanging om te overwinnen, maar om te treiteren. De vraag is wat de Taliban daarmee denkt te winnen. De Amerikanen wegpesten zal niet zo een, twee, drie lukken. Dan kan ik me verder alleen maar voorstellen dat ze dat doen om indruk te maken op de plaatselijke bevolking. Niet zozeer om hen tot strijd over te halen, maar meer om macht over hen te verwerven. Zo van: ‘Wij bevechten de Amerikanen, jullie niet, dus wij zijn de baas over jullie.’

Werd in Nederland na de Tweede Wereldoorlog niet ook geweldig opgekeken naar verzetstrijders, en zijn velen van hen niet op belangrijke posten terecht gekomen?

Wij/zij-denken hoort bij professionele moraal van militair

Naar aanleiding van Nova, 16 mei 2009 

Wat zei die soldaat die een kruisteken sloeg alvorens hij het pantservoertuig instapte nu precies?

Volgens de ondertiteling zei hij: ‘Voor ik het kamp uitga, sta ik even stil bij m’n gezin en m’n dierbaren, en vraag ik God om steun. Dan vraag ik of Hij iedereen, niet alleen mij veilig wil terugbrengen.’

In werkelijkheid had hij het over ‘bidden dat God aan onze kant staat’ en over ‘vragen of God niet alleen hem maar het hele team veilig wil terugbrengen’.

Verschil zit ‘m erin dat hij in werkelijkheid van God partijdigheid vraagt. Dat kun je als een professionele moraal beschouwen, omdat wij/zij denken voor een militaire organisatie nu eenmaal onoverkomelijk is. Ook toonde de soldaat een professionele moraal, in die zin dat hij niet alleen voor zijn eigen behoud maar voor dat van het team bad. Als hij alleen voor zijn eigen behoud had gebeden, kon hij daar niet de moraal uit kan putten om zichzelf in gevaar te brengen op het moment dat zijn medesoldaten in nood verkeren.

Televisie als hard drugs

Naar aanleiding van Nova, 13 mei 2009

Televisie is hard drugs. Dat hebben ze bij de VARA heel goed begrepen. Dat de kijker televisie kijkt, staat vast. Als dealer moet je er alleen voor zorgen dat de kijker bij jou afneemt.

Als alle verslaafden is de kijker een gewoontedier. Liefst bewandelt de kijker elke dag dezelfde weg om het genot te bemachtigen. Daarom houdt de VARA haar zuchtige afnemers in een ijzeren greep. Altijd het zelfde doen, zo wordt de kijker bijgebracht, betekent altijd: scoren.

Horizon programmeren is het sleutelwoord (afgekeken van de commerciëlen, in Amerika welteverstaan). En niet zomaar een beetje horizontaal programmeren, maar …  keihard, met steeds dezelfde programma’s, steeds dezelfde gezichten, steeds dezelfde grappen en grollen, steeds dezelfde kleuren, op steeds dezelfde tijden. Je kunt er de klok op gelijk zetten.

Daarom houdt de VARA vast aan haar gezichten. Een vast contract? Geen probleem. Graag zelfs. Zo worden we decennium in, decennium uit uitgeleverd aan de Sonja Barenden, aan de Paul Wittemannen, aan de Paul de Leeuwen, aan de Mathijs van Nieuwkerken, en aan de, … ja, het moet gezegd worden, … aan de Clairy Polakken.

Die gezichten, die staan voor het spul dat de VARA levert. We worden oud met die koppen, tenminste, als die koppen niet eerder oud worden aan wij.

Bijzonder talentvol? Ben je mal. Verdienstelijk, niet meer dan dat. De VARA betaald gewoon om die koppen vast te houden. De kijker/gebruiker is er immers op geconditioneerd dat bij het zien van die koppen … geleverd wordt. Dat is genoeg.

Oneigenlijke argumenten

Naar aanleiding van Nova, 12 mei 2009 

Op zich ben ik voor een rookverbod. Van mij mag men roken in horecagelegenheden verbieden, zelfs zonder gedoe met rookruimten. Maar dan wel op basis van de juiste argumenten.

Wat ik nooit begrepen heb, is dat men de volksgezondheid van horecabezoekers wil beschermen met een wet, die werknemers van horecagelegenheid moeten beschermen. Dat is toch gewoon een rotsmoes. Dat een rechter in hoger beroep daar niet intrapt, is volkomen begrijpelijk en niet meer dan logisch.

Slechte wetgeving blijkt niet wettig te zijn. Dat wetgeving op basis van oneigenlijke argumenten toch geprobeerd wordt, getuigt van weinig respect naar de burger toe.

Die mag u zich opsteken, minister Klink.

Herontdek de historische stad

De ideale stad bestaat al. Dat is de historische stad. Dat is een biotoop waar mensen zich in thuis voelen. Eigenlijk gaat het erom de principes van de historische stad steeds opnieuw vorm te geven. Het wiel moet dus keer op keer uitgevonden worden.

Nederland heeft veel historische steden. De stad waar ik woon, Maastricht, is er een van. Ik gebruik Maastricht als voorbeeld van wat er goed en fout kan gaan.

Geen groots totaalplan

De laatste jaren wordt er veel vertimmerd aan de binnenstad, alsof Maastricht een oud pand is dat in zijn geheel verbouwd wordt volgens de inzichten anno 2005. Het nadeel hiervan is dat je een totaalplan over de stad laat razen. Nu lijkt het nog bij de tijd, maar over 10 jaar vraagt het om een nieuw totaalplan volgens de dan heersende inzichten. De fout die gemaakt is, is dat gezondigd is tegen het principe van de historische stad die min of meer organisch, stukje bij beetje aangroeit. Dat proces kun je stedenbouwkundig simuleren de stad te ontwikkelen via meerdere kleine projecten die onafhankelijk van elkaar staan, met voldoende leertijd ertussen om nieuwe inzichten te laten doordringen en zo de verscheidenheid in stand te houden.

Niet ondertunnelen maar onderbruggen

Hoe de verkeersstromen door en langs de stad te leiden is een majeur probleem voor elke stad.

Lange ondergrondse tunnels blijken steeds weer technische problemen op te leveren. Waar ik op wil wijzen is dat ondertunneling ook tot stedenbouwkundige rigiditeiten leidt. Even een beetje anders, leidt in de toekomst steeds weer tot grote ingrepen. In Maastricht wil men de A2 ondertunnelen. Die oplossing wordt veel minder fraai als wordt voorgespiegeld. Beter is om de Luikse methode van ongelijkvloerse kruisingen opnieuw uit te vinden. Belangrijk is dat men zich afvraagt hoeveel meter weg ondertunnelt kan worden voordat er hele luchtafvoersystemen toegepast moeten worden. Dat zijn waarschijnlijk zo’n 200 meter. Wat men kan doen is de hoofdwegen zoveel mogelijk verdiept aanleggen en deze in ruime mate overbruggen met bruggen tot 200 meter breed. Geluidshinder wordt gereduceerd. De stad wordt leefbaar en bereikbaar. Het verkeer zit de stad niet in de weg op relatief eenvoudige, en daarom elegante manier.

Fietsroutes de stad in en uit

Binnen de stad moet je prettig kunnen fietsen. Mijn ervaring daarbij is dat het niet fijn is om langs grote verkeersslagaders te fietsen, ook al zijn deze voorzien van riante fietspaden. Van de andere kant is het ook niet mogelijk een fietsroute systeem te maken dat enkel voor fietsen bestemd is. Stedenbouw is nu eenmaal woekeren met de ruimte. Een oplossing is om fietsroutes te laten lopen door woonwijken over wegen waar enkel plaatselijk autoverkeer mogelijk is. Belangrijk is dat het om doorgaande routen gaat. Belangrijk is dus voorzieningen te treffen van hoe bijvoorbeeld de ringweg overgestoken kan worden. Ook dient de binnenstad met de fiets doorkruisbaar te zijn. In Maastricht is daar geen rekening mee gehouden door de hele binnenstad te voorzien van kinderkopjes, die bepaald niet fietsvriendelijk zijn. Ook is niet erover nagedacht hoe fietsers het voetgangersdomein kunnen oversteken. Zoals in veel steden worden fietsers geacht om het voetgangersdomein heen te rijden. Waar er fietsroutes zijn van de wijken naar de binnenstad, daar is het een kleine moeite om die fietsroutes door te trekken naar de natuur om de stad. Maastricht heeft voldoende mooie natuur om zich heen om via prettige fietspaden te ontsluiten.

De wijk als dorp uitgekristalliseerd

In Maastricht zijn voormalige dorpen in de loop der tijd opgeslokt door de stad. Dat zal ook in andere steden geen onbekend verschijnsel zijn. Wat nu opvalt is dat wijken die uit voormalige dorpen zijn ontstaan meer sociale samenhang vertonen dan wijken die uit het niets uit de grond gestampt zijn. De oplossing zou dus zijn de herontdekking van het dorp op wijkniveau. Die oplossing is voor een deel architectonisch van aard, waarmee niet bedoeld is een terugkeer naar boerenbouwstijlen. Wat een dorp karakteristiek maakt is dat toevalligheden ooit zomaar hebben kunnen plaatsvinden, Een dorp is daarom zoals het is. Je zou dat toeval moeten opnieuw moeten creëren, om er vervolgens omheen te kristalliseren. Enkele goede gebouwen, goed gesitueerd ten opzichte van elkaar als kristallisatiepunt. Daarnaast is belangrijk dat de wijk net als het dorp een functioneel geheel vormt. Allerlei voorzieningen dienen op wijkniveau voorhanden te zijn, min of meer op of rond het kristallisatiepunt.

Ont-moeten

Naar aanleiding van Nova, 11 mei 2009 

Het diplomatieke verschil tussen ontmoeten en ontvangen had ik niet kunnen navertellen als het me niet was uitgelegd. Ontvangen is officiëler en ontmoeten vrijblijvender. Ontmoeten is ont-moeten, zogezegd.

De Dalai Lama is een bescheiden mens of zou dat moeten zijn. Als boeddhist is heel blij met ont-moeten en gaat hij niet een ontvangst opeisen. Een boeddhist accepteert immers wat hem gegeven wordt. Dat heeft een bedelmonnik me verteld.

Toch krijgt de Dalai Lama in Nederland ongevraagd een ontvangst. Een echte ontvangst is het evenwel niet. Het is een virtuele ontvangst. Butler Verhage doet open; de heer des huizes Balkenende blijkt afwezig; maar de bezoeker krijgt namens iedereen officieel ‘de hartelijke groeten.’

Wat er is veranderd afgelopen 10 jaar? China is een economische reus aan het worden. Die ga je niet op zijn tenen staan. Zeker niet in crisistijd. Een economische reus sta je alleen maar virtueel op zijn tenen. Dan denkt het Nederlandse televisievolk dat de regering zich moedig toont, terwijl men in China geen pijn voelt.

En de Dalai lama?, … die glimlacht.

Over de inwisselbaarheid van idealen

Naar aanleiding van Nova, 9 mei 2009 

Negen veroordeelden. Alleen de meest verantwoordelijken. Een soort Neurenberg proces.

Eenbenig voetbal aan het strand. Ziet een beetje surrealistisch uit als je de krukken wegdenkt. Alsof zwaartekracht geen rol speelt als ze trappen. De geluiden klinken jongensachtig enthousiast.

Door de rebellen tot prostitutie gedwongen vrouwen in een naaiatelier ter grootte van een garage. De subsidieverstrekkers zijn leden van het internationale gerechtshof.

Kindsoldaten zijn slachtoffer en dader.

Plastic stoelen verspreid in een smoezelig zaaltje dat ingericht is voor een informatiebijeenkomst van het internationale gerechtshof.  Dient als verantwoording naar de bevolking toe. Alle volwassenen en kinderen vinden plaats op een van de 50 stoelen.

“Waarom niet meer veroordeelden?”, is een vraag. Kunt niet jaren blijven procederen, is het antwoord. De sfeer is sloom. De zon schijnt die dag niet.

De Nederlander Herman von Hebel neemt ontslag en draagt de leiding van het tribunaal in Sierra Leone over aan een inheemse vrouw.

Het falen van rechtvaardigheid, wordt zorgvuldig met het streven naar emancipatie toegedekt. Daarna de thuisreis aanvaardt.

Nuttig? Als aanstichters straffen, aanstichten voorkomt, dan is het nuttig.

Ontfutseljournalistiek

Naar aanleiding van Nova, 7 mei 2009 

Bij onderzoeksjournalistiek komt het dikwijls dat iemand die geen informatie wil verstrekken op een onverwacht moment belaagd wordt door een journalist. Op de camera krijg je dan te zien, dat die persoon daadwerkelijk weigert antwoord te geven. Van Vollenhoven wordt overvallen door een cameraploeg van Nova als hij bij de VU te Amsterdam arriveert voor een gastcollege.

“Dag, Meneer Van Vollenhoven, goedemiddag, mag ik u wat vragen?” Van Vollenhoven ontwijkt niet. Hij antwoordt: “Een korte vraag, mag dat?” Er volgen meerdere vragen, die hij allemaal beantwoordt. Later blijkt de cameraploeg ook toegang te hebben verworven tot het gastcollege waarvoor Van Vollenhoven gekomen is. De rust in de collegezaal, lijkt daardoor enigszins verstoord.

Het interview levert een paar brokstukken informatie op. Van Vollenhoven was ondanks zijn professie niet bewust van eventuele risico’s rond Koninginnedag. Hoewel het onderwerp een typisch veiligheidsvraagstuk is, vind hij niet dat zijn commissie dit geval moet gaan onderzoeken. Hij is er sowieso geen voorstander van om alsmaar onderzoekscommissies in te stellen. Veel is te winnen met een betere coördinatie.

Toch zijn hiermee niet alle vragen beantwoord. De vraag die mij intrigeert, is, of het feit dat hij het gevaar over het hoofd zag, consequenties heeft voor zijn oordeel over de reconstrueerbaarheid van dergelijke gebeurtenissen. Specifieker interesseert mij de vraag of gedrag van professionals altijd als verwijtbaar gekwalificeerd moet worden, als achteraf de conclusie getrokken wordt dat het beter gekund had.

Ik denk dat dit soort vragen beter aan bod komen in een rustigere setting. Van Vollenhoven had ook uitgenodigd kunnen worden in de studio. Als dat deze week niet gekund had, dan misschien wel volgende week, of de week daarop. Misschien is dan het probleem dat een andere omroep er met het onderwerp vandoor gaat. Ontfutseljournalistiek gebeurd dan ook vaak uit concurrentieoverwegingen. Het is evenwel ook mogelijk dat Van Vollenhoven helemaal niet genegen is, moeilijke vragen over zijn eigen inschattingsfouten te beantwoorden. In dat geval is ontfutseljournalistiek de enige manier om het onderwerp toch aan de orde te brengen.

Toch heeft ontfutseljournalistiek iets hijgerigs. Het is minder bevredigend dan een goed gesprek.

Oudtestamentische niemandslanden

Naar aanleiding van Nova, 6 mei 2009 

Als je die mensen in hun dorpen in Afghanistan ziet, dan denk je dat je in een film over het oude testament bent terechtgekomen. Wellicht kun je dan ook uit het oude testament afleiden, hoe die mensen het best te benaderen zijn.

Staatsvorming heeft in het oude testament nog maar beperkt plaatsgevonden. De verschillende stammen moeten er op basis van bilaterale afspraken onderling zien uit te komen. Als invasiemacht in Afghanistan kun je daarom ook maar het beste verbonden sluiten met diverse stammen.

Zowel in Afghanistan als in Pakistan heerst de staat niet over het hele land. In het oude testament is er ook geen alomvattende macht en zelfs geen alomvattende lappendeken van macht. Binnen de landsgrenzen bestaat in beide gevallen een soort niemandsland waarvan je nog maar moet afwachten of iemand het claimt en hoe krachtig die claim dan is. In zulk een machtsvacuüm kan de Taliban gedijen omdat ze beschikt over wapens.

De Taliban is heeft een klap van de molen der moderniteit gehad. Zij streven naar staatsvorming in die zin dat zij de stammen wil overheersen. In Afghanistan hebben ze de staatsmacht al in handen gehad. Zelf zijn ze niet echt een stam, maar het is niet onwaarschijnlijk dat ze hun machtsbasis in bepaalde stammen hebben. Via die stammen kun je zelfs indirect onderhandelen met de Taliban, zonder ze te erkennen.

Je zou de Taliban kunnen isoleren door de stammengemeenschappen een officiële status te geven. Dat doe je niet door van stammen een soort provincies te maken, maar wel door bepaalde rechten en plichten op stamniveau te regelen, net zoals wij dit doen voor gezinnen en organisaties. Je moet dan maar accepteren dat die stammen zelf niet democratisch zijn. Dat zijn gezinnen en organisaties overigens ook niet.

Tot zover zou het probleem oplosbaar moeten zijn. Het echte probleem is evenwel Pakistan. Pakistan is geen staat,  maar een façade van een staat. Naar India toe profileert Pakistan zich als staat, compleet met kernwapens. Maar in het binnenland vervuld ze toch veel meer de rol van stam onder stammen. Pakistan is immers niet de baas over heel Pakistan en heeft daar vrede mee. Zelfs het leger ambieert niet baas over heel Pakistan te zijn. Gezien hun verleden in Afghanistan, koesteren de Taliban in Pakistan die ambitie wel. Als het althans bij die ambitie blijft.

Sinds we zelfbewust zijn, valt er wat te lachen

naar aanleiding van Nova, 6 mei 2009 

Humor is veel moeilijker dan drama,” zegt Cleese. Dat komt omdat humor zich alleen kan bewijzen met onmiskenbaar gelach.

Omdat echt leuk moeilijk is, is het ook zeldzaam. Op zoek naar wat leuk blijft, kom ik altijd uit op onmiskenbare klassieken. Maar zelfs daar valt nog wel een en ander af te dingen.

Het kan natuurlijk ook aan mijn tekort aan humor liggen, maar veel humoristisch bedoelde programma’s werken niet echt op mijn lachspieren. Zeker niet als we het ingeblikte ‘voorlachen’ even wegdenken.

Fawlty Towers is natuurlijk om te gillen, maar Monty Python ook? Dat was creatief, vindingrijk, hilarisch, maar … echt om te lachen? Ik heb wel eens wat uitzendingen in de herhaling gezien. Echt veel gelachen heb ik niet.

Mr. Bean is om je te bescheuren. Black Adder daarentegen is natuurlijk heel knap, maar dan vooral omdat het dermate propvol met grappen zit, dat het moeite kost om het allemaal bij te benen. Met Black Adder leuk vinden, bewijs je vooral hoe knap jezelf bent.

Om Debiteren – crediteuren heb ik indertijd regelmatig moeten lachen. In elke uitzending van 20 minuten zat wel een goede grap. Maar een drie uur lange selectie van het beste van Van Kooten & De Bie heeft mij slechts een enkel maal doen glimlachen. Moralisme in een hilarisch jasje, dat vond ik ervan.

Nieuw voor mij was dat tijdens de opnamen van Fawlty Towers John Cleese en tegenspeelster Prunella Scales in het echte leven met elkaar in echtscheiding lagen. Misschien heeft humor wel een dergelijke lading vanuit de eigen situatie nodig. Echt leuke humor gaat altijd over jezelf.

Humor veronderstelt dat je vanuit een derdepersoon perspectief naar jezelf kunt kijken. Dat relativeert als vanzelf. Humor gaat dus samen met zelfbewustzijn. Of beter: Sinds we zelfbewust zijn, valt er wat te lachen.

Zelfbewust worden we ten volle in je kleutertijd. Daarom heeft echt leuke humor altijd iets … kleuterachtigs.

Gematigd monarchist

Naar aanleiding van Nova, 4 mei 2009

Koningin dat is zoiets als God op aarde. Dat geldt natuurlijk vooral voor CDA-ers. Die hebben het idee uitgevonden, aldus Ruud Lubbers afgelopen zondag in Buitenhof. Het enige verschil is dat God het middelpunt van het universum is, terwijl de koningin enkel het middelpunt van de natie is.

Voor protestanten zijn God en Vaderland sowieso aan elkaar gelieerd. De Republiek der Nederlanden is immers uit een godsdienststrijd ontstaan.

Republikein wil ik me evenwel niet noemen. Dat levert ook zo zijn sores op, gezien die andere reportage vandaag over dat leuke blonde model Noemi Letizia uit Italië die nog zo’n mooie halsketting kreeg voor haar 18de verjaardag.

Ik ben ook niet zo’n republikein die zegt helemaal euforisch te worden van wat de koningin nu weer heeft gezegd of gedaan. Met zulke republikeinen heb je geen monarchisten meer nodig.

Nee, ik noem mezelf een gematigd monarchist. Monarchist omdat ik vind dat de majesteit best fouten mag maken. Vooral de minuscule ongepastheden van Willem-Alexander vind ik aandoenlijk. Gematigd omdat ik vindt dat de majesteit zich dient te beperken tot ceremoniële taken. Daar heeft ze het druk zat mee. Is het meteen ook niet zo erg als er wel eens wat misgaat.

Overigens, de koningin was vanavond zichtbaar ingenomen met het applaus dat ze van het aanwezige volk mocht ontvangen. Dan doet het toch er niet meer toe, dat burgemeester Job Cohen dit applaus uitlokte …

Haalbare in plaats van hermetische beveiliging

Als je de koninginnedagviering hermetisch wil beveiligen, dan gaat dat ten koste van het open karakter van het feest. Dat neemt niet weg dat voorzorgsmaatregelen denkbaar zijn die de veiligheid verhogen. Ik noem twee punten:

  1. Meermaals is gewezen op een afzetting met mobiele betonblokken.
  2. Dat de hele koninklijke familie in één bus zat, is misschien ook niet erg veilig.

 

‘Ruïneren’ als ruwe variant van restaureren

Naar aanleiding van Nova, 2 mei 2009 

Dat kunst het antwoord moeten zijn voor Detroit,  is natuurlijk te simpel gesteld Zo’n piramide is natuurlijk wel leuk. Maar van kunst een bestaan opbouwen is geen sinecure. Naast kunstenaarschap kan ondernemerschap niet ontbeerd worden.

Als je vraagt hoe je waarde kunt toevoegen aan een vervallen stad, dan vraag je eigenlijk: hoe zo’n stad opnieuw een economisch bestaan te geven. Economie dat gaat over waarde genereren. Als die economie evenwel geheel buiten de bestaande economie van brood verdienen om moet bestaan, dan is dat een overtrokken doelstelling. Dan is het niet haalbaar.

Je zou een aanbod moeten hebben voor mensen met weinig geld, maar die wel de inzet en de creativiteit hebben om op basis van eigen werkzaamheid hun eigen woon- en werkomgeving te creëren. Rechten en plichten  van deelnemers dien je vast te leggen in een contract.

Me beperkend tot de architectonische kant van de zaak, en met een knipoog naar de kredietcrisis zou je het proces “ruïneren” kunnen noemen. Eigenlijk is ruïneren een ruwe variant van restaureren.

Wat ik bedoel, is dat je de fabrieken en gebouwen die in verval zijn, stript tot wat nog de moeite waard is. Bij ruïneren onder invloed van de natuurkrachten, vervallen eerst de zwakke delen. Nu ruïneer je de gebouwen door slechte delen systematisch te verwijderen Dat doe je op basis van een bouwtechnisch en architectonisch oordeel. Wat de moeite waard is, laat in zijn ruwe vorm intact. Vervolgens gebruik je het overblijfsel dat dan ontstaat als basis voor een nieuwe invulling van het gebouw. Omdat het om enorme gebouwen gaat hoeft die invulling niet in een keer te gebeuren. Ook is het niet de bedoeling dat de toekomstige gebruikers van het gebouw een kant en klaar pand afgeleverd krijgen. In overleg wordt de gewenste ruimte afbakent, je krijgt je eigen elektriciteit, water en afvoer en verder ga je zelf aan de slag.

Geleidelijk aan krijgt zo’n gebouwencomplex dan een nieuwe invulling. Iets vergelijkbaars kun je ook doen met zwaar verpauperde wijken.

Niet als gevaar onderkend

Naar aanleiding van Nova, 1 mei 2009 

Ik probeer het me voor te stellen. Je bent koningin. Dat is toch zoiets als God op aarde. Zeker met Koninginnedag. Jij bent het hoogtepunt voor al die mensen die zijn komen kijken. Waar je nog moet komen, is men vol verwachting. Waar je gepasseerd bent, daar stelt men ontnuchterd vast dat het hoogtepunt voorbij is.

We hebben een ooggetuigenverslag van Fred de Graaf, Burgemeester van Apeldoorn, die tijdens het accident naast de koningin zat. Hij constateert bij de inzittenden van de bus absolute verbijstering “omdat we het natuurlijk gewoon naast ons zagen gebeuren. Met name het aanrijden van de auto tegen de naald, en de klap die dat gaf.” En dan komt het: “Maar ook de klap waardoor we opgeschrikt werden , terwijl we eigenlijk al met de rug naar de plek toe zaten, waar de auto door het publiek heen kwam.”

De klap waardoor inzittenden van de bus werden opgeschrikt, vond dus plaats op een plek waar het hoogtepunt al voorbij was. Daarom dacht men in de bus op dat moment niet aan een aanslag. Ooggetuige Fred de Graaf beantwoordt een vraag over het mogelijk besef van een aanslag: “Nee, dat was er op dat moment, denk ik, niet, omdat de auto ook niet recht op ons afkwam, maar met een bocht langs ons reed en tegen de naald aan belandde.”

Wat me aan dit tafereel fascineert, is de heel directe ruimtelijke beleving die nauwelijks interpretatie veelt. De auto was niet daar waar deze had moeten zijn om gevaarlijk te zijn. Daarom is deze vanuit de bus niet als gevaar onderkend. Niet door Pieter van Vollenhoven, niet door de kroonprins en ook niet door de burgemeester.

Hoe anders is het leven toch, als je het zelf meemaakt.

Koninginnedag 2009

Naar aanleiding van Nova, 30 april 2009 

Er zou iets met een auto gebeurd zijn bij het feest met de koningin in Apeldoorn.

Op internet had ik het filmpje al snel te pakken. Daar zag ik een zwarte reeds gehavende auto in één straal tegen een hekwerk aanknallen. Blijkbaar was de chauffeur niet meer met chaufferen bezig. Geen poging tot remmen. Geen poging tot sturen. Ook niet in de richting van de buscabriolet waarin zich de koninklijke familie bevond. Alvorens plaats te nemen bleef Willem-Alexander het tafereel aanschouwen in een ontspannen pose.

Bij het journaal en bij Nova heb ik dat filmpje niet meer terug gezien.

De ruimschoots aanwezige agenten stormden vooral op de auto af. De omver gekegelde toeschouwers werden even overgelaten aan hun naasten. Er was toen sprake van twee doden.

De zon scheen. Het weer was vrolijk. Internet uitgezet.

De vrijmarkt in het stadspark ging gewoon door. Waar komt die gewoonte toch vandaan om op onze nationale feestdag alle troep die in huis te vinden is, ten toon te spreiden en te koop aan te bieden?

Nog een boek gekocht. “Uw hond opvoeden zonder training”van ene Erik Sannen. Niet dat ik een hond heb. Ook niet van plan er een te kopen. Het boek is in 2005 nog herdrukt. De nieuwste opvoedkundige inzichten  moeten er dus in staan. Als die er tenminste zijn.

Bij het poppodium zaten allemaal mensen die mijn vroegere stamkroeg trouw waren gebleven, zelfs nadat het café van eigenaar was veranderd. Ik voegde me bij hen. Lurkend aan wat wijn uit een beker, leken alle bezoekers van dit ‘Heineken Queensday’-evenement ps uit hun wintrslaap ontwaakt te zijn. Sloffig en stoffig zagen ze eruit. Nog bleek in het gezicht ondanks de vele zon afgelopen april. De dresscode leek wel vaal en versleten te zijn.

De zon scheen heerlijk.

Als leden van het Koninklijk Huis geraakt zouden zijn, dan zou dat een drama zijn geweest, zei Michiel Zonnevylle, voorzitter van de Oranje Bond in Nova. Alsof vijf niet-koninklijke  doden geen drama is.

Knibbel knabbel knuisje, wie knabbelt daar aan mijn huisje?

Naar aanleiding van Nova, 29 april 2009 

Dat mensen genoodzaakt zijn hun huis te verkopen omdat hun WW-uitkering stopt, en ze niet in aanmerking komen voor bijstand. Dat zal komende tijd nog vaak gebeuren.

Een oplossing die de ronde doet is dat woningbouwverenigingen deze huizen opkopen, om ze vervolgens aan de voormalige eigenaren te verhuren. Voordeel is dat men in ieder geval voorlopig, in het huis blijven wonen. Ook kan men het huis terugkopen, als de situatie tijdig verbeterd.

Het  kan evenwel zo zijn dat ook de gevraagde huurprijs op den duur niet opgebracht kan worden. Men woont gezien het huidige inkomen zogezegd boven zijn stand. In dat geval is verhuizing naar een eenvoudiger huis op den duur onvermijdelijk. De regeling is vooral geschikt voor niet al te riante woningen, waarvoor niet al te veel huur voor gevraagd wordt.

Het vermogen van de voormalige eigenaren kan berekend worden door de overblijvende hypotheekschulden van het  uit verkoop ontvangen bedrag af te trekken. Omdat woningbouwverengingen tegen heersende marktprijzen kopen, kan het echter zo zijn dat het door verkoop verkregen bedrag kleiner is dan de overgebleven hypotheekschuld. In dat geval heeft men dus een negatief vermogen en komt men in aanmerking voor bijstand. Door die bijstand is men beter in staat de hypotheek te blijven aflossen.

De hele constructie is gebaseerd op de gedachte dat woningbouwverenigingen altijd bereid zijn, huizen tegen de heersende marktprijs te kopen. Door de huizen te kopen nemen ze evenwel het risico van prijsdalingen op de huizenmarkt op zich. De vraag is of ze dat wel willen doen op en moment dat de huizenprijzen erg hoog zijn en de economische vooruitzichten onzeker zijn.

Viroloog met timmermansogen

Naar aanleiding van Nova, 29 april 2009

Schellekens is een viroloog die kan rekenen. Door met timmermansogen te kijken, weet hij de kwestie rond het Mexicaanse griepvirus in 5 minuten in perspectief te plaatsen. Inclusief de enorme financiële belangen die in het geding zijn. Was elke viroloog maar timmerman.

Als alleen al in Europa 35 miljard euro te verdienen zijn, wil menigeen wel een  stap extra zetten, … ook als deze in de verkeerde richting is.

Schellekens zoekt niet ver voor een oplossing. Voor Nederland vindt hij deze in een reguliere aanpassing van de jaarlijkse griepprik. Dat kost niet veel extra.

Wetenschappelijk opportunisme

Naar aanleiding van Nova, 28 april 2009 

Na de oorlog waren er opeens geen nazi’s meer. Zelf in Duitsland was de NSDAP in één keer weggevaagd. Maar goed ook natuurlijk, maar is dit nu een kwestie van inkeer of toch gewoon opportunisme?

Op de business school van het deftige Havard geven professoren toe dat ze vóór de crisis oppervlakkig bezig waren, te zeer gericht op korte termijn winst, maar dat ze nú als bij toverslag inzien dat bedrijven ook een maatschappelijke rol te vervullen hebben. Is dit inkeer of opportunisme?

Dezelfde studenten die voorheen stonden te springen voor een ‘blitz’-carrière op Wallstreet staan sinds kort te springen voor een carrière ‘to make the world a better place’. Inkeer of opportunisme?

Inkeer of opportunisme, inzicht is het in ieder geval niet, want de theorieën die de ene en de andere benadering beschrijven bestaan al tientallen jaren. Men schakelt gewoon over van de ene naar de andere bestaande theorie.

Wedden dat aan bedrijfskundefaculteiten aan beide kanten van de oceaan een hernieuwde belangstelling voor het ‘stakeholder model’ ten koste van het ‘shareholder model’ ontstaat?

Oude wijn wordt bijtijds in een bijdetijds zakje gedaan.

 

Met een nieuwe naam erop.

Nederlanders als modelimmigranten

Naar aanleiding van Nova, 27 april 2009 

… en dat Nederlanders zich zo goed aanpassen in Frankrijk, en dat ze hard willen werken, en zoveel van de Franse cultuur en natuur houden… Zoveel goeds heb ik in jaren niet gehoord over Nederlanders in het hyper-zelfkritische Nederland. Ik ben het niet meer gewend. Ik wordt er helemaal verlegen van.

Laten ik deze positieve ervaring positief benutten door er een lijst van positieve voorwaarden uit te destilleren die maken dat immigratie (vanuit ons perspectief emigratie) positief uitpakt. Laten ik de lijst niet te lang maken, want dan wordt het zo’n waslijst. Laten ik me beperken tot drie punten. Dan blijft het overzichtelijk:

  1. Er moet een plek vrij zijn voor de immigrant in het land van aankomst. De      inwoners van de Morvan zitten verlegen om bakkers, slagers, fysiotherapeuten,     artsen en wat dees meer zei. De Nederlanders verdringen geen Fransen door      deze posities in te nemen.
  2. De immigranten dienen bereid te zijn te investeren in hun positie in de voor      hen nieuwe samenleving. De fysiotherapeut doet dit door zijn vakbekwaamheid      in te zetten, maar ook door de praktijk te moderniseren. De mensen van de      wasserij doen dit door flink door te werken, maar ook door de wasserij op te kopen.
  3. De immigranten dienen sympathie te koesteren voor de cultuur van aankomst en met graagte bereid zijn zich daaraan aan te passen (met behoud van eigen      identiteit voeg ik daar als geconditioneerde Nederlander snel aan toe). Dus gewoon een siësta tussen de middag, stokbrood bij het ontbijt en bij het diner een glaasje wijn.

Nederlanders als modelimmigranten, Welke Nederlander had dat ooit kunnen bedenken? Je moet het eerst zien, dan geloof je het pas.

Gezag aanvaarden, moet je leren

Naar aanleiding van Nova, 25 april 2009 

Kinderen hebben er recht op dat ze leren gezag te aanvaarden. Niet dat het daarbij moet blijven. Kinderen hebben nog veel meer te leren. Toch kun je zeggen dat een kind dat geleerd heeft gezag te aanvaarden, daarbij baat heeft.

Wat een kind nodig heeft om gezag te leren aanvaarden, kan evenwel verschillen. Uitleggen waarom je iets doet, is natuurlijk voor veel kinderen een heel goede methode. Op een bepaald moment zal evenwel vrijwel ieder kind uitproberen of je als gezaghebbende ouder bereid bent fysiek in te grijpen. Veel kinderen kunnen dan ook navertellen dat hun ouders hen één keer een pedagogische tik toebedeeld hebben. Als het bij die ene tik blijft, kun je zeggen dat het kind ook op andere manieren aanspreekbaar is en dat wenst te zijn.

Sommige kinderen, en die zijn beslist oververtegenwoordigd in het speciale onderwijs, aanvaarden gezag eerst en vooral op basis van fysiek ingrijpen. Dan is het in zekere zin unfair naar deze kinderen toe, om hen dat fysieke ingrijpen te onthouden. Enkel zo leer je hen vroegtijdig gezag te aanvaarden, en hoeven ze die uitdaging niet nog op latere leeftijd aan. Fysiek ingrijpen op jonge leeftijd in combinatie met uitleggen, kan dus ontsporing op latere leeftijd voorkomen.

Vervelend is als kinderen die heel goed aanspreekbaar zijn, met een hardhandige aanpak tot de orde geroepen worden. Dat leid bij hen niet tot aanvaarding van gezag, maar juist tot het tegendeel. Perfect aanspreekbare kinderen worden daar juist recalcitrant van.

Molochs verdwijnen als energiemarkt duurzaam wordt

Naar aanleiding van Nova, 24 april 2009

In 2000 zijn de Gemeentelijke Nutsbedrijven Maastricht verkocht aan Essent voor 233 miljoen euro. Burgemeester Leers heeft met dat geld zijn daadkracht kunnen bekostigen. Nu dreigt Essent verkocht te worden aan RWE.

Bij de productie van energie hou je maar liever de vinger aan de pols. Dat geldt ook voor de productie van voedsel. De Europese landbouwsubsidies zijn ooit bedacht, om in eigen voedselbehoefte te kunnen blijven voorzien.

Sinds 1992 staat Europa evenwel gelijk aan vrije markt. Als de markt het doet, dan is het goed. In dat teken staat de overname van Essent door RWE. Take the money and run.

Voor de duurzaamheid is het belangrijk dat energiebedrijven de komende decennia overschakelen op zon- en windenergie. Maar zijn de molochs van energiebedrijven die nu  ontstaan daar in de toekomst wel toe in staat? Dat is nog maar de vraag. Naarmate zon- en windenergie terrein winnen, wordt de productie grootschaliger dan een paar zonnepanelen op het dak, maar blijft toch minder grootschalig dan dat het een energiemoloch van internationale omvang vereist.

Het leuke is juist dat de energiemarkt dan demonopoliseerd en de-oligopoliseerd, en dat productie dicht bij de afnemers kostenverlagend werkt. Het aantal aanbieders kan dan stijgen ten opzichte van nu. Een schaal van laten we zeggen de voormalige Gemeentelijke Nutsbedrijven Maastricht wordt dan optimaal. Dus wellicht toch jammer dat de Gemeentelijke Nutsbedrijven Maastricht verkocht zijn aan Essent.

Impressionistisch columnisme

Naar aanleiding van Nova, 23 april 2009 

‘De mensen zijn verdrietig. De mensen zijn ten einde raad.’antwoord Martin Bril op de vraag waarom mensen naar beneden kijken. Daar klopt natuurlijk niks van. Mensen kijken omlaag om te verkennen waar ze lopen. Bovendien zijn mensen anatomisch zo gebouwd dat omhoogkijken spanning in de nek oplevert.

Interessant is Bril als hij het over zijn schrijverschap heeft. Zijn specialiteit is beschrijven wat hij ziet, met zo min mogelijk duiding. Hij abstraheert dus niet alleen de vorm (minder bijvoeglijke naamwoorden), maar ook de betekenis. Meningen interesseren hem niet.

Wel kiest hij overduidelijk voor het genre van columnist. Typisch aan dit genre is dat een onderwerp gekozen wordt om op te reageren. Bril koos een onderwerp om vervolgens zo goed mogelijk zijn gewaarwording weer te geven, zonder al te veel waarde te hechten aan de interpretatie ervan.

In mijn ogen is Bril gewoon een impressionist. Toch eens een paar van zijn columns lezen. Ter nagedachtenis, zullen we maar zeggen.

Wat is er fundamenteel aan de JSF?

Naar aanleiding van Nova, 23 april 2009 

Ja, waar gaat de discussie rond de JSF nu eigenlijk om? Om het regelen van de hegemonie van het Westen tot om en nabij 2050, of om ‘hoeveel geld terug bij ruilen?’

Wat opvalt is dat het JSF-project net als de Betuwelijn veel politieke energie slurpt. Steeds moet de politiek er weer aan te pas komen om het project verder te loodsen, en steeds ontstaat dan de illusie dat het project alsnog kan worden afgeblazen. Steeds ontstaat daardoor de fundamentele discussie: ‘Moeten we dit wel willen?’ Dat biedt hoop aan de tegenstanders, maar of die hoop terecht is? Defensiespecialist Colijn denkt in het geval van de JSF van niet.

Erg dapper is het allemaal niet, maar in tegenstelling tot wat de oppositie van links tot rechts roept, heeft de PvdA, vanuit hun optiek, best goede zaken gedaan. Met een uitstaprisico van 20 miljoen wordt werkgelegenheid beschermd, en – wat belangrijker is – het definitieve besluit wordt over de verkiezingen heen getild. De kans dat een nieuwe coalitie de JSF alsnog afblaast, wordt hierdoor niet groot, maar wel vergroot.

Van hoogste geweldsspectrum tot hoogste baas NAVO

Hoogste geweldsspectrum en hoogste baas NAVO

Naar aanleiding van Nova, 22 april 2009 

Het hoogste geweldsspectrum is tijdens de hoorzitting maar weinig aan de orde geweest. Dat onderwerp valt waarschijnlijk onder de geheimhouding waar de tweede kamer aan gebonden is. Ik ben niet ingevoerd, ik weet niet wat er geheim is, dus ik mag er naar gissen. Laten we dat het eens proberen:

Bij het hoogste geweldsspectrum gaat het om atoomwapens (zie ook mijn reactie op de reportage over de JSF van 14 april). Nederland neemt deel aan een atoomwapenprogramma van de Amerikanen waarbinnen de  JSF’s wordt gebruikt. Amerika heeft er belang bij dat ook bondgenoten overweg kunnen met atoomwapens. Maar dan moet je wel een betrouwbare bondgenoot zijn. Nederland heeft een uitnodiging om zo een speciale bondgenoot te zijn, en voelt zich daardoor vereerd. Rond de F16 bestond ook al zo een atoomwapenprogramma. Het atoomwapenprogramma wordt overgeheveld van de F16 naar de JSF. Door mee over te stappen, voorkomt de Nederlandse regering dat  het bestaande mandaat om deel te nemen aan een kernwapenprogramma verloopt. De kiezer hoeft dus niet om een nieuw mandaat  gevraagd te worden. Met de komst van de JSF wordt de ‘inner circle’ van vertrouwelingen van de VS kleiner maar de onderlinge band groter. Door niet mee te doen aan de testfase van het JSF-project, plaatst Nederland zich buiten de ‘inner circle’ van bondgenoten in wie de VS bijzonder vertrouwen stelt.

De verkiezing van Jaap de Hoop-Scheffer tot secretaris-generaal was een eerdere blijk van het bijzondere vertrouwen dat de VS in ons stelt. We waren toen al voor honderden miljoenen in het JSF-project gestapt. Het kabinet heeft deze blijk van vertrouwen beantwoordt door politieke steun voor de oorlog in Irak uit te spreken. Daarmee was de vertrouwensrelatie bezegeld. Officieel is elke beslissing afzonderlijk op inhoudelijke gronden genomen.

Kort (door de bocht) samengevat: Jaap de Hoop-Scheffer gaat ons nog een dikke zes miljard euro kosten.

Uit spionage blijkt aanhoudende loyaliteit naar Marokko toe

Naar aanleiding van Nova, 21 april 2009 

Zoals het voorbeeld van die politieagent die naast Maxima zat, demonstreert, verloopt de Marokkaanse spionage veelal via burgers van Marokkaanse komaf. Wellicht wordt hierbij beroep gedaan op hun loyaliteit naar Marokko toe. Bekend is dat de Marokkaanse overheid haar voormalige onderdanen niet los laat. Dat blijkt uit het gegeven dat ze geen afstand kunnen doen van hun Marokkaanse nationaliteit.

Dat Marokkanen geen afstand kunnen doen  van hun oorspronkelijke nationaliteit, was in de jaren ‘90 een belangrijke reden voor Nederland om een dubbele nationaliteit dan maar te accepteren. Achteraf is daarbij de reden bedacht dat een dubbele nationaliteit staat voor een dubbele identiteit. Identiteit is evenwel niet hetzelfde als nationaliteit. Er zijn honderden identiteiten te verzinnen, die niets met nationaliteit te maken hebben. Andersom staat nationaliteit nog lang niet garant voor identiteit.

In feite is nationaliteit een rechtspositie waar rechten en plichten mee verbonden zijn. Via die rechten en plichten wordt je toekomst ingekaderd. Een keuze voor een nationaliteit doe je daarom met het oog op de toekomst. Een dubbele nationaliteit betekent een dubbele toekomst, en niet, zoals dikwijls gedacht, dat verleden en toekomst verbonden worden. Via de dubbele nationaliteit behoudt een land als Marokko invloed op de tot Nederland genationaliseerde Marokkanen, en daarmee invloed op de toekomst van Nederland. De vraag  is of dat gewenst is.

Zuma wil macht

Naar aanleiding van Nova, 20 april 2009 

Zuma zou zomaar eens een populist kunnen zijn die zich ontpopt als dictator. Zijn lijflied over zijn machinegeweer, en zijn letterlijke roep om macht (NOS Journaal, 20 april), zijn slechte voortekenen wat betreft zijn ambities. Mocht Zuma de macht naar zich toe willen trekken, dan vindt hij in het gegeven dat in Zuid-Afrika slechts één partij de dienst uitmaakt een ideale omstandigheid. Wie de macht heeft binnen het ANC, heeft de macht over het land.

Geen betere kandidaat dan Borghouts?

Naar aanleiding van Nova, 20 april, 2009 

Is de maling echt zo dun dat men geen betere kandidaat kan vinden voor het voorzitterschap van het ABP? Wat te denken van iemand onder wiens hoede geen malversaties aan te wijzen zijn. Wat als men eens onder gewone burgers gaat werven? Die zijn heus niet allemaal op hun achterhoofd gevallen … zoals Borghouts.

Kindsoldaten van slachtoffer tot dader

In de reportage van Nova, 18 april 2008 ging het met name om de vraag of kindsoldaten dader of slachtoffer zijn. Het trieste is dat dit onderscheid bij kindsoldaten niet te maken is. Waarschijnlijk klopt het dat de kinderen in eerste instantie gedwongen worden tot geweld, maar dat doet er op den duur niet meer toe. Juist omdat deze kinderen door hun ervaringen met geweld gevormd worden, vergroeien ze daarmee, en verworden ze tot volwassenen voor wie geweld vertrouwd is en altijd binnen handbereik ligt. Ze verworden zodoende van slachtoffer tot dader. Natuurlijk zijn er individuele verschillen, maar het is toch te verwachten dat Sierra Leone nog niet verlost is van problemen met deze populatie ex-kindsoldaten.

Net als de kindsoldaten is ook Gini Mooy in zekere zin slachtoffer van haar vorming, want de methode van participerende observatie die haar als antropoloog onderwezen is, draagt bij aan een al te vergoelijkende houding ten aanzien gruwelijkheden die bepaald niet kinderachtig zijn. Het is deze vergoelijkende houding van beroepshalve al te aardige antropologen die leidt tot cultuurrelativisme. En cultuurrelativisme mondt uit in zelfverkozen machteloosheid: Een tragedie los je immers niet op door enkel van perspectief te veranderen.